| |
Zusters van Onze Taal
Taalverenigingen in Nederland en daarbuiten
Marc van Oostendorp
Het Genootschap Onze Taal telt ruim 40.000 leden. Dat klinkt vrij fors, maar kan het zich meten met organisaties in het buitenland? In grote taalgebieden als het Engels of het Frans zijn vast veel grotere taalverenigingen actief. En het zullen er ook wel meer zijn dan in Nederland. Of toch niet? Een onderzoek biedt verrassende resultaten.
Nederlanders, hoor je weleens beweren, houden niet van hun taal. Als dat zo is, dan is er wel iets merkwaardigs aan de hand: nergens op de wereld zijn er zo veel taalverenigingen als in Nederland. En nergens op de wereld lijkt er een grotere taalvereniging te bestaan dan hier. Ik ben de afgelopen maanden op zoek geweest naar verenigingen van taalliefhebbers met een omvang die vergelijkbaar is met die van het Genootschap Onze Taal. Misschien heb ik een Chinese volksbeweging over het hoofd gezien, maar ik durf wel te concluderen dat vergelijkbare verenigingen in ieder geval in de ons omringende taalgebieden niet te vinden zijn.
Neem het Engeltalige gebied, dat omvangrijk en kapitaalkrachtig is. Maar naar een grote vereniging waarin Engelstalige taalliefhebbers elkaar ontmoeten en die een leesbaar blad over taal uitgeeft, is het vergeefs zoeken. De grootste vereniging is de Modern Language Association (MLA) in Amerika, met naar eigen zeggen 30.000 leden in ruim honderd landen. Maar die leden zijn vooral taalleraren. Mensen die uitsluitend gedreven worden door liefde voor de taal, ‘leken’, zul je in deze vereniging niet vinden, en die schrijven ook niet in het blad dat de MLA uitgeeft.
| |
Simpl Spelling
Voor het overige lijkt het Engels het te moeten doen met enigszins excentrieke clubjes. Tamelijk bekend is de Simplified Spelling Society, een merkwaardig, in 1908 opgezet genootschap van intellectuelen die de spelling van het Engels te ingewikkeld vinden. Hoewel de vereniging niet meer dan 200 leden telt, die voornamelijk in de buurt van Londen wonen, is ze nog steeds behoorlijk actief. Zo publiceert ze steeds weer andere plannen voor de vereenvoudiging van de spelling: er is niet één bijzondere spelling waarnaar de vereniging als geheel streeft, ieder lid heeft zijn eigen stokpaardje.
| |
| |
De vereniging biedt zowel in een tijdschrift (het halfjaarlijks verschijnende Journal of the Simplified Spelling Society) als in een nieuwsbrief (Simpl Spelling, die driemaal per jaar verschijnt) een open podium voor alle leden met een spellingvoorstel. Hoewel er ook wel gelobbyd wordt bij beleidsmakers en uitgevers, lijken de activiteiten van de vereniging weinig vruchtdragend. Dat stoort de leden niet. Je krijgt de indruk dat plezier in het experiment vooropstaat.
| |
Restauratie en reparatie
Minder zorgeloos, maar nauwelijks groter, is de Queen's English Society, die opgericht is in 1972. In Groot-Brittannië werd de vereniging tamelijk bekend in de jaren tachtig. De toenmalige voorzitter, Godfrey Talbot, een voormalig omroeper van de BBC, zei toen in interviews dingen als: ‘Het komt mij voor dat de moedertaal, die de halve wereld nu gebruikt, een reden is voor zorg in het vaderland, waar de taal tegelijkertijd als vanzelfsprekend wordt beschouwd en bezoedeld. We moeten restaureren en repareren. Zelden is zo'n rijke erfenis zo ondergewaardeerd geweest.’ De vereniging geeft een tijdschrift uit, Quest, waarin veel ruimte is voor taaladviezen, en zij heeft in het verleden bij de Britse regering zonder veel succes aangedrongen op meer aandacht voor traditionele taalverzorging in het basisonderwijs.
Er mogen dan niet veel verenigingen zijn in het Engelstalige gebied, er zijn wel enkele tamelijk populaire periodieken. Vrij bekend in Nederland (onder andere doordat mensen als Gerrit Komrij en Liesbeth Koenen erover geschreven hebben) is het onregelmatig verschijnende Maledicta (‘Slechte taal’). Dit is een eenmansuitgave van de Amerikaan Reinhold Aman, die in zijn geheel gewijd is aan vloeken, scheldwoorden en obsceniteiten in alle talen van de wereld. Precieze oplagecijfers zijn niet bekend, maar waarschijnlijk wordt het ‘blad’ (het heeft de omvang van een fors boek) door enkele honderden mensen gelezen. De jongste aflevering (nummer 12) is alweer geruime tijd geleden verschenen, in 1996, maar een nieuw nummer is inmiddels aangekondigd voor december 2002.
