Letters tekort
Wie leert lezen en schrijven, leert dus ook op een bepaalde manier met taal omgaan. Onderzoek naar de manier waarop analfabeten tegen taal aankijken, is niet alleen nuttig voor taalkundigen, die zo meer inzicht krijgen in de manier waarop wij mensen taal in ons hoofd opbergen. Het is ook nuttig voor het onderwijs, dat zo beter kan aansluiten op de belevingswereld van de leerling.
De meeste analfabeten die Kurvers sprak, wilden heel graag leren lezen, maar kwamen daar eerder niet toe. ‘Ik wilde al veel langer,’ zei een van hen, ‘maar mijn man was ziek.’ Een ander vertelde dat haar dochtertje haar min of meer naar de les had gestuurd. Het meisje had vaak gevraagd of haar moeder iets kon voorlezen. Toen ze moest vertellen dat ze dat niet kon, had het meisje gezegd: ‘Jij kunt ook niks, mama.’ De meeste mensen wilden vooral praktische alledaagse dingen leren beheersen - een briefje schrijven, de informatie van de school van hun kinderen lezen - maar opvallend genoeg waren er mensen die Kurvers toevertrouwden dat ze ambitieuzere plannen hadden. ‘Later ga ik een boek over mijn leven schrijven’, zei iemand tegen de leraar Nederlands. ‘Waarom later?’, vroeg deze, ‘Waarom niet nu?’ ‘Ik kom’, antwoordde de cursist, ‘nog letters tekort.’
Jeanne Kurvers. Met ongeletterde ogen. Kennis van taal en schrift van analfabeten. Amsterdam, Aksant, 2002. ISBN 90 5260 057 0