| |
| |
| |
grafiek
■ Willy Feliers
Antoon Vermeylen, glazenier en graficus
Zijn grote kwaliteit zit vooral in zijn manier van graveren. Bij de keuze van zijn onderwerpen komen vooral de anekdotisch verhalende thema's aan bod. Hij wil telkens iets mededelen en dat zien we ook in zijn glasramen en in zijn exlibris, waarbij het accent ligt op een particuliere trek van de opdrachtgever. In zijn zwart-wit composities treft zijn liefde voor de mens en de natuur, geaccentueerd door zijn zin voor het detail.
(Gerard Gaudaen, Antoon Vermeylen 70 jaar, in: Boekmerk, p. 172)
Op 27 juli 2001 vierde Antoon Vermeylen met zijn Hongaarse levensgezellin Hermina Horváth zijn zeventigste verjaardag met een tentoonstelling in Boedapest. Het was de tweede tentoonstelling in Hongarije van Vermeylens werk uit een reeks van drie. De eerste (samen met Hermina Horváth) vond plaats in het voorjaar 2001 in Galéria Parafa te Hajdúböszörmény in het kader van de manifestatie ‘Internationale kunstenaars voor de Jeugd’, georganiseerd door de Pedagogische Universiteit. De derde tentoonstelling (van eind augustus tot eind september) vond plaats in het Kapoli-Museum és Galéria in Balatonlelle.
Op de tentoonstelling in Boedapest in de Vincenze Galéria-Szent Mihály Kápolna-Budai Vár-Halábastya (de Sint-Michaëlskapel in de Burcht bij het Vissersbastion) kreeg Antoon Vermeylen zijn prachtige Liber amicorum. Over deze feestelijke dag laat ik hier Antoon zelf aan het woord: ‘Op de viering in Budapest waren Frank-Ivo van Damme en Joke van den Brandt uiteraard aanwezig. Joke en de Hongaarse dichter Király Zoltan hebben er de inleiding uitgesproken. Daarnaast waren uit Vlaanderen nog speciaal aangekomen Stefaan en Suzanne Gilliams. Stefaan is eremagistraat-Kamervoorzitter in het Arbeidshof te Antwerpen en bezit een uitgebreide verzameling glasramen en grafiek van me. Ook aanwezig was de heer Ambassadeur van België in Budapest.’ Er was ook een grote groep Hongaarse beeldende kunstenaars en het bijna volledige bestuur van de Hongaarse ex-librisvereniging Kisgrafika.
De tentoonstelling bestond hoofdzakelijk uit glasramen, waaronder de twee panelen Reynaert en Tybaert, die ook op de tentoonstelling in Kruibeke (Reynaert in de Kunst) te zien waren en een ovaal glasraam Reynaert op rust tijdens zijn pelgrimstocht. Verder veelal onderwerpen geïnspireerd door de natuur: dieren, bloemen en paddestoelen; ook enkele thema's op volksliederen, jagers, vissers, Tijl Uilenspiegel en Nele, Mercator en glasramen geïnspireerd door kalligrafische motieven.
Het hoogtepunt van de tentoonstelling in Boedapest was het overhandigen van het Liber amicorum aan Antoon, door de Hongaarse papierschepper Vincze László. László had de bijdragen op zijn mooi geschept papier gebundeld in een letterlijk lijvig, prachtig ingebonden boek. Het boek bevat bijna honderd bladen, waarbij vele kalligrafische (o.a. enkele van Joke van den Brandt en Frans Lasure uit België, Hannu Paalasmaa uit Finland en vele andere), een portret in houtgravure van
| |
| |
Afb. 2
Antoon door Gerard Gaudaen (zie p. 22), een pop-up illustratie van Frank-Ivo, grafisch werk van Wim de Cock, Wim Zwiers, Rudolf Riess, David Bekker, Werner Pfeiler en vele anderen. Freddy van Bogget, voorzitter van de Orde van de Vossenstaart, beschrijft in zijn Iudieke stijl een anekdote over het ex-libris ( Reinaert pelgrim, afb. 2) dat Antoon voor hem sneed en Peter Everaers bezorgde de aanvang van het Reynaertverhaal in houtsnede. Boeiend is ook een volledig stripverhaal van Shana Eeckhout uit het zesde leerjaar van de Reynaertschool te Kruibeke.
