Verrade(r)lijk
? Op televisie zag ik de waarschuwing ‘Mist: verraderlijk’. Is hier niet verradelijk zonder r bedoeld; het woord is toch afgeleid van het werkwoord verraden?
! Verraderlijk (mét een r, afgeleid van verrader) is de juiste schrijfwijze. De vorm verradelijk is verouderd; Van Dale (1999) vermeldt hem nog wel, maar verwijst naar verraderlijk. Spellinggidsen als het Groene Boekje en de Spellingwijzer Onze Taal geven alleen verraderlijk.
Als woordvorm zijn verraderlijk en verradelijk beide mogelijk. Het achtervoegsel -lijk kan geplaatst worden achter werkwoordsstammen (verfoei(en) - verfoeilijk; bespot(ten) - bespottelijk), zelfstandige naamwoorden (god - goddelijk; burger - burgerlijk; nadruk - nadrukkelijk) en bijvoeglijke naamwoorden (bang - bangelijk; ziek - ziekelijk; open - openlijk). Verraderlijk is afgeleid van het zelfstandig naamwoord verrader, en verradelijk ofwel van het werkwoord verraden of van het zelfstandig naamwoord verraad.
In ouder Nederlands werd een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de vorm mét en die zónder r: verraderlijk was gereserveerd voor personen, terwijl verradelijk op zaken betrekking had. In de loop der eeuwen heeft de vorm met r de andere vorm verdrongen, onder meer doordat de betekenissen sterk op elkaar leken. Het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) vermeldt beide vormen nog wel, maar noemt verradelijk ‘verouderd’ (bedoeld is: verouderd in het Nederlands van voor 1921). Bij verradelijk én verraderlijk geeft het WNT de aloude betekenissen ‘trouweloos, ontrouw, bedrieglijk, vals’. Maar als het gaat om de betrekkelijk nieuwe betekenis ‘gevaarlijk’, zoals in het voorbeeld met mist, is volgens het WNT alleen verraderlijk mogelijk, of het nu op personen of op zaken wordt toegepast. Kennelijk was verradelijk al verdrongen toen deze betekenis in opkomst kwam.