Het Engelstalige tijdschrift dat het meest op Onze Taal lijkt, is zonder twijfel Verbatim (‘Woordelijk’). Het blad biedt een heel gevarieerde inhoud voor de ‘geïnteresseerde in taal zonder een doctorsgraad’: in de laatste afleveringen werd onder andere aandacht besteed aan de taal van Harry Potter en die van ‘gamers’ (jeugdige spelers van computerspelletjes), de voordelen van correct taalgebruik, het Engels in Italië en verdwijnende woorden. Toch heeft het blad niet meer dan 1600 abonnees (enkele recente proefnummers staan op de fraaie website van het tijdschrift; adres: zie kader).
| |
Niet-moedertaalsprekers
Voor het Frans, Duits en Engels zijn er ook organisaties die zich speciaal richten op mensen die geen moedertaalsprekers zijn. De bekendste zijn:
Alliance Française: www.alliancefr.org/html_fr/index1.htm
Goethe Institut: www.goethe.de
British Council: www.britishcouncil.co.uk
| |
Vijf opmerkelijke taalorganisaties
Behalve de in het artikel genoemde zijn er nog vele opmerkelijke taalverenigingen in Nederland. U vindt hier een beperkte selectie uit een zeer ruime keuze; meer koppelingen vindt u via www.onzetaal.nl/koppling.
Esperanto Nederland: www.esperanto-nederland.nl
Etymologie-Club Arnhem: http://w3.ixs.nl/g.smeets/etymologie.html
Nederlandstalig Scrabble-Verbond: http://home.worldonline.be/~fr020202/ntsv.htm
Stichting Taalvorming en Taaldrukken: www.taalvorming.nl
Vereniging Woortblind (voor ouders van dyslectische kinderen): www.woortblind.myweb.nl
| |
Taalstrijd
Dat er in het Engelstalige gebied weinig grote verenigingen zijn die zich zorgen maken om de taal, is gezien de sterke internationale positie van die taal misschien logisch. Maar in andere taalgebieden om ons heen is de situatie niet anders. De belangrijkste taalvereniging in Frankrijk heet Défense de la langue française (‘Verdediging van de Franse taal’). De in 1958 opgerichte vereniging, die ruim 3000 leden heeft, wil ervoor strijden dat het Frans op alle terreinen van de samenleving kan worden gebruikt en dat er Franse alternatieven komen voor (Engelse) leenwoorden. Défense de la langue française geeft een gelijknamig tijdschrift uit met artikelen van leden, en zij reikt prijzen uit, aan onder anderen middelbare scholieren en journalisten.
In Parijs zijn af en toe bijeenkomsten waar dictee-en dichtwedstrijden worden gehouden, of waar men luistert naar ‘begaafde sprekers’ die iets te berde brengen over de Franse taal. Een grappig aspect is dat de vereniging een aantal gespecialiseerde deelverenigingen kent, zoals de ‘Ambroise Paré-kring’, die zich richt op het gebruik van het Frans in de medische wereld, en de ‘Pierre de Coubertin-kring’, die zich richt op de taal van de sport.
In het algemeen lijkt de Franse publieke belangstelling voor taal zich heel sterk te richten op taal- | |
| |
strijd. Het Parijse tijdschrift Vox Latina (‘Latijnse stem’) trekt bijvoorbeeld ongeveer 22.000 lezers met artikelen over de zorgelijke politieke toekomst van de Franse taal in Frankrijk en in de rest van de wereld. In het blad staan overigens ook algemene artikelen over mondialisering en internationale politiek, en bovendien wordt, zoals de naam al suggereert, aandacht besteed aan andere Romaanse talen.
| |
Schwarzgeldaffäre
In Duitsland lijkt de taalbeweging wat diverser. Er is een relatief groot aantal instellingen actief, met verschillende doelstellingen. Het grootst is waarschijnlijk de Gesellschaft für deutsche Sprache (GfdS), die in 1947 is opgericht en inmiddels enkele duizenden leden telt. De GfdS heeft net als Onze Taal een taaladviesdienst (Sprachberatungsdienst) en geeft twee tijdschriften uit: Muttersprache en Der Sprachdienst. Het eerste is wat algemener en theoretischer, het tweede wat meer op de praktijk gericht. De vereniging deelt ook prijzen uit aan journalisten en haalt ieder jaar minstens één keer de Duitse pers - als zij het ‘woord van het jaar’ uitroept (in 2000 was dat Schwarzgeldaffäre, in 2001 der 11. September).