Stefan Gilliams schreef twee artikels voor het Liber amicorum: Toon (kalligrafisch) Vermeylen, de graficus en Vermeylen, de glazenier. De artikels zijn omkaderd door groen-rood kalligrafisch in elkaar gevlochten AVA letters en een grote kalligrafische T- initiaal in de titel. Verder poëzie van Király Zoltan, Dr. Emil Kunze, Bert Peleman e.a. Speciaal is de postzegel (afb. 3) ‘Antoon Vermeylen 70 Éves’ (70 jaar) door
| |
| |
Afb. 3
Ligeti Gábor, de galerijhouder van het Kapoli-Museum en Galéria te Batonlelle. Hier in Batonlelle werd Vermeylen nogmaals gehuldigd door de burgemeester en de plaatselijke vriendenkring bij de opening van de derde tentoonstelling van zijn werk op 29 augustus.
Antoon Vermeylen werd op 27 juli 1931 te Antwerpen geboren. Hij kreeg zijn opleiding tot graficus aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Antwerpen en hij voltooide zijn opleiding aan het Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten te Antwerpen bij professor Joz. Hendrickx (diepdruk, kopergravure en lithografie) en Mark Severin (houtgravure en andere hoogdruktechnieken). Hij behaalde tevens het Laureaatschap (1959) aan het Hoger Instituut voor Drukkunst van het Plantin-Genootschap Antwerpen. Hij was leerling en assistent in het atelier van glazenier Jan Wouters in Hove.
Antoon Vermeylen was leraar aan verschillende scholen en zijn laatste leraarsperiode (1983-1993) was aan de Stedelijke Academie voor Beeldende Kunsten te Merksem-Antwerpen.
Voor zijn prijzen en onderscheidingen wil ik mij beperken tot een kleine greep. In 1961 behaalde Vermeylen de tweede plaats in de ‘Prijs Baron de Brouwer’ (idem in 1963). In 1977 ontving hij de ‘Prijs Victor Stuyvaert’ voor houtgravure met een Reynaert-ex-libris voor Johan de Batist. In 1983 volgde de ‘Houtgravureprijs Lucas Cranach de Oude’, uitgeschreven door de stad Kronach in Duitsland (afb. 4). Vermeylen won ook tweemaal een medaille op de Exlibrisbiënnales van Malbork in Polen, respectievelijk in 1984 en 1986.
| |
| |
Afb. 4
| |
De glazenier
In zijn curriculum vitae schrijft Antoon Frans Vermeylen: ‘Glazenier, (klassieke techniek van het glasraam)’. Na een korte opgave van enkele verwezenlijkte glasramen volgt: ‘Graficus, exlibrisontwerper, houtgraveur, illustrator’.
Antoon Vermeylen voelt zich dus evenzeer glazenier als graficus. Ook Gerard Gaudaen vermeldt eerst zijn glasramen. Voor zijn glazenierswerk verwijst hij onder andere naar de doopkapel van de Sint-Antoniuskerk te Brasschaat, het Sint-Elooiraam in het Technicum te Antwerpen en de glasramen in het Funerarium van Cuyck te Merksem en naar de vele glasramen in privé-bezit in binnen- en buitenland. Ik zal mij beperken tot één glasraam in privé-bezit.
Een van de mooiste Waaslandse dorpen is Meerdonk. Omringd door geulen, kreken en polders ligt dit dorp in een natuurlijke oase van groen.
Je smaakt er de lucht, je ademt de aarde
en Brueghel snijdt kleurrijk een moot uit de tijd
met Korneel die bij boeren de stuipen bedaarde.
En langs de dijken, een fuga van eeuwigheid.
(H.H.)
| |
| |
Afb. 5
In het huis van tandarts Roger Renckens (overleden in 2001) vinden we een glasraam (afb. 5) van Antoon Vermeylen. Als je vanuit huize Renckens richting zuidwesten het dorp verlaat, loop je over een bijna rechte dijk pardoes in de Grote Geule.
De poel ligt loodzwaar in een schrijn van riet
en wolken groen ontzaglijk neergezonken,
verlevendigd door weerlichten en vonken
wanneer een glimp van zon te voorschijn schiet.
