Riemer Reinsma
Namen op de kaart
Paris, Snits en Aachen
Waar komt de naam Schiphol vandaan? Heeft
Abel Tasman inderdaad Tasmanië ontdekt?
Waarin onderscheidt een terp zich van een wier?
Dit soort vragen kunnen rijzen als je met de vinger over de landkaart gaat. Riemer Reinsma gaat er in zijn tweemaandelijkse rubriek ‘Namen op de kaart’ op in.
Duizenden steden, rivieren, bergen en streken hebben in het land zelf een andere naam dan over de grenzen. Neem nu de naam Paris, dat in Frankrijk zelf klinkt als ‘paarie’, maar bij ons als ‘paarijs’. Waarom moeten wij het nu zo nodig anders doen dan in Frankrijk, zou je je kunnen afvragen. Maar wie de geschiedenis kent, weet dat het feitelijk de Fransen zelf waren die de uitspraak zijn gaan veranderen.
De manier waarop Parijs oorspronkelijk, in het middeleeuwse Frans, werd uitgesproken, lijkt het meest op hoe het tegenwoordig in het Duits gebeurt: ‘paaries’, dus mét slot-s. En ook het Nederlands heeft van de oude vorm iets behouden wat in het Frans zelf verloren gegaan is. Want ooit hebben de Fransen de slot-s van Parijs wél uitgesproken. Dat veranderde pas in de twaalfde en dertiende eeuw, toen ze ‘paarie’ begonnen te zeggen. Op dat moment was de uitspraak met de slot-s hier al helemaal ingeburgerd, en we zijn de Fransen niet gaan volgen in hun nieuwe uitspraak.
Wat in het Nederlands wél is veranderd ten opzichte van de Middeleeuwen, is die ij-klank. Deze sloop er in de loop van de zestiende en zeventiende eeuw in: ‘paaries’ werd ‘paarijs’. Die klankverandering trad op bij vele woorden in die tijd. Zo kreeg ook het woord ijs, voorheen uitgesproken als ‘ies’, in die tijd zijn huidige uitspraak.
De Duitsers zeggen het dus nog altijd als de middeleeuwers het deden: ‘paaries’.