Robert Walser
Toespraak tot een knoop
Vertaling Machteld Bokhove
Op een dag toen ik bezig was het knoopsgat van een overhemd aaneen te naaien dat ik door hard niezen kapot had gerukt, kwam 't opeens in me op, terwijl ik als een geoefende naaister vlijtig naaide, om tot de eerlijke hemdknoop, die trouwhartige en bescheiden kleine jongen, de volgende stil voor me uit gemompelde, maar daardoor des te oprechter gemeende woorden van waardering te richten.
‘Lieve kleine knoop’, zei ik, ‘hoeveel dank en erkentelijkheid is degene je verschuldigd die jij nu al heel wat jaren, ik geloof meer dan zeven, trouw, vlijtig en gestaag hebt gediend, en die jij er bij alle vergeetachtigheid en veronachtzaming waaraan hij zich tegenover jou schuldig heeft gemaakt, nooit toe hebt aangespoord om jou eens een beetje te prijzen.
Dat gaat nu vandaag gebeuren, nu ik zo heel helder tot het besef ben gekomen wat jij betekent, wat jij waard bent, jij die jezelf tijdens je zeer lange, geduldige diensttijd nooit op de voorgrond hebt geplaatst om in gunstige, fraaie belichting of in een mooi, fel, heel erg onontkoombaar lichteffect op te vallen, jij die je veeleer steeds met beslist niet hoog genoeg te achten, ontroerende, charmante bescheidenheid in de onopvallendste onopvallendheid ophield waar jij in de grootste tevredenheid je lieve, mooie deugd betrachtte.
Wat een genot bezorg je mij dat je een kracht hebt getoond die berust op rechtschapenheid en ijver en op je vermogen lof noch waardering nodig te hebben, waar iedereen die iets presteert naar hunkert.
Je glimlacht, mijn beste, en zoals ik helaas zie, oog je al tamelijk versleten en opgebruikt.
Lieverd! Flinkerd! Jou zouden mensen ten voorbeeld moeten nemen die ziek zijn van louter zucht naar steeds terugkerend applaus, die van verdriet, ongenoegen en gekrenktheid het liefst meteen in elkaar zouden zakken en sterven als ze niet voortdurend door ieders genegenheid en hoge dunk geknuffeld, besnuffeld en geliefkoosd worden.
Jij, jij kunt leven zonder dat wie dan ook zich in de verste verte herinnert dat je überhaupt aanwezig bent.
Jij bent gelukkig; want bescheidenheid maakt zichzelf gelukkig, en trouw voelt zich goed in zichzelf.
Dat jij zo helemaal niets om jezelf geeft, louter en alleen levenstaak bent of op zijn minst lijkt, je helemaal overgegeven voelt aan stille plichtsbetrachting die je een heerlijk