Toen het huis van Renckens afgewerkt was, vroeg hij mij naar een motief en een kunstenaar om een glasraam te plaatsen. Ik dacht aan de Reynaert en Kriekeputte nabij de Grote Geule.
| |
| |
Afb. 6
Ik zocht de zeven berken die de vos
toen hij de doodskou van zijn ribben keerde
destijds aan koning Nobel signaleerde,
de Kriekepit in het verwilderde bos.
Ik bracht Renckens in contact met Antoon Vermeylen en Toon ontwierp een mooi glasraam met Reynaert als tandarts.
Triomfantelijk staat Reynaert te pronken met een getrokken tand. Het past hem wel, hij is in zijn rol, hij heeft al velen figuurlijk een tand getrokken. Op het eerste gezicht lijkt de tang wel de kop van een kip of een gans (zeker in kleur). Reynaert is omlijst door een krans van bomen, planten en bloemen. Het is geen willekeurige krans van groen, maar een zeer zorgvuldig gekozen selectie. Hermina Horváth schreef in het Hongaarse tijdschrift Kertbarát (letterlijk ‘vriend van de tuin’) een artikel A fogorvos ablaka (het glasraam van de tandarts) met de beschrijving van alle bomen en planten die Antoon in het glasraam heeft afgebeeld en die alle heilzaam zijn tegen tandpijn.
| |
| |
De Vermeylen-verzamelaar Stefan Gilliams schrijft:
Nog afgezien van het bezit van talrijke van zijn grafische werken mag ik mij misschien ook de gelukkige eigenaar achten van meerdere producten van Vermeylens glazenierkunst (o.a. Reinaerts hofdag) die voor mij als het ware een klein privé-museum uitmaken, een oeuvre waarop ik nauwelijks uitgekeken raak. Een schijnbaar verglaasde rust die, haast onopvallend, getuigt van innerlijke spanning, van rust in beweging. [...] van het onverwachte detail en de trefzekere toetsen van tussendoorse humor die je door hun verrassende vindingrijkheid charmeren. [...] een glimp van verstild mysterie of tintelende satire.
Gevoel voor satire: het kon dus niet anders of we vinden veel Reynaertinspiratie in Vermeylens werk, ook in zijn grafiek.
| |
De graficus van gelegenheidsprenten en illustraties
De gelegenheidsprenten zijn veelal nieuwjaarswensen, zowel voor privé-personen als voor firma's. Daarbij vinden we ook enkele prenten geïnspireerd door de Reynaert.
Voor de firma ABC Distingo heeft Vermeylen als nieuwjaarskaart enkele gekleurde lino's gemaakt. Op de kaart voor 1973, Folkloristische figuren van Antwerpen en het Scheldeland (afb. 6), zien we Reynaert die vanuit het Waasland op de linker Scheldeoever achter Lange Wapper aanstapt. De duivelse Lange Wapper grijpt over de Schelde naar Antwerpen. Vanop het Steen wordt hij door Brabo met zwanenzwaard (Brabo is niet alleen de Handwerper, maar ook de Zwaanridder) aangevallen. Lange Wappers komst is niet gewenst, ‘de meest “gefaloueerde” van alle duivels - om een Antwerpse uitdrukking te gebruiken - is wel die valse en onbetrouwbare Lange Wapper, de schrik van de Sinjorenstad.’ (K.C. Peeters in Eigen Aard, p. 148). Verder zullen we zien dat Reynaert met de duivelse Lange Wapper goede maatjes kon zijn.
Voor Stef en Suzanne Gilliams heeft Vermeylen in 1990 een originele Reynaertnieuwjaarskaart (afb. 7) in lino gesneden. De ‘wijze mannen raad’ van de engelbewaarder op de banderolle wordt door de duivel snel en boosaardig veranderd. Zoals hoger reeds vermeld is Gilliams magistraat. Op de prent troont hij als Reynaert aan het hoofd van de tafel met zijn griffier Botsaert aan het lagereinde. Nobel heeft alleen belangstelling voor maaltijdcheques en Belijn kijkt verwonderd naar wat 1990 brengen zal.
