De praktijk
De praktijktoets leverde voor veel beroepsschrijvers aardig wat problemen op. De vervoeging van werkwoorden uit het Engels kostte hun de meeste moeite. Vooral deleten en stressen waren lastig. Van de 32 tekstschrijvers spelden er maar liefst 28 gedeletet verkeerd en wisten er 29 geen raad met gestrest.
De tussen-n zorgde ook voor behoorlijk wat moeilijkheden (18 schrijvers spelden groentensoep in plaats van groentesoep), net als de aardrijkskundige woorden (tweederde schreef poolster in plaats van Poolster).
Maar bepaalde onderdelen gingen ook goed. In de nieuwe spelling kregen veel woorden een koppelteken in plaats van een trema (zeeëgel werd zee-egel, bijvoorbeeld), en de proefpersonen gaven aan het daarmee eens te zijn. Deze regel werd door de tekstschrijvers in het praktijkgedeelte van het onderzoek ook goed toegepast.
En dat is ook meteen een belangrijke uitkomst van het hele onderzoek: de onderdelen van de nieuwe spelling waarop de proefpersonen kritiek hadden, leverden hun in de praktijk ook de meeste moeilijkheden op - en andersom. Daarnaast kan voorzichtig geconcludeerd worden dat de kritiek van zes jaar geleden nog steeds geldt, en dat de praktijk uitwijst dat die terecht is. De nieuwe spelling blijkt lastig leerbaar - en dat dit naar voren komt uit een onderzoek onder uitgerekend beroepsschrijvers, geeft extra te denken.