Terras. Jaargang 2017 (12-13)
(2017)– [tijdschrift] Terras– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 23]
| |
Daniel Falb
| |
[pagina 24]
| |
ondernemingen, brancheorganisaties en lobbygroepen, regionale parlementen alsook binnen het institutionele regime van de klimaatverdragen van de VN. Etc.Ga naar voetnoot2. Op deze plaats wil ik slechts één enkel aspect uitlichten uit het panorama van terrapoëtische mogelijkheden, en wel iets dat op bijzondere wijze resoneert met deze uitgave van TERRAS. Doordat het anthropoceen een geologisch concept is - ook nu het discours ervan zich in toenemende mate interdisciplinair verbreedt (zie bijvoorbeeld het richtinggevende anthropoceenproject van het Berlijnse Haus der Kulturen der WeltGa naar voetnoot3.) - wordt er een verband gelegd met de methoden van de Historische Geologie waarin de geschiedenis van de aarde cognitief ontsloten wordt door de in geologische tijden ontstane strata en geologische formaties te analyseren. Als namelijk de wetenschappelijkheid van geologische uitspraken gekoppeld is aan de omstandigheid dat deze gestaafd worden door empirische waarnemingen aan aardlagen, dan valt ook het anthropoceen alleen binnen het geldigheidsgebied van de wetenschappelijke geologie indien en voor zover je er een stratum aan kunt toekennen - zelfs als dat er een is dat nog helemaal niet bestaat of nog niet voltooid is. Dus is het voor anthropoceenonderzoekers m/v belangrijk erop te anticiperen hoe de aardlaag die we vandaag de dag produceren, er te zijner tijd zal uitzien en zal verschillen van de holoceenlaag eronder: volledig nieuwe materialen, gesteentes en technofossielen; afwijkende sedimentspatronen; verhoogde concentraties van koolstofisotopen door klimaatverandering, van stikstof door bemestingsmiddelen, van radioactief materiaal door kernsplitsing; sporen van mijnbouw; het plotselinge en massale verdwijnen van dier- en plantensoorten - dit soort elementen zal het anthropoceenstratum kenmerken en bovendien waarschijnlijk doen gelden als extreme anomalie in de geschiedenis van de aarde.Ga naar voetnoot4. Echter: wie zal ooit in staat zijn deze aardlaag te observeren en analyseren aangezien het anthropoceen pas dan voorbij - en het stratum voltooid - is wanneer de laatste mensen van deze planeet zijn verdwenen? Op dit punt verandert het project van een geologie van het heden letterlijk in sciencefiction. Neem Jan Zalasiewicz - voorzitter van de werkgroep Anthropoceen bij de Internationale Geologische Vereniging, die in het najaar van 2016 na jaren van overleg voorstelde om ‘anthropoceen’ op te nemen in de officiële nomenclatuur van de Historische Geologie: in zijn populairwetenschappelijke boek The Earth After Us, | |
[pagina 25]
| |
What Legacy Will Humans Leave in the Rocks? stelde hij zich de landing op aarde voor van alien-geologen in het postanthropoceen (100 miljoen jaar in de toekomst), om geologisch plausibel te kunnen spreken over de definitieve vorm van het heden ten dage geproduceerde anthropoceenstratum: ‘[T]hey had good balance, these explorers, their tails and sharp claws helping them scramble up the near-vertical rocky surfaces.’Ga naar voetnoot5. Dat is ook de bredere context van de voor TERRAS uitgezochte gedichten, want anticiperen op het toekomstige stratum heeft een onbedoeld neveneffect: ze werpt een licht ‘terug’ op de ‘gebeurtenislaag’Ga naar voetnoot6. van het anthopocene heden en doet de menselijke biotoop nu uitkomen als omgekeerde geologische uitgraving, dat wil zeggen als ‘ingraving’ van het sedimenteren en het geologiseren van ons eigen tijdperk. We leiden ons dagelijks leven, zo wordt ons nu duidelijk, inmiddels al op een geologische ingraving. Zo stammen de twee eerste gedichten uit een cyclus die de geschiedenis van de calculator kortsluit met geologische geschiedenis en computerhardware - in het bijzonder harddisks - voorstelt als component van ons technofossiele erfgoed. De politiek-historiografische pointe is dat hoe strenger de geheime diensten van de wereld de digitale infrastructuren van het sociale leven bewaken - hoe meer zich dus in de monstrueuze archieven van de NSA, de GCHQ etc. een compleet databestand van het hedendaagse leven ophoopt -, des te meer informatie de technofossiele sporen van het heden bevatten: wanneer de aliens van Zalasiewicz in het anthropoceenstratum op het fossiel stuiten van het Utah Data Center van de NSA in Camp Williams, zullen ze kunnen nagaan wie vandaag hoelang met wie gebeld heeft en wiens privacyrechten dan op dat moment in het kader van deze spionage geschonden werden... Van de al lang gestorven - vermoorde of in Russische ballingschap aan ouderdom bezweken - klokkenluider Edward Snowden is het een kleine stap naar de drie andere gedichten, afkomstig uit een cyclus waarin het motief van het begraven ondermijnd wordt door het direct in een geologische tijdsbestek te plaatsen. Een kerkhof uit de Romeinse tijd (Spitalfields) is hier zelf al lang dood en begraven. De verse bloedbaden van de huidige tijd en zojuist pas gevulde massagraven zakken ogenblikkelijk weg in het archeologische of geologische, worden bijvoorbeeld | |
[pagina 26]
| |
niet meer onderzocht door de forensische medewerkers m/v van het Internationale Strafhof voor het voormalige Joegoslavië, maar reeds door paleontologen m/v. De hominidale resten komen rechtstreeks in de archieven van de Smithsonian Institution terecht. En als de tekst van een testament er tautologisch op wijst dat hij ‘altijd alleen in Jouw / Tegenwoordigheid gelezen’ kan worden (in tegenwoordigheid van een zelf wederom postume lezer m/v), dan zie je in het postanthopoceen de ogen van die aliens over de regels van mijn gedicht glijden: als attachment bij een email aan de redactie van TERRAS valt het 100 miljoen jaar later moeiteloos uit te lezen in het technofossiel van Camp Williams. |
|