Brjansk, 9 mei 2014
Het spoorwegstation Ordzjonikidzegrad, een laaggelegen perron, een bankje.
Op het bankje links zit een vent met een onguur uiterlijk.
Op het bankje rechts zit een jongen de inhoud van zijn smartphone te bestuderen.
De stoptrein naar Brjansk-Orlovski is net vertrokken. Er is verder niemand op het perron.
Boven, vanaf de voetgangersbrug over het spoor, klinkt een stem: kom hier, dan koop ik een kaartje voor je en dan kun je weg.
De vent met het ongure uiterlijk staat op van het bankje, gooit er een krachtterm tegenaan en loopt weg.
Een jongen en een meisje lopen langs in de richting van het toilet op het perron. De jongen zegt: wat een trut.
Als het hoofd zo'n negentig graden naar rechts draait, is een fraai groen met wit stationsgebouw te zien met een fraaie toren.
De jongen en het meisje komen het toilet uit en slenteren langzaam naar het stationsgebouw.
Een sirene loeit, van de politie, of van de brandweer, of van een ziekenauto.
Als het hoofd niet draait en recht vooruit kijkt, kan het een lange goederentrein zien staan. Op twee open wagons staan trekkers van de Automobielfabriek Brjansk.
Een fraaie blauwgrijze duif komt aanwandelen. En blijft staan.
Als het hoofd zo'n zeventig graden naar links wordt gedraaid, is de brug over het spoor te zien, waar een eindeloos lint van auto's overheen kruipt.
De fraaie duif vliegt weg.
Ergens van de kant van de Bezjitskimarkt klinkt het geluid van een feestconcert.
Een man een vrouw met tassen in hun hand komen aanlopen en gaan op de bank zitten, waar aan het begin van de waarneming de vent met het ongure uiterlijk zat. Ze gaan een ijsje zitten eten uit in een wafelbekertje.
Naast de jongen die de inhoud van zijn smartphone zit te bestuderen, gaat een vrouw zitten, die slecht te zien is, omdat de jongen ervoor zit.
De man en de vrouw met het ijs dragen een lintje.
Twee meisjes begeven zich naar het toilet.
De jongen met de smartphone staat op van het bankje en slentert over het perron.
De man en de vrouw met het ijsje hebben het op. De vrouw zegt in haar telefoon: neem wat te eten en blijf thuis.
Van de kant van de Bezjitskimarkt klinkt geluid: wij brengen deze zomer samen in een oranje luchtballon door.
Er bevinden zich inmiddels veertien mensen van verschillend geslacht en leeftijd op het perron. Ze wachten op de komst van de stoptrein naar Zjoekovka.
Rondom hen gebeurt niets.