| |
| |
| |
Taalergernissen
‘Genootschap, doe er iets aan!’
Een bedrijf die
L.J. Smits-Zwolle
Het valt mij op dat je op radio en televisie hoe langer hoe meer die hoort in plaats van dat. Het volgende noteerde ik in slechts één maand tijd:
- | (...) het buitenland, die wel de capaciteit heeft. (Radio 1) |
- | Een ander groot probleem die ze op het ogenblik hebben (...). (Radio 1) |
- | Een bedrijf die (...). (Radio 1 ) |
- | Dat is een plan die helemaal niet door de Joegoslavische legertop is opgesteld. (Radio 1) |
- | En het hondje van Arantxa Sanchez? Ja hoor, die is aanwezig. (Eurosport) |
- | En dan is het Spanje die de aanval inzet. (Eurosport) |
- | En Joegoslavië, die krijgt nu een kans. (Eurosport) |
- | Het is alleen het opwekken van de abortus, die verboden is. (Nederland 3) |
- | En Groot-Brittannië, die trad toe tot Euroland. (Nederland 3) |
- | Geduldig staan de decanen een meisje te woord, die het maar niet lukt te kiezen. (NRC Handelsblad) |
Dit is maar een greep uit vele voorbeelden. Ook terwijl ik niet keek of luisterde, zal het verschijnsel zich wel menigmaal hebben voorgedaan.
| |
In dit land
A. Miedema - Wytgaard
Waar ik mij aan erger, is de uitdrukking in dit land, gebruikt door Nederlanders in Nederland. Als de spreker kleiner is dan ik, of veilig achter tv-glas zit, roep ik: ‘In óns land, oen!’
Onze volksvertegenwoordigers spannen de kroon - als ze niet ook al met de uitdrukking begonnen zijn.
| |
Het voetbal
Jos Knipping - Apeldoorn
Alle media gebruiken al jarenlang de haastuitdrukking het voetbal, en al net zo lang probeer ik die te vervangen door het mijns inziens juiste het voetballen. Je hoort ook steeds meer: het tennis, het hockey, het golf, maar nog niet: het zwem, het wielren, het autorace, het wandel, en dergelijke. Waarschijnlijk zal dat niet zo lang meer duren.
| |
Rijtoer en leger
H.J.E. van der Kop - Den Haag
Op Prinsjesdag stoor ik me telkens weer aan de media en het publiek die spreken over de ‘rijtoer’ en het ‘leger’. Als de koningin in de Gouden Koets naar het Binnenhof rijdt, is dat geen ‘rijtoer’, maar een ‘plechtige processie’. Vroeger maakten de vorstin en haar gemaal in de middag na het openen van de Staten-Generaal in een open rijtuig nog wel een rijtoer door Den Haag. Die werd uit het oogpunt van veiligheid gestaakt.
De route die de Gouden Koets aflegt, is afgezet met leden van de krijgsmacht, oftewel militairen van marine, landmacht, luchtmachten marechaussee, en dus niet, zoals de media melden, door het ‘leger’. Want met leger wordt nog altijd uitsluitend de landmacht bedoeld. Verzamelde krijgsmachtonderdelen kunnen daarom beter simpelweg ‘militairen’ genoemd worden.
Al eerder heb ik diverse redacties van media hierop gewezen en ik zal dat blijven doen. Hopelijk wordt deze taalvertroebeling een halt toegeroepen.
| |
Completer
Robert van der Bilt - Wageningen
In een folder van Van Dale las ik laatst de tekst: ‘de meest complete en geavanceerde spellingcorrector voor het Nederlandse taalgebied’. Kan iets dan ‘completer’ dan compleet zijn?
