Toen in ... november 1965
Het
Redactie Onze Taal
Op 4 november is het precies 48 jaar geleden dat de Amsterdamse politie moest uitrukken omdat vier jongens midden op een kruispunt bij de Dam een bed hadden neergezet waarop ze zaten te zwaaien naar de toegestroomde toeschouwers. Toen de weg weer was vrijgemaakt, bleek het te gaan om een promotiestunt. De Amsterdamse beatgroep Het wilde op deze manier de aandacht vestigen op hun zojuist verschenen debuutsingle ‘Ik heb geen zin om op te staan’. Het nummer werd een flink succes; het bereikte de negende plaats in de hitparade. Nog altijd zullen velen het meteen kunnen meezingen als ze het horen (‘Met mijn blote voeten op het kouwe zeil / Met zijn grote blote voeten op het kouwe zeil’).
De bed-stunt was niet het enige opvallende aan deze nieuwe band. Ook hun mod-achtige uiterlijk, dat deed denken aan dat van hun Engelse collega's van The Who en The Small Faces, sprong in het oog - net als hun Nederlandstalige songteksten, die vol maffe wendingen zaten. En ze ontwikkelden een heel eigen hip soort taaltje. Een greep uit de Het-woordenlijst: glimknoop (‘agent’), flep (‘geweldig’), prop (‘het einde’), natels (‘meisjes’), luider (‘versterker’), petjes (‘haren’), dril (‘gek’), tramme (‘waardeloze’) en kwekken (‘zingen’).
Van deze woorden is sindsdien niet veel meer vernomen - op één na: vogels, voor ‘jongens’. Later in de jaren zestig, in de flowerpowertijd, werd dat nog veel gebruikt, vooral ook in combinatie met hippe: hippe vogels. En uiteindelijk heeft vogel zich in deze betekenis ook genesteld in Van Dale.