| |
| |
| |
Ye Mimi
Een mot legde haar eitjes in mijn oksel en stierf toen
Vertaling: Silvia Marijnissen
Een mot legde haar eitjes in mijn oksel en stierf toen
ooit komt er een dag / dat regen niet nat is de weg niet effen gras niet droog paraplu's
niet kapot / dat de lucht gebroken is / strand en branding uit elkaar
/ dat een briesje melktandjes onthult / wolken meer van lachen houden dan mist
dan wil iedereen / zijn eigen telefooncel betrekken / daarin een hond houden
/ of een pauw / of een poes
elke veertien dagen een zak munten uitgeven / tweemaal per maand luchtspray
en schijfvormig geschoren haar / en een verplichte zwarte zonnebril
's winters in regenkleding / 's zomers in bikini / een willekeurige maat sandalen
/ en kousen in een kleur die neigt naar appel / groen
iemand belt naar / iemand anders / en iemand anders
/ en zo wordt er onophoudelijk / verder gebeld
uiteindelijk belt eentje ten slotte naar / de eerste / ooit
hij zegt / hallo / de eerste zegt ook / hallo
hij zegt / gisteravond / legde een mot haar eitjes in mijn oksel
en stierf toen / dat kon hij niet meer zeggen
/ voor hij ophing / hingen ze allemaal op
elk jaar met het Drakenbootfestival / wisselt iedereen zijn telefooncel uit
draagt zijn eigen kat / of pauw / of hond
na enig rumoer / vleien ze zich tegen elkaar
/ spelen samen een polonaise / met de toetsen van hun telefoon
/ dit is de enige feestdag
| |
| |
waterval / antwoordt hij / flauwtjes
wie ben je / vraagt ze nogmaals / verbluft / aan de hoorn
weet je wel / water / valt
valt met geluid / bedekt en verspert / alles
/ zoals een pianoklep / wc-klep / brievenbusklep
ik hou van jou / zegt zij
hij overspoelt haar / heel snel
een hermetische telefooncel / glas is transparant / gevoel van in een auto zitten
/ moeiteloos heen en weer schieten / oversijpelende landschappen
hun taalbouwsels dwarelen als papiersnippers / van de mond het oor in
en stapelen zich via het oor op in het hart
ooit komt er een dag dat iedereen alles gezegd heeft / tegen iedereen
willekeurige overdreven metaforen
gebrekkige stijlfiguren / willekeurige eindeloze klachten en liefdesuitingen
dan zal iedereen / aan de telefoondraad frunniken
/ en tegelijkertijd / zwaaiend met een schaar knip / knip
/ hoorn en apparaat scheiden
dat is het moment / om aan iedereen tomatensap uit te delen
als betekenisvolle beloning
/ o / rotzooi maar niet / met iedereen
/ wij willen allemaal onze borstvinnen uitslaan / vrolijk leven
ze willen het allemaal zingen
/ en vloeken daarna kort / #@%$!!
het klinkt als een olijf / zoet / schoon
| |
| |
dat vlinders onregelmatige rechthoeken zijn / kamelen heuvels voortbrengen
/ bruggen mistroostiger zijn dan slangen
/ mieren sterker dan kogels / krachtiger
dan zal iedereen / zijn eigen telefooncel betrekken
/ en alles zeggen / als een fruitpers / die op hoge snelheid draait
/ de ha ha hatsjie van een windbel
| |
| |
| |
En hoe zwart is het?
‘Zwart genoeg om drie oude straten af te lopen.’
‘Alleen... alleen als ik naar het strand ga.’
‘Daar stelen muggen elke avond een beetje van...’
| |
| |
| |
Hoe meer ze wagent hoe verder
Ze verzamelt allerlei kleuren lege flessen, marineert komkommers uit verschillende jaren.
Begiet de bloemen op tijd met het zondagse schuim. Heeft thuis een koe, een man en een
inktsteen. Maakt in de hof vaak een schuine draad. Stapt soms onvoorzichtig over een
paar kattenkopjes. Explosies deren haar niet, beschouwt ze als hondengeblaf in een
pan. Houdt ervan om larve-achtige karakters te schrijven, larve voor larve. Heeft in haar
buik een bord vol babykruimels gekweekt, glanzend als glazen knikkers.
Op een dag trekken ze een spoorrail naar haar, leren haar rook uit haar kruin te stoten.
Dan komt ze dus aangewagend. Tegenover de spoorrail, tegenover de spanten.
Ik ben precies. Ik ben ondeugend. Ik ben zwaartekracht.
Wie staat aan wiens grens?
Wanneer ze onder het raam voorbijwagent, staart haar man in het raam naar haar.
