Inleiding Ysengrimus
De Ysengrimus, geschreven in het Latijn en ruim 6500 versregels in elegische disticha lang, is de eerste tekst waarin de wolf Isegrim en Reynaert de vos onder hun later zo bekend geworden namen optreden. Dit dierenepos is waarschijnlijk ontstaan in de jaren 1148-1149, in Gent, in een monastieke omgeving. Over de auteur weten we zo goed als niets. Het werk wordt wel toegeschreven aan ene magister Nivardus, maar of dit zijn ware naam was, is allerminst zeker. In de tekstedities wordt een indeling in zeven boeken aangehouden; dit is de indeling van twee van de handschriften, waaronder het oudste. Deze indeling valt niet altijd samen met de verschillende episoden. In mijn vertaling heb ik gekozen voor een meer overzichtelijke indeling naar episode.
De dichter beschrijft in zijn dierenepos de lotgevallen van de vraatzuchtige wolf Isegrim en zijn vijandschap met zijn voornaamste tegenstander Reynaert de vos en met andere dieren. In de eerste episode, De geschiedenis met de ham, is de wolf de vos te slim af en vreet alleen de ham op die ze zouden delen, maar daarna gaat het steeds verder bergafwaarts met hem. In Isegrim visser maakt Reynaert Isegrim wijs dat de vis voor het oprapen ligt in een wak, waarin de wolf vervolgens met zijn staart vastvriest. Daarna wordt Isegrim door dorpers, die de vos heeft meegelokt, in elkaar geslagen en verliest hij zijn staart. In de volgende episode, Isegrim landmeter, ramt een viertal rammen de wolf in elkaar, onder het toeziend oog van de vos. In Aan het hof van de koning wordt Isegrim gevild door toedoen van een list van de vos, zodat koning leeuw in de wolvenhuid zijn ziekte kan uitzweten. Wanneer de koning hersteld is, leest Bruun de beer een aantal verhalen voor waarin wordt verteld hoe de vijandschap tussen wolf en vos is ontstaan.
Dit binnenverhaal begint met De bedevaart. Onder leiding van Reynaert de vos trekt een groep dieren door het bos. 's Nachts krijgen ze bezoek van Isegrim, die hen wil verslinden, maar uiteindelijk wordt de wolf vreselijk afgeranseld. Isegrim druipt af en keert even later terug met een groep soortgenoten, maar dankzij een list van de vos slaan de dieren ook deze aanval af. In het volgende verhaal, De vos en de haan, speelt Isegrim geen rol, maar wordt verteld hoe de haan Sprotien de vos te slim af is. In Isegrim in het klooster weet Reynaert Isegrim zover te krijgen dat hij in het Gentse klooster Sint-Pieters intreedt als monnik. De vos maakt dan van de gelegenheid gebruik om Isegrims kinderen te mishandelen en zijn vrouw te verkrachten (Reynaert en de wolvin). Ondertussen wordt de wolf door de woedende broeders het klooster uitgeslagen omdat hij veel te veel wijn heeft gedronken. Wanneer wolf en wolvin elkaar hebben verteld hoe ze door toedoen van Reynaert hebben geleden, is het binnenverhaal afgelopen.
Op de terugweg van het hof naar huis krijgt de gevilde wolf een keiharde trap van het paard Corvigaar (Isegrim en Corvigaar) en een kopstoot van de ram Jozef (Isegrim en Jozef). In de volgende episode (De verdeling van de buit) lokt Reynaert koning leeuw mee naar Isegrims huis om daar te gaan dineren. Bij het verdelen van een kalf wordt de wolf weer gevild, nu door de koning persoonlijk, omdat hij in de ogen van de koning het vlees niet eerlijk verdeelde. In de voorlaatste episode, Isegrims eed, lokt Reynaert de wolf mee naar een wolfsklem, waaruit Isegrim zich pas kan bevrijden wanneer hij zijn poot heeft afgebeten. Uiteindelijk komt de wolf terecht bij de zeug Salaura (Isegrims dood). Hij denkt dat hij haar kan overmeesteren, maar ze is hem te slim af, waarna hij ten prooi valt aan een kudde varkens en volledig wordt verslonden. Aan het eind van het verhaal leest de vos Salaura de les en spreekt tot slot zijn gestorven oom Isegrim kort toe.