| |
| |
| |
Reacties
Onze Taal biedt aan elke lezer de mogelijkheid tot reageren. Stuur uw reactie indien mogelijk per e-mail naar: redactie@onzetaal.nl, of anders naar: Redactie Onze Taal, Raamweg 1a, 2596 HL Den Haag. Voor bijdragen aan deze rubriek gelden de volgende richtlijnen:
• | Formuleer uw reactie kort en bondig (bij voorkeur niet meer dan 250 woorden). |
• | Geef in de tekst duidelijk aan op welk artikel u reageert. |
• | Stel uw bijdrage zodanig op dat de lezer niet wordt verplicht een vorig nummer erbij te halen. |
• | Lever uw reactie in onder vermelding van naam, adres en (eventueel) functie. |
De redactie kan inkortingen en stilistische veranderingen aanbrengen in reacties, en raadpleegt bij belangrijke wijzigingen de auteur. Reacties kunnen doorgaans pas worden geplaatst twee maanden na het nummer waarop u reageert. Niet geplaatste reacties worden doorgestuurd naar de auteur van het desbetreffende artikel.
| |
Internationale studenten
J. Schuijer - Enschede
Boven een van de nieuwsberichten in de septemberaflevering van ‘Tamtam’ staat de kop ‘Internationale studenten: leer Nederlands’. Nu vraag ik me af of die formulering internationale studenten juist is. Immers, internationaal betekent letterlijk toch iets als ‘tussen verschillende naties/ nationaliteiten’, terwijl hier ‘niet-Nederlands’ bedoeld lijkt te zijn. Een internationale gróép studenten zou nog kunnen, maar één student kan toch niet internationaal zijn? Daarvoor hebben we de aanduiding buitenlandse student. Maar misschien heeft men voor internationaal gekozen omdat het begrip buitenlands de gedachte opwekt dat de desbetreffende persoon er niet echt bij hoort?
| |
Naschrift redactie
De formulering internationale studenten is de afgelopen jaren ingeburgerd geraakt in onderwijskringen. Het gaat dan om studenten die in het kader van een internationaliseringsproject naar een ander land reizen om daar te studeren. In teksten voor een algemeen publiek is het inderdaad wat logischer om van ‘buitenlandse studenten’ te spreken. Het woord internationaal heeft immers allereerst de betekenis ‘waarbij meerdere landen betrokken zijn’, ‘tussen landen onderling (bestaand of plaatsvindend)’. Toch lijkt de betekenis wat breder te worden; de term internationale schakelklas (‘klas waarin anderstaligen de landstaal leren’) staat bijvoorbeeld al in de woordenboeken. De stap naar internationale leerlingen of studenten is dan niet zo groot meer.
Internationale studenten.
Foto: 123RF.com
| |
Privé-woorden
J. van Hove - Frederiksoord
In de oktoberaflevering van ‘Vraag en antwoord’ schrijft de Taaladviesdienst dat na het woord privé een streepje wordt gebruikt in samenstellingen als privé-bericht. Sinds 2005 moet je volgens het Groene Boekje zelfs privébericht schrijven, zonder streepje dus. Maar volgens mijn Kramers' Nederlands woordenboek is het woord privé een doodgewoon bijvoeglijk naamwoord met betekenissen als: ‘bijzonder’, ‘eigen’ en ‘persoonlijk’. Ik ben groot geworden met de gedachte dat er achter een bijvoeglijk naamwoord een spatie zou moeten staan. Foutje in het Groene Boekje?
| |
Naschrift Taaladviesdienst
Inderdaad is privé een bijvoeglijk naamwoord. Dat is onder meer te zien in zinnen als ‘Deze informatie is privé’ en ‘Ik wil graag dat dit privé blijft.’ Maar als privé voor een zelfstandig naamwoord staat, gedraagt het zich uitzonderlijk: het vormt altijd een samenstelling met dat woord (privébericht, privécoupé, privéterrein). Dat is niet alleen een spellingregel; het blijkt ook uit de klemtoon, die in samenstellingen - anders dan in woordgroepen - op het eerste woord ligt. Er zijn overigens meer bijvoeglijke naamwoorden die vaak deel uitmaken van een samenstelling, zoals live: liveshow, liveverslag.
| |
Zaliger
A. Hobbel - Spijkenisse
De Taaladviesdienst legt in de oktoberaflevering van ‘Vraag en antwoord’ uit dat het woord zaliger een verkorting is van het vroeger gebruikte zaliger nagedachtenis. Dat deed me meteen denken aan twee collega-monteurs, die een koppel vormden. Jan trok de kar en zette de lijnen uit. Ger was de afwerker, de man voor het werk op de vierkante centimeter. Toen Ger uitviel wegens gezondheidsklachten kon niemand zijn plaats innemen. Jan miste hem verschrikkelijk, en sprak sindsdien over ‘Ger zaliger’.
| |
Een zondagse steek...
