| |
| |
| |
D.A. Powell
Nutteloos landschap
Vertaling: Han van der Vegt
Landschap met delen van een aquaduct
Als de kroon van de dag niet van goud is, dan is hij schitterend vervalst.
Genadige tegenwoordige tijd: als het bruine gras altijd wuift,
als de zon altijd net over de droge heuvels streelt, en als de zelfmoordenaar
van vorige zomer nog steeds een eenling is wiens witte T-shirt zo strak
om zijn nek zat geknoopt dat het met een pennenmes moest worden losgesneden,
dan is de avond hetzelfde kale plekje met dezelfde vette kraaien,
de platgedrukte aluminiumblikjes en de hamburgerdoosjes
of de strook bandenprofiel waar de wegploeg niet langs gekomen is.
Ze hebben hem weggehaald en ik weet niet waar ze hem nu neergelegd hebben.
Tussen zachte dravik en weidegerst, smeekt een levende eik om verlichting
van het harder geworden licht, het slaan van zijn eigen kromgegroeide leden,
en het niet aflatende ruisen van zijn eigen beige bloesems die verlegen
bijeen vallen als een kleedkamer van ooit luidruchtige jongens, die nu
op appel geroepen worden en, beschaamd ineens, hun sjofele handdoeken
Laten de doden bescheiden blijven. Geef de boom, dat eenzame wezen dat zich voedt
met wind en het stofje van de verre schoonheid van een ander, reden om op te scheppen.
Als zijn zaad niet op de bodem valt, volhardt hij in eenzaamheid.
Hier pelde een jongen etiketten van bierflesjes; een andere klom
op de overgebleven betonnen pijlers en schreef justin houdt van, schreef
stephan houdt van, schreef knoop ze op - klas van '93.
Kooluilen flakkerden in het wormkruid en in bosjes bremraap;
ze droegen de pijn van de schepping omwille van wat geel stof en een vlek licht
op hun wriemelende pootjes en de plotselinge verheffing in de luchtstroom.
Je nam de bouwval langs de kant van de weg tot sacrament. Jij, volhardende rots.
| |
| |
| |
Nutteloos landschap
Een eenzame wolkbreuk kaapte het Doppler-radarscherm, een bandiet
aan de galg, als repetitie voor de man met de gebroken nek,
naar de hel met hem, onder de gierst geschoven in het pottenbakkersveld. Welkom
aan de alkaline kus van de rampspoed, zijn kleine open plek afgerand met takjes
en met borden afgezet tegen onbevoegden. Hoewel beperkt is zijn hek eindeloos.
Kisten met pruimedanten, al half uitgedroogd. Versleept naar
winkelverblijf en troosteloos vochtherstel in iemands eierschaalkleurige keuken.
Als je het sproeivliegtuig boven je hoort jammeren, let dan
op de richting van de oranje windzak, anders hijg je zijn dampspoor in.
Duik dan liever tussen de bekalkzwavelde rijen, en raap
tussen de kluiten en stokken op wat de oogstsorteermachine heeft laten vallen.
De brutale rukwinden van de ene trekzak wedijveren met een andere
in voorthobbelende pick-uptrucks. Het geratel van dobbelstenen en lepels. In het ene café
mag de klant zich inschenken uit eigen fles. Dagschotel: vandaag pens.
Geitenkoppensoep. Schildpadvormig eierbrood, besprenkeld met roze suiker.
Het duister daalt niet, en vervolgens daalt het zo snel
dat het je in zijn potige armen lijkt te nemen. Ik heb de hele avond al gewacht
op deze dans. Blijf hier, zegt die. Je hebt je drankje niet aangeroerd.
| |
| |
| |
Zeven schetsen voor een landschap, onvoltooid
1
De staat, begonnen als een serie missies,
gebruikte inheemse mannen & vrouwen als goedkope arbeidskrachten,
zo nu en dan gesticht met een openbare geseling.
Toen de inheemse volkeren begonnen uit te sterven,
werden ze vervangen door immigranten uit China
die werden gebruikt bij de spoorwegaanleg
met pikhouwelen en ontstekingen.
