Engelland
Jaap Cieraad † - Diepenveen
Op de Onze Taal taalkalender trof ik ooit een stukje van Gerald van Berkel aan over de volgende regel uit een kinderversje: ‘Witte zwanen, zwarte zwanen, wie gaat er mee naar Engeland varen?’ Van Berkel stelt dat in de oorspronkelijke versie de witte zwanen vergezeld werden door kroenekranen, ofwel kraanvogels; later werd kroenekranen verbasterd tot groene zwanen en weer later tot zwarte zwanen. Maar over dit liedje is nog veel meer te zeggen.
Het ging oorspronkelijk namelijk niet om Engeland waar je naartoe kunt varen, maar om ‘het land der engelen’, engelland dus. Voorzover mij bekend is de originele tekst:
Witte zwaan en zwarte zwaan
Wie wil mee naar engelland gaan?
Engelland is gesloten
De sleutel is gebroken
Is er dan geen timmerman,
Die de sleutel maken kan?
Laat doorgaan, laat doorgaan
De laatsten zullen voorgaan
Het versje zoals ik het geleerd heb, heeft een nogal religieuze inslag. Het engelland is gesloten en de sleutel gebroken vanwege de ‘zondeval’. Het versje heeft ook een verwijzing naar Jozef, de timmerman van Nazareth. De zinsnede ‘Is er dan geen timmerman’ kun je interpreteren als ‘Je weet toch wel dat er die timmerman is!’ Maar, een timmerman maakt toch geen sleutel? Daarom ontstond de variant:
Is er dan geen smid in 't land
die ons de sleutel maken kan?
De laatste twee regels van het oorspronkelijke rijm betekenen ‘vele laatsten zullen de eersten zijn’. Het versje hoorde vroeger bij een spelletje. Kinderen dansten in het rond en vormden daarna een poortje. De laatsten moesten door dat poortje naar voren lopen en daar het poortje verder bouwen. Door dit spelletje veranderden de laatste twee regels in:
Laat doorgaan, laat doorgaan
De laatste zullen we vangen
Bij dat woord ‘vangen’ werden dan de twee die zich in het poortje bevonden ingesloten en dat was dan het einde van het spel.
Er zit vaak meer achter kinderliedjes dan de oppervlakkige beschouwer ziet.