Nathalie Tabury
Subtiel machtsspel
Afgelopen september las ik voor het eerst een tekst van Caroline Lamarche (o1955, Luik), La Fin des abeillesGa naar eind1.. Ik was diep getroffen door dit prachtige, beeldende portret van een moeder waarin Lamarche het alledaagse tot poëzie verheft. Meteen daarna begon ik me in haar oeuvre te verdiepen. Le jour du chien (Minuit, 1996), door Rokus Hofstede in het Nederlands vertaald als De dag van de hond (Van Oorschot, 1999), was een ware ontdekking. Lamarche kreeg de prestigieuze Prix Victor Rossel voor dit ontroerende verhaal van zes mensen die op een lentedag een hond paniekerig op de middenberm van de snelweg zien lopen. Het jaar ervoor was La nuit l'après-midi (heruitgegeven bij Minuit in 1998) verschenen, dat gerelateerd is aan Carnets d'une soumise de province uit 2004 (Gallimard). In beide romans staat een bdsm-relatie centraal, die op een indringende manier vanuit het perspectief van het vrouwelijke hoofdpersonage wordt verteld. In La nuit l'après-midi reageert een vrouw na een prikkelende droom impulsief op een advertentie van een man die een onderdanige vrouw zoekt. Na de eerste ontmoeting besluit ze dat ze de man niet meer wil zien, dat het niets voor haar is, maar ze is toch dermate geïntrigeerd dat ze nog twee keer met hem afspreekt alvorens definitief het contact te verbreken. In Carnets d'une soumise de province volgt de lezer het verloop van een langere relatie, vanaf het prille, bijna extatische begin. De meester, die verder naamloos blijft, heeft de vrouw, die hij ‘Vosje’ noemt, de opdracht gegeven om een dagboek van hun relatie bij te houden en hem elke avond het resultaat door te sturen. In
zesendertig hoofdstukken volgt het relaas van een bijzondere liefde, maar ook van het subtiele machtsspel tussen de twee minnaars. De roman begint met een citaat uit De ervaringen van de jonge Törless van Robert Musil, waarin een gevoelige jongeman zijn driften ontdekt: ‘En als hij er overdag - bij het buitenspelen of in de klas - aan dacht dat hij 's avonds zijn brief zou schrijven, was het alsof hij aan een onzichtbare ketting een gouden sleutel droeg, waarmee hij zodra even niemand keek de poort naar prachtige tuinen zou openen.’Ga naar eind2. Carnets d'une soumise de province is in zekere zin het verslag van de erotische, maar ook de persoonlijke ontdekkingstocht van het vrouwelijke hoofdpersonage en net als in La nuit l'après-midi speelt de verbeelding hier een belangrijke rol. Die verbeelding kan opwindend of beangstigend zijn, maar blijkt vaak helaas niet met de realiteit overeen te stemmen, wat regelmatig tot teleurstelling leidt. Ondanks het feit dat Lamarche weinig verbloemt en met een brute eerlijkheid schrijft, waardoor sommige passages hard en pijnlijk zijn, blijft er poëzie, tederheid en humor van de tekst uit gaan, op de meest onverwachte momenten. Lamarche toont in Carnets d'une soumise de province de passie, toewijding, trivialiteit, ergernis, verveling en kwetsbaarheid van een liefdesrelatie, met veel mededogen voor haar diep menselijke personages.