Bij verkopers van schoenen en IT-producten hoorde ik wel vaker kreten als optimaler, extremer en perfecter, maar dat Van Dale er nu ook al aan meedoet, geeft te denken. Het wachten is nu op maximaler.
| |
In de richting van
Robert Prummel - Groningen
Vooral eind vorig jaar spraken journalisten in tv-uitzendingen geregeld over ‘de oorlog verklaren in de richting van de VS’. We hebben hiermee een nieuw dieptepunt bereikt na het veelgehoorde politiek-Haagse ‘werken in de richting van een oplossing’ en ‘communiceren in de richting van de kiezer’.
| |
Doorsnede
Fop Smit - Epe
Eind vorig jaar las ik in mijn pakketje euromunten bij de munt van €1,- onder meer: ‘Doorsnede: 23,25 mm’. Doorsnede wordt de laatste tijd wel vaker zo gebruikt, maar ik meen toch te weten dat een ‘doorsnede’ een vlak is. De doorsnede van bijvoorbeeld een bol is geen rechte lijn, maar een cirkel. In de toelichting bij de 1-euromunt werd vast en zeker ‘diameter’ bedoeld - of, zoals de Vlamingen zeggen: zeker en vast ‘doormeter’.
| |
Engelstalige kunstwereld
Lau Kanen - Veldhoven
Eind vorig jaar schreef lleen Montijn een column voor NRC Handelsblad over een tentoonstelling met de titel Streamlining Style: the Dawn of Tomorrow. Zij plaatste daarbij een opmerking die wat mij betreft met hoofdletters op het bureau van de minister-president moet belanden: ‘Als het aan de moderne kunstwereld ligt, gaat het Nederlands zo met de vuilnisman mee, met nog meer gemak dan een oude museumvleugel. In Frankrijk verbiedt de regering het gebruik van buitenlandse woorden. Dat is misschien overdreven. Maar zouden in Nederland niet althans musea en universiteiten kunnen worden gedwongen om de landstaal te spreken?’
Inderdaad, de kakmentaliteit en het minderwaardigheidsgevoel over onze eigen taal die spreken uit het gebruik van het Engels in de kunstwereld, zijn werkelijk stuitend. Er is natuurlijk niets op tegen dat belangrijke instellingen zich ook op een buitenlands publiek richten, maar dat zou pleiten voor een Engelstalige ‘neventiteling’ naast het Nederlands als hoofdtaal.
Hoe erg de toestand is, blijkt wel uit het feit dat bijvoorbeeld filmtitels helemaal niet meer vertaald worden, en met films mikt men toch wel degelijk op een - liefst massaal - Nederlands publiek. Een aardige proef zou zijn om aan honderd willekeurige Nederlanders te vragen wat de titel van de bekende film
| |
| |
Schindler's List betekent. Ik durf te wedden dat de meesten het niet zullen hebben over een ‘lijst’, maar over een ‘list’.
| |
Karel en Maxima
Lutgard Declercq - Deerlijk, België
Louis XIV werd gewoonlijk ‘Lodewijk XIV’ genoemd, en Wilhelm II ‘Willem II’. Maar nu vernederlandst men de namen van buitenlandse vorsten niet meer, en dat vind ik jammer. Men zou Charles na zijn troonsbestijging ‘Karel’ moeten noemen, en dat accentje op Máxima moeten we ook gewoon laten vallen!
| |
‘Uro’
I.E. Plokker-Hazelhoff - Rijswijk
Help! Een week na de invoering van de euro hoorde ik caissières al volop [uuro] zeggen. En niet alleen toen, en niet alleen zij. Waar moet dit naartoe? Uropa? Urosongfestival?
Ik hoop dat dit uvel per direct de nek wordt omgedraaid.
| |
Zeg maar
R.P. van Hoeven - Amsterdam
In het nabije verleden hoorde je geregeld stopwoordjes als best wel, precies, dus, absoluut, het ...gebeuren, een stukje..., insteek en toch? Nu is zeg maar in opmars. Ministers, radio- en tv-presentatoren - iedereen zegt het. Ik betrap me er zelfs op het ook te gebruiken! Het toppunt echter is dat ook de Duitse schaatsster Anni Friesinger, die een Nederlandse vriend heeft en heel aardig Nederlands spreekt, het in een interview op tv bezigde. Wat te doen aan dit soort modewoorden die zich als een epidemie over het land verspreiden?
| |
Want?
