Emiliano Battista
Stippen en manestralen
Vertaling: Caroline Meijer
Al bladerend door Henri Jacobs' Journal Drawings kwam deze regel van Ralph Waldo Emerson bij me op: ‘Ons leven is een leertijd in de waarheid dat zich rond elke cirkel een nieuwe laat tekenen’. Een spontane associatie, zonder twijfel teweeggebracht door de obsessieve nadrukkelijkheid waarmee cirkels, en cirkels getekend rond cirkels, op die bladzijden figureren. Maar dat geldt evenzeer voor andere geometrische figuren: vierkanten, rechthoeken, driehoeken, veelhoeken en lijnen. Abstracte patronen: vrijzwevende arabesken, inflexibele rasters, kleurenstudies, weefpatronen. Figuratieve elementen, voor het merendeel portretten en zelfportretten, en tekeningen samengesteld uit woorden en... Het zijn 666 tekeningen, een significant aantal, de apart genummerde in de depôts niet meegerekend. Nu vormen de depôts het esthetische en conceptuele hart van het boek, want ze geven het ‘journaal’ uit de titel vorm en substantie: ze transformeren wat anders misschien een ongecompliceerde verzameling tekeningen binnen dagboeknotities geweest zou zijn. Ze zijn een bewaarplaats van kunstwerken, boeken, lezingen, evenementen en tentoonstellingen die de kunstenaar in een bepaald jaar in het oog sprongen. Het oog, zegt Emerson, ‘is de eerste cirkel, de horizon die het oog vormt is de tweede’. Het boek bevat negen depôts, waarvan de meeste beginnen met een foto van het uitzicht uit een raam of dakraam: de horizon gevormd door het oog van de camera kan op regenachtige dagen met laaghangende wolken dichtbij en tastbaar aanvoelen, maar ook terugwijken en zichzelf in de verte van een helderblauwe lucht verliezen. Soms is het raam omkaderd; af en toe is het terloops zichtbaar in foto's van het atelier waarin de journaaltekeningen vaak in de hele ruimte verspreid liggen en hangen. Er zijn ook foto's van de kunstenaar die ergens aan een muurschildering
werkt of op de metro wacht, en kiekjes van zomervakanties, en niet te vergeten hier en daar een expliciete tekening. De tekeningen zijn systematisch gedateerd en chronologisch geordend, en het depôt waarmee elk deel wordt afgesloten fungeert als scheidslijn tussen de vracht aan tekeningen van een jaar en die van het jaar daarop. Het boek begint met de tekeningen, maar eindigt met een depôt. Een open cirkel - een emersoniaanse cirkel, zouden we kunnen zeggen, want Emerson keert de cirkel binnenstebuiten. De cirkel heeft altijd symbool gestaan voor de volmaakt in zichzelf besloten, onafhankelijke totaliteit: het onderscheidende kenmerk ervan, het feit dat alle punten op de omtrek zich op gelijke afstand van het middelpunt bevinden, geeft voeding aan het idee dat een cirkel, zoals Borges het formuleert, de ‘minst slechte’ figuur is om God voor te stellen. Voor Emerson staat de