treurigste gevoel dat ik ken is de weg weten in een gebouw dat niet meer bestaat.’ De gordijnen bollen op, maar dit huis zeilt niet weg.
^
Hij doet alsof hij een deur opent. Ik stap achter hem aan. ‘Hier lag een kokosmat.’ We doen alsof we onze schoenen vegen aan een kokosmat. ‘Hier links stond een commode, met daarop een opgezette marter.’ Hij maakt met zijn linkerhand een golfje in de lucht. Het is een gebaar dat veel kan betekenen. Ik weet: hij aait, hier in deze zandwoestijn, een opgezette marter.
^
Er is een man die de weg naar huis niet wilt verliezen. Hij is gemaakt van brooddeeg. Hij vertrekt. Elke paar meter plukt de man een kruimeltje van zichzelf, en laat het vallen. Eerst plukt hij een arm weg. Daarna zijn oren, en zijn neus. Vervolgens plukt hij een gat in zijn buik. In het volgende beeld kijken we door het gat van de man. In het gat zien we, in de verte, een klein huisje. Achter het raam staat een oude vrouw aan een tafel. De vrouw kneedt een klomp deeg. Aandoenlijk muziekje. Einde.
^
‘Zie je, hij heeft een roeste baard.’ Ik kijk met mijn moeder door het raam. Ze heeft een verroeste sleutel vast. ‘Ik zie het,’ zeg ik, binnensmonds en onderbroken. Het is de sleutel van haar ouderlijk huis, dat niet meer bestaat. Het is dinsdagmiddag. Ik denk aan mijn grootvader. Hij zei dat hij ros was omdat hij als kind te lang in de regen had gelegen.
^
‘Als je zo rechtdoor loopt kom je zo uit bij de woonkamer. Maar je vraagt naar mijn echte thuis? Kom, we gaan de trap op.’ We doen alsof we de trap op gaan door onze knieën hoog op te trekken. ‘Drieëntwintig treden. Ik weet het nog goed. Ik telde ze vaak als kind. Hier is een kleine overloop, met hier links de badkamer, en net daarnaast mijn kamer. Hier is het.’ Ik kijk om me heen. Zand.
^
Er is een man die bang is dat hij zijn ouders zal verliezen. Hij heeft eens gehoord dat het ongeluk altijd onverwachts komt. Daarom besluit hij om zoveel mogelijk het ongeluk te verwachten. Hij probeert zich intens in te beelden dat zijn ouders hem ontvallen. Wanneer hij de liefde voelt voor een vrouw, is hij bang ook haar te verliezen. Hij beeldt zich in hoe ook zij gruwelijk aan haar einde komt. Wanneer hij een dochter krijgt, betekent dat voor hem een nieuwe last. Nu moet hij ook voor haar