Wisselstroom vast in de hand.
Hij laat het hoofd hangen, als oude kaneel in een container.
Haar koe staart in het raam naar haar. Haar inktsteen staart in het raam naar haar.
Ze zijn verbijsterd, persen onophoudelijk inkt en melk uit hun ogen,
Eenzaamheid is wat zoeter dan water.
Vis is toch krokanter én zachter dan zee.
Vanaf nu zal ik de woestenij gaan woestenijen.
Hoe meer ze wagent hoe verder.
| |
| |
| |
2 Nachten 9 geheimen - voor mijn 29ste verjaardag
het tempo van haar ontsnapping vertraagt toch blijft ze slechte poëzie schrijven
gloeiend... hete thee drinkend obscure onderwerpen afwijzend
ogen zijn post-it-velletjes soms licht soms donker
zich soms terugtrekkend als een overstroming
na zoveel jaren houdt ze nog steeds van de plaats aan het raam
in het landschap is zee is sneeuw zijn mensen zijn oude straten
en er vliegen zachtaardige kamelen
wanneer donkere wolken samentrekken omschrijft zij met anderen zichzelf:
amusant en energieverslindend. Hoe warmer hoe stabieler. Hoe kouder hoe bloeiender.
ze zou eigenlijk best een lamp kunnen zijn een boom
in ieder geval was het enkel een kwestie van vorm zei ze
ze heeft een paar intrinsieke risico's genomen
wisselt vaak van electriciteitsbron in haar hart
wat ze droomt is altijd meer dan wat ze ziet en woorden zijn muziek
natuurlijk doorgaans verstopt ze zich in het lichaam van een kind
meet deze wereld met de lengte van een kind
| |
| |
| |
Ik wist niet dat jij niet wist dat ik niet wist, voor S
ik wist niet hoe ver de lente kon gaan
maar ten slotte op een avond voor de wolken waren veranderd
in regen of wegen toen kraaien de wacht hielden
hadden wij de crème brûlée al opgegeten
het begon allemaal met een zwarte sinaasappel
zijn zangstem als een lang wegennet
was naast een onophoudelijk kolkende rivier
in het spoor van de kolkende maalstroom
wanneer de noordoostmoessons beginnen te zieden en razen
is het tijd om de shiitake af te snijden
in een ronde pan te doen en samen met een lach te laten rollen
dit is onze herinneringspenning van herfst en winter
op de middag nadert de trein het station als een netjes gevuld lunchtrommeltje
jij gooit je regenjas neer gaat er vandoor
laat mij overhellende rijmoefeningen verzinnen:
langs de rand van de afgrond gaan
terwijl spoken in de kelder staan
voor marsmannetjes in de nacht
drinkt een fles spaans leeg
voor de volgende onbekende smakelijke reis
| |
| |
| |
Een blind date laat hem braak
De achtergrond is zoutvlokkig groen. Hun verdriet is samengebrond. Enkele kersen zijn
Haar rechterhand lijkt op een crackertje. Verspreide vingerafdrukken fluiten zacht in de
Juist nu de lente ontvouwt \ hebben zij een blind date \ in zijn hand een donderslag \
zij sluit haar ogen als was ze een lege plaats \ iemand maakt muziek \ iemand komt
aanlopen met een caramel macchiato \ iemand levert de nacht \ hij maakt een licht
paarse donderafdruk door zacht te knijpen \ zij vindt eenzaamheid prachtig en lekker
van smaak \ besluit hem verder braak te laten
| |
| |
| |
Rode regenjas
Ze is in een copyshop, hij vraagt haar een rode regenjas te leen.
Hij schudt onophoudelijk zijn handen als een accu.
Aan een stuk door doen mensen papier in de machine,
printen een stapel vingerafdrukken en kattensnorharen.
Ze geeft hem een paraplu,
hoofschuddend zegt hij dat hij alleen een - rode - regenjas wil.
Zij begint met wol het lot te breien.
Het geluid van de machines is verstikkend, sjjj, klik klik, sjjj.
Morgen leen ik hem pas, zegt ze.
Hij zegt, dan kom ik morgen niet meer.
Hij heeft een erg nasale stem.
Iedere keer als het regent, denkt ze aan vliegende vissen boven zee.
Een van zijn familieleden is piloot.
Hij zegt, geef me een - rode - regenjas.
Zij komt met een doos lekkere ijsjes.
Hij gaat op de grond zitten, als een modderstrand.
Haar wriemelende tong overtreft een speedboot.
O jee, o jee, de machines hebben geleidelijk geen adem meer.
