Speeltuintje noordoost
Toen ik 's middags naar het speeltuintje ging ontmoette ik elf ongehuwde bijstandsmoeders. Slechts vier van hen waren hoer, de rest was uit principe ongetrouwd of omdat een of andere gluiperd ze gedumpt had.
De baby's waren allemaal nog geen jaar oud, erg grappig en lief.
Toen de moeders ze in de zandbak hadden gezet, namen ze gillend en gooiend met zand het hele woestijntje in beslag. Een kind met een vader thuis, door wie het erkend was en die bereid was het te onderhouden, kreeg er geen poot aan de grond.
Waarom zijn jullie allemaal hier? vroeg ik.
Per ongeluk, zei de eerste.
Een paar van ons kwamen elkaar toevallig tegen, zei de tweede, vonden elkaar aardig, en namen vriendinnen mee.
We zijn net een special-interestgroep, zei een derde. Dat was Janice, een politiek geïnteresseerde vrouw, zich bewust van machtsstructuren en van macht zelf.
Een vierde kwam het speeltuintje in met elf bekertjes ijs, chocola en vanille. Ze deelde ze rond. Wat een geweldige rust en eenheid in deze groep! Toen ik zelf baby's had en in ditzelfde park kwam, waren we helemaal niet zo eensgezind en maakten we vaak ruzie, beschuldigden andere kinderen van ongezonde agressie of extreme verlegenheid. Hij is door en door verpest, zeiden we dan over een piepende papzak van een jaar of twee. Dat wordt niks meer. Die hangende oogleden. Moet je zien hoe hij zijn gepantserde pikkie vasthoudt!
Maar, zei Janice, als je een schoonheid wilt zien, is er natuurlijk Claude, Leni's baby. Zo'n schatje! zei Janice, die een prima baby van haarzelf in een draagdoek om haar borst had, slapend in de cocon van haar bescherming.
Claude wás prachtig. Hij was aan het paardje rijden op Leni's schoot. Hij was donkerbruin, hoewel zij blank was.
Prachtig, zei ik.
Leni is een geval apart, zei Janice. Zij komt uit Brighton Beach, een straathoer, ondanks haar leeftijd, gewicht en geloof.
Het is niet mijn baby, zei Leni. Ik kreeg nog geld van een vent maar hij kon me niet betalen. Dus gaf hij me maar z'n eerste bastaard. Bijstandsuitkering voor alleenstaande ouders. Schat, deze moeke zit alleen nog maar thuis voor de tv. Ik tippel nog niet één keer per week. Hij eist al mijn tijd op, mijn Claude. Niet waar, kleine dikzak? Eet toch je ijsje Claudie, de zon spoelt 't zo weg.
De zesde en zevende ongehuwde moeder waren tweelingzussen die altijd hetzelfde gekleed gingen.