Ton Naaijkens
Carton & cirkels
Eén keer ben ik in de Brusselse Avenue de Jette geweest, maar dat was nog voordat het Institut de Carton was opgericht. Een intrigerend instituut is dat, dat ik steeds vanop een afstand heb waargenomen. Er worden tentoonstellingen georganiseerd, performances, debatten. Ooit kon je er een tentoonstelling bezoeken die Locus Solus Domesticus heette en die ondubbelzinnig ingericht was rond de schrijver Raymond Roussel. Van Oorschot publiceerde ooit fantastische vertalingen van Roussel van de hand van Marij Elias, niet ontoevallig bewoonster van het pand aan de Jetselaan 41.
In het Institut de Carton is met opperste regelmaat ook Henri Jacobs te vinden, een kunstenaar die sedert jaren nagenoeg elke dag een tekening maakt, in zijn journaal en doorgaans voorzien van een datumstempel. Jacobs stelde ooit werk voor in het Van Abbemuseum onder de titel ‘over oppervlakken onderdoorgronden en volume-loosheden uit onderzoeken naar schijngestalten’. Daar hing onder meer ‘Oppervlak onderzoek nr. 2’: ‘Salles des Gentilshommes’ waar in de catalogus een tekst aan is toegevoegd: ‘ 's ochtends houthakken / 's middags vissen, / 's avonds dansen en / 's nachts op jacht’. Een heerlijk leven? Het olieverfschilderij toont drie naakte mannen, van wie er een op z'n kop staat; alles is bedekt met gelige kwadraatjes, op de achtergrond grote vierkante vlakken in diverse kleuren - de meetkundigheid maakt de schilder herkenbaar. Dat doen ook de drie woorden die erop te lezen zijn: apathie, autistie en inertie, niet echt woorden die bij houthakken en jagen passen; de mannen zitten ook, een van hen lijkt te hangen. In 1992 schreef Leontine Coelewij over het doek: ‘Misschien is de rust en concentratie van die figuren exemplarisch voor datgene wat de schilderkunst nog teweeg zou kunnen brengen nu het tijdperk van de grote utopieën afgesloten lijkt.’ Jacobs zelf wees op de geheel in zichzelf teruggetrokken mannen en op hun ‘regressieve, statische gemoedstoestanden’. Dat staat behoorlijk haaks op dansen en vissen, maar zo ontstaan wel verhalen. Jacobs is gevoelig voor narrativiteit, iets dat je ook afziet aan de titels; in Eindhoven werd destijds vermeld dat de motto's bij de schilderijen afkomstig waren uit het Institut de Vocabulaires, Bureau des Titres & Depot des Mots. Ik begrijp dat het Bureau des Titres een administratieve tentoonstelling voorbereidt van titels, vooruitlopend op de nog te maken kunstwerken. De titels worden gecategoriseerd (zo zal er een