Iktionaire
Plofkip
Begin 2012 riep ik het Instituut voor Nederlandse Lexicologie (INL), Van Dale en Onze Taal op nu eindelijk eens de handen ineen te slaan en samen één woord van het jaar uit te roepen. Afgelopen december had ik even de indruk dat er geluisterd was, maar hoe kon ik zo naïef zijn! Ten eerste wordt er eigenlijk nóóit naar mij geluisterd, dus daar zit het eerste element van zelfbedrog, en ten tweede had ik moeten weten dat in die uiterst zeldzame gevallen dát er eens iemand luistert, het nooit mensen zijn met macht en verantwoordelijkheden, maar vrijwel altijd toeristen die willen weten hoe ze bij het Anne Frankhuis moeten komen. Ik leg dat dan uit, zij luisteren en volgen mijn aanwijzingen op, al gebeurt het vaak genoeg dat ze beleefd knikken en weglopen in een andere richting dan die ik aangaf, liefst de tegenovergestelde.
En inderdaad, opnieuw hadden wij drie woorden van het jaar, of misschien moet ik zeggen twee en een half, want het INL is overgestapt op het mooiste en het lelijkste woord van het jaar, hetgeen naar mijn smaak voor dit instituut pleit
Van Dale en Onze Taal kunnen het blijkbaar niet eens worden, en voor hun fatsoen moeten zij daardoor natuurlijk ook met verschillende woorden van het jaar komen. Het zou een beetje eigenaardig zijn als beide organisaties, los van elkaar, hetzelfde woord aanwezen.
Het Van Dale-internetplebisciet hield het op project X-feest en Onze Taal koos voor plofkip. Dat laatste is natuurlijk veruit superieur. Project X-feest is geen woord. Project X-feest is een headline, een streamer, een ankeiler, een logo, een bumper, een trailer, een teaser, een blurp, een ident, een hashtag, een media... eh ...ding, maar geen woord.
Dit in tegenstelling tot plofkip, dat al het bovenstaande is én een woord.
Het werd naar verluidt verzonnen door Wouter Klootwijk, en Wakker Dier gaf het vorig jaar een hoofdrol in een spraakmakende consumentencampagne tegen, ja waartegen eigenlijk? Tegen de plofkip. In een paar maanden tijd wist vrijwel iedereen in Nederland wat een plofkip was. Nee, beter geformuleerd: in een paar maanden tijd kende iedereen het wóórd. Wat een plofkip ís, kunnen de meeste mensen die ik het de afgelopen dagen vroeg niet precies zeggen. De plofkip is a certain je ne sais quoi. Hetzelfde zie je bijvoorbeeld bij megastal.De ‘megastal’ - vermoedelijk is het een zeer grote stal, waar eh... enfin, waar het niet pluis is. Of neem eerwraak - ook zo'n mythologisme. Eerwraak, megastal, plofkip: geen idee wat het is, maar het deugt niet. Dat is ‘framing’.
Het kipuniversum bestaat sindsdien uit twee delen: het slechte - afdeling plofkip - en het goede: de rest. Wakker Dier maakt school: Polen die onder slechte omstandigheden in distributiecentra werken, worden door de vakbond al ‘plof-Polen’ genoemd.
De supermarkten en een paar voedselproducenten gaven vrij snel toe en beloofden geen plofkip meer te verwerken. Plofkip werd woord van het jaar en de communicatieman van Wakker Dier werd communicatieman van het jaar.
Maar wat voor kippen gaan die producenten en winkeliers dan nu verkopen? Kippen van hetzelfde ras die een paar dagen langer leven en af en toe ‘overdekt naar buiten’ mogen? Hoe zullen we die noemen? De neoplofkip? Scharrelplofkip? Plofkip-plus?
Jan Kuitenbrouwer