in het ene land, het ook goed of slecht deden in de andere landen. Dit is een algemeen verschijnsel. Bepaalde groepen migranten, zoals Chinezen, Japanners en Duitsers, zijn gedurende meerdere generaties overal in de wereld meer dan gemiddeld succesvol. Het aandeel van de Oost-Aziaten in de universitaire studentenpopulatie in Californië is enkele malen groter dan hun aandeel in de bevolking. Andere groepen zijn daarentegen overal ter wereld minder dan gemiddeld succesvol. Culturele factoren spelen hier duidelijk een rol. Voor migranten is niet alleen van belang wat zij in het land van vestiging aantreffen, maar meer nog wat zij vanuit het land van herkomst meebrengen.
Een systematische en grondige analyse van deze culturele factoren is niet alleen van belang voor allochtonen, maar ook voor autochtonen. Wij kunnen er allen van leren. Tot voor kort lag een dergelijke analyse om politiek-ideologische redenen nogal moeilijk. Nog onlangs verscheen er een rapport over de onderwijsachterstanden van allochtonen waarin werd opgemerkt dat de Chinezen een uitzondering vormden, en met rekenen zelfs beter scoorden dan het gemiddelde. Naar de mogelijke oorzaken werd echter niet gevraagd.
Een gedegen onderzoek van de culturele factoren die voor het onderwijssucces van belang zijn, zal ongetwijfeld aantonen dat er een belangrijke uitbreiding, verbreding en verdieping nodig is van de opvoedingsondersteunende en voorschoolse programma's, zoals de ‘Stap’-programma's en Pyramide en Caleidoscoop. De opvoedingsondersteuning voor zowel autochtone als allochtone gezinnen in achterstandssituaties zal daarbij vermoedelijk wel verder moeten gaan dan het stimuleren van voorlezen en spelen aan huis, en ook een meer ingrijpende aanpassing van normen, waarden en attituden moeten omvatten.
Het wordt tijd het begrip cultuur definitief te ontmythologiseren en te beschouwen als wat het in oorsprong is: een (overlevings)strategie, bedoeld om een zekere mate van welvaart, welzijn en veiligheid voor de (leden van de) stam te verkrijgen. Indien de strategie onvoldoende effectief blijkt, bijvoorbeeld door een wijziging van de omstandigheden of doelen, of door intrinsieke gebreken van de strategie zelf, dan is het verstandig de strategie (dus: de cultuur) dienovereenkomstig aan te passen. Zulke aanpassingen hebben in de meeste culturen door de hele geschiedenis heen plaatsgevonden, maar vaak met een vertraging van eeuwen. Zo veel tijd hebben we nu niet.