Egbert Boertien - Rotterdam
Leuk om te zien hoe in het project ‘Paarse Krokodillentranen’ oude spreekwoorden, gezegdes en uitdrukkingen in een nieuw jasje worden gestoken (‘Als de wagen te water is, kiest men de bob’, Onze Taal oktober), maar het lijkt me dat de nieuwe betekenis dan wel moet aansluiten bij de oude. Helaas is dat niet het geval, zoals auteur Jan Erik Grezel ook al aangeeft. Neem nu de uitdrukking ‘Een zondagse steek houdt geen week’. De hertaling ‘Een burn-out parkeer je niet even op je iCloud’ is op zichzelf een heel leuke vondst, maar die betekent in de verste verte niet wat er met het origineel wordt bedoeld: ‘Op zondagsarbeid rust geen zegen.’
| |
Lekker stout
Nico Van Der Kolk - Hilversum
Het artikel ‘Lekker stout’, over platte versies van populaire liedjes, in het oktobernummer, waardeer ik als zeer onder de maat voor een blad als Onze Taal. Op zichzelf kan ik goed tegen humor, maar de waarde van deze bijdrage ontgaat mij volledig en ik kan er de lol niet van inzien. Sterker nog, ik ergerde mij eraan en heb het niet uitgelezen.
| |
Ontspruiten uit/aan
H. Prins - Vught
De laatste alinea van het artikel ‘Lekker stout’ in het oktobernummer van Onze Taal bevat de volgende zin, die me even deed twijfelen aan mijn eigen taalvaardigheid: ‘Maar wie bedenkt dat al deze varianten dus juist uit hun brein zijn ontsproten (...)’ Dat moet hier toch echt ‘ontsproten aan’ zijn.
| |
Logopedisten
Mieke Michels - Logopediste, Nijmegen
Gaston Dorren rondt in het oktobernummer van Onze Taal zijn serie over spraaken taalstoornissen af. In dat stuk laat hij een fictieve taalwetenschapper zeggen dat logopedisten eigenlijk niets van spraak en taal
| |
| |
zouden weten. Als hij gelijk zou hebben, dan weet ik niet waar ik de afgelopen dertig jaar als logopediste mee bezig ben geweest. Het is niet netjes een verdachtmaking de wereld in te slingeren zonder onderbouwing of bron.
Ook uit zijn bewering dat kinderen met mutisme (die in bepaalde situaties in alle toonaarden zwijgen omdat ze niet spreken wíllen) geen logopedist(e) nodig hebben, blijkt dat hij niet op de hoogte is van de kennis en werkzaamheden van logopedisten. Kinderen met selectief mutisme kunnen zeker ook door deze beroepsgroep behandeld worden. Vaak in samenwerking met een gedragstherapeut.
| |
Naschrift Gaston Dorren
De bron van de uitspraak die u aanhaalt is hoogleraar Toni Rietveld, die onder aan het artikel wordt genoemd. De andere aangehaalde hoogleraar, Sieneke Goorhuis-Brouwer, is geen logopedist, maar heeft wel jarenlange praktijkervaring met het behandelen van taal- en spraakstoornissen. Wat de behandeling van mutisme betreft: in alle artikelen die ik daarover heb gelezen, wordt dit beschouwd als een stoornis die bovenal om psychologische hulp vraagt.
| |
Nieuw jasje Onze Taal
Het nummer van Onze Taal dat u nu in handen hebt, is een bijzonder nummer: het is het laatste in de huidige vormgeving. Met ingang van januari zal het blad in een iets ander jasje verschijnen.
We hebben Karin Nas-Verheijen van bureau Manifesta - sinds jaar en dag de vormgever van ons blad - gevraagd een nieuwe opmaak te ontwerpen. De vormgeving was zes jaar na de laatste aanpassing weer eens toe aan een opfrisbeurt, en we wilden kijken hoe de aantrekkelijkheid en de leesbaarheid van het blad verder konden worden vergroot.
Daarnaast zullen sommige vaste rubrieken een andere opzet krijgen, en zullen er enkele worden vervangen.
Het resultaat is op 3 januari te zien, als het januarinummer bij u in de bus ligt. Nog even geduld dus.
|
|