Die lijn die ombuigt en zich splitst; die twee punten die u roerloos aankijken, die elkaar roerloos aankijken; die twee schreefjes die de punten op onverbiddelijke, gruwelijke wijze afkappen; die boog onderaan, waar de letter grinnikend op balanceert en schommelt; en binnenin dat zwart, die leegte, die verschrikkelijke leegte die in de opening tussen de twee stokken gaapt, en dan opgaat en verdwijnt in de oneindigheid van de ruimte...
Maar dat is nog niets. Houd moed!
Verdubbel uw intuïtief vermogen, kijk ernaar met een onderzoekender blik.
Vertrek van een van de twee punten, volg de buitenste bocht, daal af naar de boog, ga eronder langs, klim weer omhoog tot u de andere punt bereikt...
Wat heeft u gezien?
Houd halt!
Ga nu in tegengestelde richting. Daal af langs de binnenzijde - daal af met durf, met energie - tot u de bodem bereikt, houd halt, stop een ogenblik, kijk onderzoekend rond; klim dan weer omhoog tot aan de punt vanwaar u aanvankelijk was vertrokken...
Beeft u? Verbleekt u?
We zijn er nog niet!
Sta een ogenblik stil bij de twee lijnen die de punten afkappen; ga van de ene naar de andere; bekijk de letter dan in zijn geheel, bekijk hem in één oogopslag, bestudeer zijn hele omtrek, doorgrond zijn hele uitdrukking... en vertel mij of u bij die aanblik niet verlamd bent, verslagen bent, verpletterd bent?!?!
Juist.
Laat ik hier alle klinkers voor u opschrijven:
a e i o u
Ziet u ze? Zijn dit ze?
a e i o u
Wel?!
Maar ze zien is niet genoeg.
Laten we nu hun klank beluisteren.
A - De uitdrukking van eerlijkheid, van eenvoud, van een kleine, maar fijne verrassing.
E - Vriendelijkheid, tederheid, volledig in één klank vervat.
I - Wat een vreugde! Wat een diepe, intense vreugde!
O - Wat een verrassing! Wat een verwondering! En wat een welkome verrassing! Wat een rauwe, mannelijke eenvoud heeft die letter!
Luister nu naar de U. Spreek hem uit. Haal hem uit uw diepste binnenste, maar articuleer hem goed: U! Uh! Uhh!!! Uhhh!!!!
Huivert u niet? Beeft u niet bij die klank? Hoort u niet het gebrul van een wild dier, een gekerm van pijn, alle stemmen uit de bewogen, gekwelde natuur? Voelt u niet dat in die klank iets dieps, iets duisters, iets duivels zit?