Hallo als afscheid
C. Kostelijk - Alkmaar
In het boek Boeren en buitenlui (Amersfoort, 1996) staat een verhaal van Herman Pieter de Boer, waarin hij vertelt over een wandeling die hij samen met Eelke de Jong maakt:
Daarna gingen we kippenvoer kopen in Steenwijk. ‘Moet je opletten,’ zei Eelke, ‘die winkelier zegt “hallo” als je weggaat’ Dit keer was het niet gelogen. Toen we binnenkwamen zei de man: ‘Goeiedag heren.’ Toen we weggingen, riep hij ‘Hallo!’
Zijn papegaai herhaalde dit.
Dat gebruik van hallo als afscheidsgroet wekte mijn nieuwsgierigheid, en dus las ik het artikel ‘Sag beim Abschied...’ van Harrie Scholtmeijer (in het tijdschrift Respons, nr. 3, 1999), waarin hij de talloos vele afscheidsgroeten bespreekt die er in ons land voorkomen. Maar hallo staat daar niet in.
Een bevriende uitgeversrelatie daarentegen bleek deze afscheidsgroet wel degelijk te kennen. Hij zou voorkomen in Kampen. Hij gaf mij het adres van de neerlandicus Nico Stam, die mij schreef:
Wel weet ik dat in Kampen hallo (liever allo) de normale afscheidsgroet is/was. Waarschijnlijk bij de meer ‘volkse’ mensen. Toen ik mij in november 1964 in deze stad vestigde, viel me deze eigenaardigheid terstond op.
En ook in het Woordenboek van de Kamper taal, dat in 2000 verscheen, staat bij het trefwoord allo: ‘now allo eur “tot ziens”’.
Alle sporen leiden dus naar Kampen, en niet naar Steenwijk. Ik vroeg de projectleider streektaal van de IJsselacademie, mevrouw Ph. Bloemhoff-de Bruijn, of zij misschien meer wist. Haar ‘voorlopige conclusie’ is dat ‘(h)allo als afscheidsgroet beperkt is tot Kampen en de dorpen die op Kampen georiënteerd zijn’. Zij verbaast zich erover dat het verhaal van Herman Pieter de Boer zich in Steenwijk afspeelt: ‘In Steenwijk heb ik mijn licht opgestoken bij iemand die zijn hele leven een winkel heeft gehad’, aldus de projectleider. ‘Hij had het nog nooit gehoord. Men zegt daar “goeie!” of “tot ziens”.’