Vermeylen verzorgde ook de boekillustraties voor zowel de Vlaamse volkshumor door Jack Verstappen en Gerard Simons als voor Vlaamse aftelrijmen - Gitschotelbuurschap '35 door Ferdi van de Vijver.
| |
Ex-libris
Antoon Vermeylen maakte zijn eerste ex-libris in 1956. Eind 2001 is zijn opuslijst aangegroeid tot nummer 274. Het jongste nummer is een ex-libris voor de
| |
| |
Afb. 7
Nederlandse verzamelaar Guus Willemsen: Kat op stokpaard. Het verzamelthema van Guus Willemsen is paarden. We zien een mooi gegraveerde kat (wat een Tybeert) die paardje rijdt op een stok met paardenkop.
Bijna tien procent van Vermeylens ex-libris zijn Reynaert-ex-libris (22 in totaal). Op opus 6 (1958) zien we reeds zijn eerste vos verschijnen, heel toepasselijk voor Jos Renard. Een zittende vos leest met een expressieve snuit in zijn vitae: Van den Vos Reynaerde lezen we op de omslag.
Antoon Vermeylen heeft iets met Reynaert, maar ook - zoals we reeds zagen - met Lange Wapper. Ook op een van zijn vroege (1991) ex-libris, Lange Wapper en Reynaert (afb. 8), brengt hij de twee samen. Reynaert schudt de volgens prof. K.C. Peeters diabolische Lange Wapper broederlijk de hand. Aan de schilden in de benedenhoeken zien we dat Antwerpen het Waasland de hand schudt. Heeft Lange Wapper zijn oog laten vallen op de mooie Wase polders en zoekt hij in Reynaert een bondgenoot?
Vermeylen maakte zes Reynaert-ex-libris voor Johan de Batist. Johan de Batist (1907-1984) was een meubelmaker die al zijn vrije tijd besteedde aan zijn hobby's: literatuur, heemkunde en ex-libris verzamelen. Hij zocht zijn thema's dan ook in literatuur en folklore. Hij was lid van Gitschotelbuurschap, de heemkundige kring van Borgerhout, waar hij ieder jaar een ex-libristentoonstelling inrichtte.
In 1970 graveerde Vermeylen een tweede Reynaert-ex-libris voor Johan de Batist: Reinaert voor de galg (opus 55), gekleed als een heer van stand, staat reeds onder de lus van de galgkoord en Tiecelijn zit glunderend op de dwarsbalk. (Zie: Reynaert bloemleest Tiecelijn, p. 32). Guus Willemsen typeert dit ex-libris in het Liber amicorum Antoon Vermeylen:
| |
| |
Afb. 8
Even knap, en door zijn eenvoud mogelijk nog artistieker, is opus 55 van Reynaert de vos met de raaf Tiecelijn veilig boven op de galg. De dikke houten galg geeft het prentje zijn vastigheid, doordat hij vrij in het wit staat. De naam van de opdrachtgever [...] komt mooi uit tegen het zwart van de ondergrond. Het prevelende vosje met een rond hoofddeksel en in zwarte jas is Antoon op zijn best. De vacht van de vos is nauwkeurig gespikkeld, iets wat in de Vermeylen-stijl tot de artistieke hoogtepunten van zijn ex-librisoeuvre zal leiden.
Met opus 71, Reintje de Vos voor Koning Nobel (afb. 9), ook een houtgravure-exlibris voor Johan de Batist, won Antoon Vermeylen in 1977 de ‘Prijs Victor Stuyvaert’ in de Internationale Exlibriswedstrijd Sint-Niklaas. Reynaert, geknield voor een hautaine Nobel, vraagt met gestrekte pootjes om genade. De galg op de heuvel in de achtergrond is diep zwart, donker en dreigend.
Het laatste Reynaert-ex-libris voor Johan de Batist is een houtgravure uit 1981: Reinaert grijpt eend. Daarna moeten we tien jaar wachten op nieuwe Reynaertinspiratie bij Toon Vermeylen.
| |
| |
Afb. 9
Hij graveert in 1991 een Reintje de Vos-ex-libris voor Magda Willems (opus 202). Opus 203 is Reinaert als pelgrim voor Julien de Cuyper; opus 210 Reinaert voor het gerechtshof voor de Duitse ex-librisverzamelaarster Brigitta Lizinski. (De nummers 203 en 210 werden reeds in Tiecelijn, in jaargang 5, p. 73 en jaargang 8, p. 124 gepubliceerd).
