grafiek
■ Erwin Verzandvoort
Reynaertkopergravures duiken op bij Antiquariaat Erik Tonen
Op de drieëntwintigste European Antiquarian Book and Print Fair te Amsterdam, gehouden van 18 tot 20 januari 2002, bood Antiquariaat Erik Tonen uit Antwerpen een set van negen originele Reynaertkopergravures aan. Deze gravures werden uitgebracht in een mooie, goed verzorgde lijst voor 5550 euro.
Deze negen gravures werden oorspronkelijk gebruikt voor de uitgave: Le Renard ou le procez des bestes, uitgegeven door J. Panneels en Charles de Vos te Brussel in 1739. Een zeer nauwkeurige en geheel kloppende bibliografische beschrijving van dit boek is te vinden bij Hubertus Menke, 1992, p. 85-87.
In het boek staan in totaal 22 verschillende afbeeldingen: één afbeelding op de titelpagina en 21 binnen het tekstgedeelte.
De door Erik Tonen aangeboden kopergravures stellen de volgende scènes voor:
1. | Grimbeert de das verdedigt Reynaert bij de koning en koningin; |
2. | Cantecleer de haan en zijn overgebleven kinderen arriveren met de dode Coppe, op een lijkbaar gelegen, bij koning Nobel en zijn vrouw; |
3. | Na vele tegen hem uitgebrachte klachten arriveert Reynaert bij koning Nobel, gezeten op een heuse troon; |
4. | Reynaert wordt vrijgesproken en Isegrim en Bruun worden gevangen genomen. Reynaert en het koninklijk paar kijken toe; |
5. | Isegrim en Bruun worden door een aantal apen zwaar mishandeld voor Reynaerts pelgrimsuitrusting; |
6. | Reynaert vermoordt Cuwaert de haas; |
7. | Belijn de ram arriveert bij het hof met de kop van Cuwaert in de pelgrimstas van Reynaert, die heeft hij meegekregen om de belangrijke brieven te dragen; |
8. | Het tweegevecht tussen Isegrim en Reynaert; |
9. | Reynaert als de ultieme overwinnaar bij het koninklijk paar. Op de achtergrond zijn apen te zien die op drie bazuinen blazen. |
In het origineel zijn deze illustraties afgebeeld op de pagina's 5, 8, 41, 54, 59, 64, 70, 121 en 127. (Ik heb hiervoor gebruik gemaakt van een complete fotokopie van het exemplaar uit de collectie van Wilfried Grauwels, Portugal). Het zijn achtereenvolgens de nummers: 3, 4, 11, 14, 15, 16, 17, 21 en 22 (de illustratie op de titelpagina is hier nummer 1). In de catalogus van de Amsterdamse beurs staat: ‘ïllustrated with 21 engravings’; de titelillustratie wordt niet meegeteld. Erik Tonen ontving overigens via een omweg de juiste gegevens van ondergetekende.
De oorsprong van deze afbeeldingen is voor een deel terug te voeren op de houtsneden van E. Quellijn en J.C. Jegher. Zij maakten hun illustraties voor een uitgave uit 1651 voor de Antwerpse drukker Jacob Mesens bij de rijmbewerking van Segher van Dort (zie Menke). Een aantal kopergravures is voorzien van een monogram: ‘B.L.: fec.; Lefils of, B’. Wie dit is/zijn, is niet bekend.