Iemand stopt hem een halve sinaasappelschil toe.
Onder zijn oksel zit een libel.
Kwaad steekt zij haar hand in de machine, print een zin:
Wat mankeer je eigenlijk?
Hij zegt, mijn liefde wil maar niet ontdooien.
| |
| |
| |
De lente zal niet komen
maar de winter laat nog een deken achter zoveel
huid van iedereen heeft nog een huls / haren
lang gegroeid als een gedicht of / winterse liefdesliedjes
wanneer donkere wolken opstijgen
zijn ze zwaar als oude kranten
al het verlopen nieuws wordt bij elkaar geveegd
schimmelend sap stroomt eruit / verandert in zwarte katoenregen
later bedekt sneeuw alles / vanaf de bergtop tot zo ver je naar beneden kunt kijken
iedereen voelt een vlaag van leegte
ze rennen zelfs door een dal de kou in
verzinnen het spelletje rollende hagelstenen
hoe dan ook / de lente zal niet komen
eindelijk van zichzelf een cake te bakken
vermomd in een puddingkleurige schaal
voelt hij zich veilig / niet zo slap
niet zo verlangend naar de lente
met een paar warme handschoenen aan
kan hij zichzelf opeten wanneer hij wil
(ter herinnering aan maart 2005, met sneeuw en hagelstenen)
| |
| |
| |
Een letterlijk houden
het is tegenwoordig erg populair om een letterlijk te houden
dat zijn het soort lijken dat graag tussen letters rondzwerft
het soort lijken dat het niet alleen leuk vindt om naar een let te kijken
maar dat ook altijd met een hoekstokje begint
dit soort lijken praat gewoonlijk erg letterlijk
maar die letterlijkheid heeft zo z'n stijl
hoe letterlijker het letterlijk hoe geliefder
iedere dag spreken vrouwen om 5 uur af bij postloket 55 op de 5de straat
en openen het pakketje letterlijken dat speciaal wordt gebracht op die tijd
een voor een pakken ze de duizelige letterlijken eruit
trekken hen stevig bij de hand mee
trekken de letterlijken mee naar de letterzee voor wat vertier met letterzetters
een zooitje letterlijken en een zooitje letterzetters die samen spelletjes doen
alsof ze een huisdierenvereniging zijn
wanneer een letterlijk aan zijn hoekstokje trekt betekent dat dat hij honger heeft
dan moet iedereen zich inspannen om een paar emmers sesamolie
en pompelmoezen te regelen
zodat het letterlijk zijn neusgaten opent en langzaam snuift
soms knippen ze letterwoorden uit de krant om aan de letterlijken voor te lezen
soms zingen ze een paar ranzige liederen voor hen
tot een letterlijk geleidelijk opzwelt als een rode leren bank zo warm en rond
dan gaat iedereen staan, doet de lichten uit en applaudisseert
sommigen stellen voor om de letterlijken vitamine C te geven
sommigen zeggen dat ze nieuwe kleren voor hen zouden moeten bestellen
sommigen willen canyoning met hen gaan doen in de bergen
sommigen verlangen ernaar kinderen met de letterlijken te krijgen
maar dat is een schending van de strenge regels ter bescherming van letterlijken
wanneer de klok zeven slaat
verdwijnt het minst letterlijke letterlijk het snelste
het langzaamst verdwijnende is het letterlijkste
iedereen voelt zich verscheurd om hen te laten gaan
dus gaan ze maar ter plekke uiteen in afwachting van de volgende keer
| |
| |
| |
Uit: Tingelende regen heeft een toegeeflijke betovering
leg ik het stukgezongen lied op jouw tong te drogen
tingelende regen heeft een toegeeflijke betovering
we zijn allemaal afgekoeld door de herfst
In zijn huid van aarde groeit een ovale uitputting.
en de verdwaalde mug kan van de melancholie in zijn aderen
langzaamaan een rubbing maken.
een tangerine-zon heeft mijn vogelkooi grondig gespoeld
zijn ruimtelijke time-out is zeer helder en luid
Vingertopjes zijn vonkkleurig.
Vertraag resultaten. Verdaag de bochel van de weduwe.
Onderliggende pijn. Lekkende vuist.
Ik wil tien seconden winter voor je afsnijden.
oerwoudwezens houden van zoute zeven
dragen glibberig nageboorte
eten tandgebakken koekjes
hun huid geurt naar mango
hun ogen zijn zachtaardige meertjes
soms overslapen soms overwaken
soms zonder aandacht soms gedachtenvol
soms tribuut geven soms valstrikken
soms een prachtig silhouet weglikken
soms met een vuist geheven je met anderen uitleven
|
|