En toen er te veel Chinezen kwamen,
nam het Congres uitsluitingswetten aan.
2
Hopplukkers in Wheatland, op wie
de sheriffs van Yuba County en hun handlangers hadden geschoten
in antwoord op hun pogingen zichzelf te beschermen
tegen uitbuiting en onveilige werkomstandigheden,
verweerden zich met rellen; ze werden geslagen en geboeid.
3
In Cocoran werd de Mexicaanse stakers hulp geweigerd.
Sommige kinderen leden honger. Sommige arbeiders stierven.
Liever goten de boeren hun melk in het riool
en verbrandden ze hectaren aan maïs
dan de opstandige arbeiders te voorzien.
4
De oude heer Nakagawa, in 1942 beroofd van zijn eigendom,
keerde na de oorlog in Marysville terug
en opende daar een kleine kruidenierswinkel.
| |
| |
5
Terwijl toenmalig gouverneur Ronald Reagan
in de rozentuin van het Capitool stond,
gingen leden van de Black Panther-partij voor Zelfverdediging
gewapend de senaatskamers binnen,
om hun gemeenschap te verdedigen
tegen het machtsmisbruik van de politie van Oakland.
6
Toen de Islamitische moskee aan de Terra Buena Road
door brandstichters in lichterlaaie werd gezet,
openden de Sikhs die daarnaast woonden hun tempel
voor hun vijanden van weleer.
7
De regens stuwen de rivieren nog altijd op tot een golf.
[Hier kun je je de rest voorstellen.]
| |
| |
| |
Landschap met tempel, moskee en kleine kruisjes
Hoe je, zelfs als je een eed brak - je god belasterde
tijdens de lange zomermaanden, als je vrienden gul waren
en een man in een linnen hemd je met een knipoog ontbijt aanbood -
jij, die meenam wat je kon van de ene man zijn ijskoude borst,
en van een ander zijn uitbottende walnootbosjes, uit een open op haar stoel
achtergelaten damesportemonnee (even weg om haar lippen te inspecteren) -
hoe je werd verwelkomd in onverwachte gangen:
veelvuldig, de bochten en kuilen in de ventweg
die - als je wachtte - zich eigenzinnig glad trokken.
Neem nu niets meer mee. Wantrouw die atlas.
Je hebt ook geprobeerd alles voor anderen te zijn. Het heeft niet gewerkt.
De zijwegjes werden smaller. Zachte bermen begaven het. Je kunt niet
verwachten dat je de hele tijd van dergelijke invallen gered wordt.
De nooddienst houdt op. Je overschrijdt de streekgrens.
| |
| |
| |
Landschap met maaidorser
Mijn vaders velden liggen ver van hier.
Ik heb daar heel wat merels geschoten.
's Zomers reed ik op de maaidorser.
Dan kwamen de vrachtwagens met aanhangers.
De plukkers, alleen of in busjes.
En in de zomer begon het inblikken.
Als me toen gevraagd was op de John Deere te rijden.
Te maaien, dan maaide ik; te dorsen, dan dorste ik. Mannen,
jullie wande ik. Ik wande er een stel.
En ik nam jou, lieve John, of wie ook maar jou is.
Liefde is makkelijker te bereiken dan je misschien denkt. Vroeg
of laat begeeft de maaidorser het. & vroeg.
| |
| |
| |
Landschap met gedeeltelijk uitgewiste figuren
Eerst verdwijnen alleen de gezichten.
Want in hun al zo lang afgewende houding,
en genadeloos verdraaide nekken,
kunnen de gezichten alleen worden bekeken uit grondperspectief.
Het treurklokje laat zijn gele kopje hangen
in het veld van hete tomaten. De groene slang rust
onder de groene bladeren, en de lucht is de sigaar.
Dieseltractoren grommen naar de voorkant en lummelen daar,
met gebogen hoofden, als reusachtige houten paarden
gebouwd om nietsvermoedende steden mee in te nemen.
Omlaag komen de aarden muren.
