Ander woord voor... exitpoll
Op 22 januari, de dag van de Tweede-Kamerverkiezingen, zullen we het woord vast weer horen: exitpoll. Volgens Kramers (2002) is een exitpoll een ‘verkiezingsonderzoek waarbij de kiezers aan de uitgang van het stembureau wordt gevraagd op welke partij of kandidaat zij hebben gestemd’. Het Engelse poll betekent ‘stemming’ of ‘opiniepeiling’.
Exitpoll komt veelvuldig op Nederlandstalige websites voor. Een medewerker van NOS Actueel, in mei 2002: ‘Ten eerste hebben wij een enorme exitpoll. Bij 41 stembureaus wordt aan iedereen die eruit komt gevraagd om nogmaals te stemmen. Die schaduwverkiezing levert in totaal duizenden stemmen op en is een supersteekproef.’
De Stichting Natuurlijk Nederlands geeft in haar Woordenlijst Onnodig Engels (2002) een Nederlands alternatief voor exitpoll: ‘stembuspeiling’. Maar volgens ons blijkt uit dit woord niet dat een exitpoll een onderzoek is dat op de verkiezingsdag zelf (dus niet van tevoren) en bij het stembureau (dus bijvoorbeeld niet telefonisch of via internet) gehouden wordt.
Weet u een Nederlandse term die de lading van exitpoll dekt, stuur die dan voor 6 januari naar de Taaladviesdienst, Raamweg 1a, 2596 HL Den Haag; e-mail: taaladvies@onzetaal.nl. Voor de inzender van het beste alternatief heeft de Stichting LOUT een boekenbon van €25,- beschikbaar gesteld.
Illustratie: Jean-Marc van Tol