Dr. S.M. Haensel - Rotterdam
Ik erger mij aan het toenemende gebruik van losse voegwoorden in conversaties. Waar vroeger een interviewer tijdens een vraaggesprek bijvoorbeeld ‘Waarom?’ vroeg, klinkt er tegenwoordig een bevelend ‘Want?’, zonder verdere toevoegingen. De ondervraagde moet dan maar zelf concluderen dat het een vraag betreft en dat hij het door de interviewer op die manier al begonnen antwoord slaafs mag afmaken. Andere veelgebruikte voegwoorden in dit verband zijn dus en maar. Ik hoop dat dit onbeleefde gebruik snel weer uit de mode is.
| |
Indien en dienen
Jos Brok - beleidsmedewerker, Ulvenhout
Overal kom ik tegenwoordig het plechtige en archaïsche indien tegen; niet alleen bij collega's, maar zelfs in de reclame van de supermarkt. Het enige effect dat dit woord sorteert, is dat er afstand geschapen wordt tussen ‘de zender’ en ‘de ontvanger’. Dienen is ook zo'n woord. Al jaren vervang ik dit consequent door moeten. Je merkt daarbij dat dat confronterender is, maar wel duidelijker, en daar gaat het bij communicatie toch om.
| |
Tijdens de toespraak
T. Bakker - Nijmegen
Tijdens is een woord uit de schrijftaal dat steeds meer voorzetsels verdringt in wendingen als in de Tweede Wereldoorlog, bij zijn leven, op de topconferentie, onder het eten. Soms doet het potsierlijk aan, bijvoorbeeld wanneer iemand eerst zegt dat de president een toespraak houdt, en dan vervolgt: ‘Tijdens deze toespraak zei hij...’
Wie zich kort en kernachtig wil uitdrukken, kan tijdens beter vermijden.
| |
Engelse zinsbouw
J.C. de Munck - Den Haag
In discussies over de invloed van het Engels op de Nederlandse taal wordt vaak gezegd dat de invloed op onze zinsbouw zeer gering is. Toch zie ik dikwijls veranderingen in de taal die vermoedelijk te wijten zijn aan het Engels. Zo wordt vaak het werkwoord doen gebruikt in plaats van naar mijn gevoel meer passende werkwoorden. Enkele voorbeelden: ‘een toneelspel doen’ in plaats van opvoeren, ‘een bijdrage doen’ in plaats van leveren en ‘Doe mij maar een pond gehakt.’
Verder zie ik dat samengestelde woorden onder invloed van het Engels dikwijls als twee delen worden geschreven, wat gevolgen heeft voor de klemtoon en ervoor zorgt dat iemand bij het lezen op het verkeerde been wordt gezet. Bijvoorbeeld: ‘een dood vervelende toestand’, ‘de systeem theoretische noodzaak’ en ‘de wereld orde’.
| |
Atleet
Wout van Kuilenburg - Boxmeer
De Duitse discuswerper Schroeder in 1936: onmiskenbaar een atleet.
Vergis ik me, of is het woord sporter inmiddels veranderd in atleet? Tijdens de Olympische Winterspelen in Salt Lake City werd in alle media gesproken over de ‘atleten die uitkomen’, voor welk land dan ook. Ik moet zeggen dat ik nog maar zelden atletiek op het ijs heb gezien, en dat geen van de mij bekende sporters bij mijn weten in zijn of haar vrije tijd aan atletiek doet. Waarschijnlijk heeft deze verandering iets te maken met het Engels. Athlete betekent daar volgens het Oxford-woordenboek sinds jaaren dag ‘iemand die bedreven is in sport en andere vormen van lichamelijke oefening’.
| |
Of
Niels H. Veldhuijzen - Arnhem
Of wordt in opsommingen vaak verkeerd gebruikt. Men hoort en leest vaak dat men kan ‘kiezen uit A, B of C’. Ik denk dat hier sprake is van contaminatie. Men moet zeggen: ‘Men kan kiezen: A, B of C’, dan wel: ‘Men kan kiezen uit A, B en C.’
|
|