Raptus
Potter-Latijn
Ingmar Heytze
Vanmorgen arriveerde per uilenpost het Groot toverwoordenboek Engels-Nederlands. ‘Voor Harry Potter-fans’, staat er op het omslag. Nu heb ik alle Harry Potter-boeken met rode oortjes verslonden, dus ik behoor duidelijk tot de doelgroep. In het werk van Rowling komen echter nu ook weer niet zo veel moeilijke woorden voor dat je er een apart woordenboek bij nodig hebt. Het fantasy-achtige omslag wekt de indruk dat dit boek voornamelijk bedoeld is om geld uit uw zak naar de bankrekening van uitgeverij Het Spectrum te toveren. Deze indruk blijkt aardig te kloppen als je er woorden in gaat opzoeken; het is in feite een woordenboek met vrij alledaagse Engelse woorden, verrijkt met de toverspreuken, persoonsnamen en andere namen uit Harry Potter-boeken, en hier en daar een tekeningetje van een rat, een pad of een spin. De gewone Engelse woorden, en dat zijn er ongeveer negen van de tien, zijn opgenomen omdat ze in het werk van J.K. Rowling voorkomen. Het boek is daarom vooral geschikt voor mensen die Harry Potter graag in het Engels willen lezen maar deze taal onvoldoende machtig zijn, en die bovendien niet in het bezit zijn van een behoorlijk Engels-Nederlands woordenboek. Er zal wel een markt voor zijn, maar je vraagt je af waarom ze niet gewoon een leuk dun boekje met louter Potterspreuken, -namen en -mythologie hebben gemaakt.
Het dubieuze bestaansrecht van het Groot toverwoordenboek neemt niet weg dat taal van vitaal belang is in de wereld van Harry Potter. Het begint al bij de term dreuzel (muggle in het Engels) voor iemand die niet kan toveren en ook geen weet heeft van het bestaan van magie. Ewoud Sanders rekende dreuzel eind vorig jaar in NRC Handelsblad tot een van de neologismen die de Nederlandse taal recentelijk hebben geënterd: ‘met name in de jeugdtaal wordt dreuzel steeds vaker gebruikt als een ondefinieerbaar scheldwoord. Het kan bijvoorbeeld “sukkel” betekenen, maar ook “slomerik” (een betekenis die natuurlijk is beïnvloed door treuzel).’
Foto: © 2002 Warner Bros. Publishing Rights © JK Rowling
Een goed Harry Potter-toverwoordenboek zou eigenlijk ook een aparte afdeling Latijn moeten hebben. Zoals bijna iedereen in ieder geval een paar steekhoudende kreten uit de oudheid kent door Asterix en Obelix, zo groeien tegenwoordig veel kinderen op met een aardig mondje Potter-Latijn. Het motto van de tovenaarsacademie Zweinstein is bijvoorbeeld ‘Draco dormiens numquam titilandus’ (‘Kietel nooit een slapende draak’). Diverse persoonsnamen zijn geheel of gedeeltelijk Latijn (een gluiperige medeleerling van Harry Potter heet Draco Malfidus ofwel ‘onbetrouwbare draak’). Het Latijn komt echter het duidelijkst terug in de spreuken, een stuk of vijftig in totaal. Om er een paar te noemen: ‘Accio’, letterlijk ‘ik roep aan’, is inderdaad bedoeld om wezens op te roepen; met de spreuk ‘Densaugeo’ (dens: ‘tand’, augeo: ‘ik laat groeien’) kun je iemands voortanden laten groeien, en als je ‘Avis’ of ‘Lumos’ roept, komt er inderdaad een vogel respectievelijk licht uitje toverstaf. Door ‘Nox’ te zeggen gaat het licht weer uit. Met ‘Expelliarmus!’ kun je iemand ontwapenen. Potter bevat ook veel combinaties van Engels en Latijn: met ‘Locomotor Mortis’ plak je bijvoorbeeld iemands benen aan elkaar, en de spreuk ‘Petrificus Totalus’ laat iemand volkomen verstijven. Een zweefspreuk als ‘Wingardium Leviosa’ gaat nog iets verder. Zoals in het Groot toverwoordenboek staat: ‘vgl. wing: “vleugel”; guard: “bewaken”; Lat. levis: “licht”. Met deze toverspreuk kun je iets of iemand laten zweven.’ De Nederlandse vertaler van Harry Potter heeft deze spreuken gewoon zo laten staan als ze er in de Engelse versie stonden, en
dat is natuurlijk ook het beste. Er schijnt echter ook een volledig Latijnse vertaling van het eerste Harry Potter-boek in de maak te zijn, en daar zou het wonderlijke gebruik van de taal in toverspreuken weleens kunnen gaan wringen. Ik ben benieuwd wat de vertalers ervan maken. Translatio creativum?