Eerstejaars( )student
?Wat is de juiste spelling: eerstejaarsstudent of eerstejaars student?
!Beide spellingen zijn te verdedigen; eerstejaarsstudent heeft licht de voorkeur.
Eerstejaarsstudent / eerstejaars student in de tv-serie Feuten.
De naslagwerken geven weinig houvast bij deze kwestie. Zo geeft het Groene Boekje eerstejaarsstudent als één woord, als samenstelling. Maar ook noemt het eerstejaars als bijvoeglijk naamwoord. Iets dergelijks geldt voor bijvoorbeeld eenpersoons( ) bed, tweederangs( )burger en dubbelloops( ) geweer. Er zijn geen richtlijnen om te bepalen of zulke combinaties een woordgroep zijn (bestaande uit een bijvoeglijk en een zelfstandig naamwoord) of een samenstelling.
Eerstejaars, eenpersoons en dergelijke zijn geen ‘gewone’ bijvoeglijke naamwoorden, omdat je ze niet kunt verbuigen: eerstejaarse student of eenpersoonse bedden is niet juist. Anderzijds wijst de klemtoon erop dat het om een woordgroep kan gaan. In een samenstelling ligt de hoofdklemtoon namelijk standaard op het eerste deel: réchtenstudent, óploskoffie, en in een woordgroep op het tweede: goede studént, koude kóffie. Bij eerstejaars( )student en eenpersoons( )bed kan de klemtoon op beide delen liggen. Ook dit wijst erop dat zowel los als aaneenschrijven te verdedigen is.
Hoe langer het tweede deel is, hoe sterker de neiging om de klemtoon op dat deel te leggen en de combinatie los te schrijven: eerstejaars rechtenstudent, eenpersoons opklapbed. Verschillende korte, veelvoorkomende combinaties staan als één woord in de naslagwerken; in zulke gevallen heeft aaneenschrijven de voorkeur.