Mijn vader goot vaak een plengoffer uit op de grond
uit de tuit van de benzinepomp, en ik roerde door
de regenboogglinstering, ik ademde het in tot diep in mijn longen,
beneveld, misselijk, in de greep van de dampen.
Vuur begoochelde me ook. Net als het begrip kracht.
Hele dorpen brandden af van een keer spuiten.
Zelfs nu wordt het verleden nog gewijzigd. We vergeten het
omdat onze vrienden het er niet meer over willen hebben.
Omdat de studenten ongemakkelijk met hun pen tikken,
rondkijken om te zien of iemand anders erin trapt.
Op zo'n moment lijkt het ons het beste een grap te maken.
Nu ben ik van de golfplaten hutten komen lopen
met mensen half binnen en half buiten nucleair bereik.
Mijn greep op de feiten is niet die van een silo.
En al was hij dat wel, dan nog treedt er onttakeling op.
Ik stel me graag voor dat we gedachten ontmantelen
in dezelfde mate als een kwellende gedachte ons ontmantelt.
| |
| |
Ik heb strakke mannen hun ledematen zien verliezen. Vrouwen ook.
Een hand wordt afgerukt, belandt in de graantank.
Maar dat waren plattelandszaken.
Net als het gekrulde silhouet van bloeiende wilde wortel,
wit tegen de makreelwitte hemel,
de textuur is onvergankelijk, de details
zo ver weg. Die lichamen: hun contouren
onzeker. Niet meer dan een algemene inslag van het licht.
| |
| |
| |
Landschap met lymfestelsel, stelsel van stroompjes, rivierenstelsel
Mijn lichaam, wanneer ben je naar beneden komen wandelen
van de dijk, begon je te waden
zonder nimf met kraalkop of groene glitterblinker
om uit te gooien, een rap plugje aan het einde van een doorschijnende lijn
en zonder universitair braadfeestje met de lunch
langs de onkruidbegroeide oevers
en zonder de binnenband, drijvend op mak water.
Zonder ontmoeting met dezelfde levendige doordeweekman
die je eerder nog niet kende en nog steeds niet kent.
Hij stapte op je af, in het water met je,
spreidde je, en eenmaal herschapen zei je laat me alleen
zei je straf me ik ben een onboetvaardige jongen.
Dat lichaam ben je nu niet.
Waar je ook naar op weg was, het was niet deze stroom.
Je billen zakken uit. Je onderbuik zwelt op.
Niets houdt je darmen nog in het gareel.
Darmen komen naar buiten op momenten dat ze niet zijn weggestopt.
Kortademig, witharig lichaam. Vlekkerige huid.
Een gezicht zo ongelijk als het rivieroppervlak
en ruw als de flanellen bladeren van de melige toorts.
Mijn onbegeerde lichaam, ik heb alleen jou om over te strijken.
Het hout van de viool is gespleten maar je kunt hem nog steeds aanstrijken.
De muziek, rivaliserende stromen in een beekje, in een vlotte stroomversnelling
om uitgeput tot rust te komen op een strandje.
Je bent de vorm van mijn uitputting als je breekt.
| |
| |
Tederheid in de testikels, tederheid van geest.
Ik ben gekomen om je in het water te bewonderen.
Achteraf ben je de gele kroon van een narcis:
het verspilde salvo. De dooieruitbarsting
die al aan het opdrogen is op het aardewerken bord.
De rommel. Een poging tot vingerverven van de jonge Picasso
opgehangen aan zijn moeders koelkastdeur, verbleekt.
Maar niet verstoken van een fonkelende charme.
Je bent sediment van de smeltende voetheuvels,
met je spikkels goud. Voornamelijk pyriet,
We hebben die vlekjes nodig om het oppervlak van de rivier te breken,
zijn vastbesloten zinsbouw. Je moet van die zonnebloemkust
naar me toekomen. Onverwachte u-bocht.
Onverwachte leeftijd. Je bent een technisch falen.
Ik ben het mankement in je systeem.
Hier, waar de ondiepe delen tot habitus samenvloeien
bezie ik je onvolmaaktheid, mijn massa,
mijn gebrekkige lichaam. Ondanks de duikvallen
|
|