Het grootste Duitstalige tijdschrift is Deutsche Sprachwelt, waarvan de laatste zeven nummers een gemiddelde oplage van 30.000 exemplaren hadden. Het wordt uitgegeven door de Verein für Sprachpflege, maar men hoeft geen lid te zijn van deze vereniging (eigenlijk een koepelorganisatie van taalverenigingen) om zich op het blad te kunnen abonneren. Helaas is het blad voor de gemiddelde Nederlandse lezer wat minder aantrekkelijk, omdat het voor een belangrijk deel gevuld wordt met protesten tegen de nieuwe spelling. Deze is ongeveer tegelijkertijd ingevoerd met de laatste spellinghervorming van het Nederlands, maar waar in onze streken de meeste mensen zich inmiddels al dan niet moedeloos bij de gang van zaken hebben neergelegd, kunnen Duitse tijdschriften als Deutsche Sprachwelt nog in elk nummer vele bladzijden vullen met klachten en protesten, en verklaringen van uitgevers die zijn teruggekeerd naar de oude spelling.
| |
Websites van de genoemde taalverenigingen
Modern Language Association: www.mla.org |
Simplified Spelling Society: www.spellingsociety.org |
Queen's English Society: www.author.co.uk/qes |
Verbatim: www.verbatimmag.com |
Défense de la langue française: www.langue-francaise.org |
Vox Latina: www.voxlatina.com |
Gesellschaft für deutsche Sprache: www.gfds.de |
Deutsche Sprachwelt: www.deutsche-sprachwelt.de |
Algemeen-Nederlands Verbond: www.algemeennederlandsverbond.org |
Genootschap De Vlaamse Taal: http://groups.msn.com/vlamingenzijngeennederlanders |
Stichting Natuurlijk Nederlands: www.natuurlijk-nederlands.org |
Vereniging voor Nederlandstalige Terminologie NL-Term: www.nlterm.org |
Vereniging Veldeke Limburg: www.veldeke.net |
Vereniging voor Wetenschappelike Spelling: www.spellingverbetering.nl |
Werkgroep Algemeen Geschreven Limburgs: www.limburghuis.nl |
Vereniging tot bevordering van kennis van Hebreeuws: www.hebreeuws.myweb.nl |
De Vereniging Algemeen Nederlands heeft helaas geen eigen website. Informatie vindt u in het colofon van dit blad.
| |
Goet gespelt
In het Nederlandse taalgebied is het Genootschap Onze Taal lang niet de enige vereniging die zich met taal bezighoudt. Er zijn allerlei andere organisaties. Daar zijn verenigingen bij die zich op min of meer hetzelfde terrein begeven als Onze Taal, zoals de Vereniging Algemeen Nederlands, de ‘Vlaamse’ zustervereniging van Onze Taal, die het tijdschrift Nederlands van Nu uitgeeft. Er zijn ook verenigingen die zich behalve met taal ook met culturele zaken bezighouden, zoals het Algemeen-Nederlands Verbond (met het tijdschrift Neerlandia).
Andere organisaties zijn gespecialiseerder. Zoals de Stichting Natuurlijk Nederlands, die onder andere regelmatig lijsten publiceert met Nederlandstalige alternatieven voor Engelse leenwoorden. Of het Genootschap De Vlaamse Taal, dat zich onder aanvoerderschap van Charles Vanderhaegen inzet voor een aparte Vlaamse standaardtaal zonder ‘Hollandse’ invloed. Of de Vereniging voor Wetenschappelike Spelling, die anders dan de Engelse Simplified Spelling Society wel een eigen standaardspelling voorstaat (‘Goet gespelt’). Of de Vereniging voor Nederlandstalige Terminologie NL-Term, voor ‘alle personen die met terminologie worden geconfronteerd’. Of Veldeke Limburg, een van de vele organisaties die zich bezighouden met een dialect. Of de werkgroep Algemeen Geschreven Limburgs, die Veldeke Limburg te vuur en te zwaard bestrijdt.
Er zijn zelfs organisaties in Nederland die zich op een heel andere taal richten. De 400 leden tellende Vereniging tot bevordering van kennis van Hebreeuws bijvoorbeeld, die studiedagen organiseert en het tijdschrift Alef beet uitgeeft over zowel het bijbelse Hebreeuws als de moderne taal.
| |
Georganiseerd verband
Ik vermoed dus dat het Nederlandse taalgebied niet alleen mogelijk de grootste taalvereniging kent, maar ook het grootste aantal taalverenigingen per hoofd van de bevolking. De leden van al die organisaties en clubjes worden vast gedreven door een grote liefde voor taal, maar toch kan dat het verschil met het buitenland niet verklaren. In de landen om ons heen houdt men niet minder van taal.
De oplossing ligt misschien ergens anders: in het algemeen is het openbare leven in Nederland (en tot op zekere hoogte in Vlaanderen) veel georganiseerder dan elders. De Consumentenbond en de ANWB horen in hun soort net zo goed tot de grootste organisaties ter wereld. Ook onze liefde voor taal beleven we kennelijk graag in georganiseerd verband.
|
|