Van Aaf tot z
Koningsdag
Het is de laatste Koninginnedag - althans, voor de komende vijftig jaar. Mensen zeggen het op een samenzweerderige manier tegen elkaar. ‘Vanaf nu is het Koningsdag. Ráár hè?’
Ja, heel raar. Op Koninginnedag verkoop je oude meuk op een kleedje, speel je vals op een viool voor geld, word je een beetje dronken en vaar je op een bootje door een gracht. Maar op Koningsdag - nee, dan doe je dat soort dingen niet. Dan doe je eerder iets met een feestschot van een kanon, een optocht in uniform, en een bijbehorend keihard, militaristisch lied. ‘KONING KONING KONING, hiep, hiep, hoerá!’
Ja, zo wordt Koningsdag. Vast.
Ach, wat een onzin. Natuurlijk verandert er niets als het straks Koningsdag is. Probeer maar eens om een paar miljoen Nederlanders tegen te houden bij het verkopen van hun oude rommel. Dat gaat nooit lukken. En natuurlijk, er zullen momenten zijn dat we nog ‘Koninginnedag’ zeggen in plaats van ‘Koningsdag’. En dan zullen we giechelen, en van die vergissing weer een heel onderwerp van gesprek maken, net als de mensen die een heel gesprek weten te maken van de vergissing ‘Goedemorgen! Of is het al middag? Even kijken...Oh, eh, jahaaa, het is al middag. Zo snel alweer! Sorry! Herstel! Middag. Goede-middag. Kan ik u helpen?’
Maar ja, een beetje ontzet zijn mag. Het is niet zo vaak dat een nationale feestdag van naam verandert. Of wel? Vroeger was het altijd ‘Sint- Nicolaas’, neem ik aan. Wat zullen de trendsetters die begonnen met het hippe, korte ‘Sinterklaas’ raar aangekeken zijn in hun tijd.
Andere namen van feestdagen zijn ook verbasterd, maar dan vooral binnen een selecte groep of context. Pasen wordt in sommige kringen bijvoorbeeld consequent ‘de Paas’ genoemd. Vooral in kringen die het eigenlijk een beetje belachelijk vinden om actief mee te doen aan een feest dat draait om haasjes en het verstoppen van gekookte eieren. Dit soort mensen vindt de voetbalsport vaak ook een beetje een achterlijke hobby, en noemt dat daarom ‘de voetbal’.
En wat te denken van de feestbegroeting ‘Gelukkig nieuwjaar’? Dat werd een paar jaarwisselingen terug ineens op niks af afgeschaft, en iedereen riep plots ‘Fijne jaarwisseling’ tegen elkaar. Alsof het afgesproken was. Ik probeerde nog door te zetten met ‘Gelukkig nieuwjaar’, in mijn eentje, maar hoorde mezelf tegen de vierenvijftigste winkelier die mij een fijne jaarwisseling wenste, toch ook maar ‘Fijne jaarwisseling’ terugzeggen.
Feestdagen wisselen dus van naam, of van bijbehorende groet. Dat is heel normaal; dat is taalevolutie. Meestal gaat het geleidelijker dan nu bij Koningsdag. Maar we moeten ons eraan overgeven.
Of heel volhardend ‘Koninginnedag’ blijven zeggen. Maar dat, waarschuw ik vast, is heel irritant.
Aaf Brandt Corstius