Geliefd/geliefkoosd
? ‘Bomen zijn voor mij een geliefkoosd onderwerp om te schilderen’, las ik onlangs in iemands autobiografie. Kun je niet beter spreken van ‘een geliefd onderwerp’? Liefkozen betekent toch ‘aaien, strelen’?
! Het werkwoord liefkozen betekent inderdaad ‘strelen, aanhalen’, en vroeger ook ‘lief spreken’ (denk aan op liefkozende toon). Het voltooid deelwoord geliefkoosd is echter een eigen leven gaan leiden in de betekenissen ‘geliefd, dierbaar, waaraan iemand de voorkeur geeft’. Volgens het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT, deel IV, 1889) werd dit geliefkoosd vroeger wel afgekeurd, omdat het werkwoord liefkozen niet de betekenis ‘liefhebben’ had. Het WNT noemt het verschil in betekenis tussen het werkwoord en het voltooid deelwoord ‘iets buitengewoons, en de uitdrukking is zeer oneigenlijk [= niet-letterlijk]’. Het woordenboek vervolgt: ‘Eene geliefkoosde spijs klinkt vreemd, omdat spijs geen voorwerp van liefkoozing is, en als een bevallig meisje van haren geliefkoosden schrijver spreekt, dan is 't voor haar te hopen, dat men hare woorden niet te letterlijk opvatte. Doch het gebruik heeft beslist. Sedert het begin dezer eeuw [= de negentiende] is geliefkoosd nevens geliefd in zwang gekomen. (...) [Het is] zelfs meer en meer de gewone term geworden, vermoedelijk omdat geliefd, als edele uitdrukking, wat te plechtig begon te klinken.’
Anno 1936 ging de redactie van Onze Taal in op een brief van een lid dat vond dat we moesten spreken van ‘onze geliefde taal’, niet van ‘onze geliefkoosde taal’. De redactie merkte op dat geliefd en geliefkoosd niet volledig synoniem zijn: ‘Stellig, onze geliefde taal, ons geliefde vaderland; wij hebben onze taal, ons vaderland lief. Geliefkoosd heeft een geheel andere gevoelswaarde. Een vrouw mag in alle gemoedsrust spreken over haar geliefkoosden dichter, zonder vrees behoeven te hebben dat wij in dien dichter haar geliefde zullen zien. En daarom mochten wij ook spreken van een geliefkoosde uitdrukking.’
Voor sommigen zal er nog verschil zijn tussen een geliefde dichter en een geliefkoosde dichter. In de meeste gevallen - waaronder een geliefd/geliefkoosd onderwerp - zijn geliefd en geliefkoosd echter synoniem.