zeggen dat hij in alle talen en subtalen schrijft en alle vertaling buitenspel wordt gezet, want de enige manier waarop het gezegd kan worden is de deze. Wat stabiel en overeind blijft in het proces is het ding, het gedicht in zichzelf, de woorden waarmee het gedicht aaneen is gelast. De constructies zijn hoogst gevarieerd.
Het is niet voldoende om de culturele wereld waarin wij leven louter te zien als een wereld van tekens: het is net zo goed een wereld van objecten en ook een wereld van situaties. Objecten hebben een eigen wijze van communiceren, zij zijn vormgegeven, creëren hun eigen cultuur en verhaal, in andere woorden: er is een sociologie van het object, dat een functie heeft in de samenleving, vooral als het een gedicht is dat zijn betekenis niet direct prijsgeeft. Er is een spanning tussen woorden die zonder betekenis lijken te zijn of een andere betekenis hebben dan jij ze zou willen toekennen aan de ene kant, en anderzijds dat wat Matthijs de Ridder noemt ‘de meerduidigheid als wendbaar, want internationaal middel van verzet’. Er zit een sociale en politieke onderstroom in Stolterfohts gedichten, een hoogst levendig en meestentijds extreem geestig betoog over de dingen die relevant zijn voor ons allemaal. In de beweging die dat oplevert beginnen woorden te herleven, worden woorden vernieuwd.
Ik verbaas me er niet over dat Stolterfoht zich bezighoudt met cowboypoëzie en die samen met een groep studenten uit Leipzig ook daadwerkelijk schrijft in het kader van een cursus creative writing (zij het voornamelijk in cafés). Het is niet alleen zijn ultieme droom om op te treden op het befaamde festival van cowboypoëzie in Elko/Nevada, maar hij debatteert ook over teksten die ‘You are on Indian land’ heten en vertaalt dichters als Ed Dorn, die het vaak heeft over de Amerikaanse indianenoorlogen op de prairies en in de plains. Ook aan zijn eigen gedichten kun je - bij wijze van spreken - de hele strijd aflezen tussen de Amerikaanse settlers en de inheemse volkeren van Noord-Amerika, voortgekomen uit de Europese kolonisten die hun territorium gingen uitbreiden. Maar Stolterfohts indianen en cowboys leven in hartje Europa, in Duitsland, in Berlijn, in Stuttgart, in de wijk Heslach. Het zou me niet verbazen om in zijn omvangrijke werk, in de enorme stapel spectaculair vernieuwde woorden het sleutelding terug te vinden van waaruit zijn denken en schrijven ontkiemt - of kan ontkiemen in het lichaam van de lezer: een authentieke tomahawk, een Apache hoofdtooi, de mocassins van een Comanche squaw.
‘Mein Gedicht spricht für mich!’ moet je antwoorden als ze je naar een stellingname vragen.’ Zo luidt Stolterfohts stelling nr. 10, vastgenageld aan de kerkdeur van de Kreuzkirche in Heslach in 1979 - volgens de overlevering. holzrauch über heslach is een lang ethnologisch gedicht uit 2007, bekroond met de Peter Huchelprijs in 2008. Het vertelt het verhaal van de wijk in het zuiden van Stuttgart, van de jaren zeventig, de jonge mensen die er leven en daar hun sociale en politieke dromen hebben. Ze luisteren naar de muziek waar ze van houden: Captain Beefheart, the Billboard US Top One Hundred, Derek Bailey. Stolterfoht publiceerde ook een toelichting op