Voor het archief van de Luxemburgse ex-librisvereniging Collection Cercle Pierre Roberti maakte Vermeylen een kopergravure-aquatint ex-libris (afb. 10). Rond het wapenschild zien we de Reynaertfiguren als ex-librisverzamelaars. Tibeert is ijverig aan het archiveren, terwijl Grimbeert zijn verzameling slordig rondstrooit. Linksboven geniet Reynaert van enkele mooie prenten. Bruun wil zich als ex-libris-specialist manifesteren.
In Tiecelijn jaargang 12, p.177-183 hebben we uitgebreid geschreven over de Luxemburgse Renert van Michel Rodange. Er is bij de Luxemburgse ex-librisverzamelaars een ruime belangstelling voor de Renert (ex-libris voor Armand Bohr, respectievelijk gemaakt door H. Pauwels en A. Vermeylen).
Voor A. Bohr ontwierp Vermeylen een van zijn mooiste Reynaert/Renert-ex-libris: Reinaert voor het hof van koning Nobel (afb. 11). Qua compositie, bek- en lichaamsexpressie van het koningspaar en de dieren die mede hofhouden, is dit een zeer mooie prent. De logge Bruun, de speelse vinnig ogende Reynaert, de prachtige Tibeert, de vleugelwiekende Cantecleer en het bange kopje van Cuwaert zijn met meesterschap gegraveerd. Volgens G. Willemsen bestaat Vermeylens late werk uit meesterlijke ex-libris. In deze prent geven de zwart-wit- en grijstonen een levendig beeld van de diverse pelsdieren. De kat typeert hij als een grafisch juweeltje.
| |
| |
Afb. 10
| |
Antoon Vermeylens zeventigste verjaardag in Exlibriswereld en Boekmerk
Naar aanleiding van Vermeylens zeventigste verjaardag getuigden enkele vrienden:
Zijn boekmerken hebben een eigen stijl en een typerende inhoud. Ze vertellen over cultuur, folklore en het dagelijkse leven. Niet zelden brengen ze bij de beschouwer een glimlach om de mond. En juist dit laatste vind ik passend voor het grafisch werk van Antoon Vermeylen. Ik bekijk het steeds met plezier. Het is ontwapenend, eerlijk en open. En daardoor stelt hij zich vaak kwetsbaar op.
(Jos van Waterschoot, in: Exlibriswereld).
Naast Antoon Vermeylen als kunstenaar is er ook Toon Vermeylen als mens: bescheiden, wars van pretentie maar met respect voor de medemens, waardevol in trouwe vriendschap, met dienstbaarheid tegenover zijn collega's en leerlingen en altijd bereid om te helpen waar mogelijk.
Het zijn kwaliteiten die men niet direct waarneemt in zijn grafisch oeuvre. Of toch? Nergens is zijn werk gewelddadig, wreed of agressief; het is eerder vriendelijk, men kan het bekijken met de
| |
| |
Afb. 11
glimlach en genieten van de humoristische vondsten. Via zijn burijnen injecteert hij zijn hart in de houtblokken, die zijn goed karakter uitstralen. Laat ons samen met hem toosten en nog vele jaren creatieve arbeid en een ad multos annos toewensen.
(Gerard Gaudaen, in: Boekmerk).
Ondertussen is het al 2002, maar Toon is nu nog altijd 70 jaar. Tiecelijn wenst (met wat vertraging) de belangrijke kunstenaar en de aimable mens Antoon Vermeylen nog vele creatieve en gelukkige jaren. Toon, laat Reynaert nog maar eens glinsteren in je mooie glasramen of snijdt hem uit een blok.
| |
Geraadpleegde literatuur
G. Gaudaen, Antoon Vermeylen 70 jaar, in: Boekmerk, 3 (2001), p.172-175. |
K.C. Peeters, Eigen Aard. Overzicht van het Vlaamse volksleven, Antwerpen, 1963. |
R. van Daele, M. Ryssen, H. Heyse, Het Land van Reynaert, Leuven, 1993. |
R. van Daele, M. Ryssen, E. Verzandvoort, (red.), Reynaert bloemleest Tiecelijn, Sint-Niklaas, 1993. |
J. van Waterschoot, Antoon Vermeylen 70 jaar, in: Exlibriswereld, 4 (2001), p. 203. |
G. Willemsen, Liber Amicorum Antoon Vermeylen, 2001. |
|
|