Cateren voor
J.P. van Braam Houckgeest - vertaler Engels, Tonden
NRC Handelsblad berichtte enige tijd geleden over een tweemansbedrijfje genaamd ‘Rent-a-Priest’, opgericht en gedreven door twee Belgische priesters. In het bericht kwam de volgende zinsnede voor: ‘“Rent-a-Priest” (...) catert voor het toenemende aantal Belgen die voor eerste communies, doopvieringen of huwelijken niet meer naar de kerk willen.’
Omdat aan de genoemde gelegenheden doorgaans allerlei heerlijke hapjes te pas komen, zou het mij niet verbazen als sommige lezers aanvankelijk dachten dat dit tweemanschap maaltijden verzorgt (daarmee tevens een nieuwe invulling gevend aan het woord smulpapen). Catering en cateren zijn tenslotte woorden die inmiddels volledig in het Nederlands zijn ingeburgerd. Het krantenartikel maakte echter duidelijk dat het niet ging over het leveren van maaltijden, maar over het verzorgen van religieuze plechtigheden. Hier dreigt de lezer op het verkeerde been te worden gezet.
Volgens mij zit het zo: dit ‘catert voor’ is door de auteur afgeleid van het Engelse to cater for ‘bedienen, inspelen op, tegemoetkomen aan’. In de geciteerde tekst wordt dus to cater for in deze betekenis vernederlandst, met gebruikmaking van het inmiddels geaccepteerde woord cateren, dat een geheel andere betekenis heeft. Zou dit werkwoord cateren voor een leemte in de Nederlandse taal vullen? En ook al zou het antwoord ‘ja’ zijn, zou het dan toch niet beter zijn om zo goed en zo kwaad als het gaat een Nederlandse formulering te zoeken, zodat misverstanden kunnen worden voorkomen?