Economisch kunstje
De heer Van der Gaag stelt dat de discussie over onderdompeling en onderwijs in eigen taal weinig voortgang boekt en zinloos is. Aangezien het kernprobleem volgens hem niet ligt in taalachterstand maar in de algemene achterstand in het onderwijs en in een falende sociale integratie, zijn rigoureuze maatregelen noodzakelijk. Als ik zijn laatste alinea goed begrijp, moeten minder succesvolle groepen allochtonen hun cultuur aanpassen. Dat cultuur ‘een (overlevings)strategie’ zou zijn, ‘bedoeld om een zekere welvaart, welzijn en veiligheid voor de (leden van de) stam te verkrijgen’ is een uiterst wonderlijke gedachte, waarin cultuur wordt gezien als een economisch kunstje dat je naar believen kunt aanpassen. Ook het gebruik van het woord stam is in dit verband op z'n zachtst gezegd verbazingwekkend. Het is bovendien een gevaarlijke visie, waarin het al gauw vanzelfsprekend is om te spreken over de superioriteit van de cultuur van de maatschappelijk succesvolle bovenlaag. Als directeur van het Meertens Instituut, dat de volkscultuur in Nederland onderzoekt, wijs ik een dergelijke visie op cultuur met kracht van de hand.
Dat taalachterstand een onderdeel is van een groter probleem, namelijk de falende integratie van groepen allochtonen, is juist. Dat de oplossing van dit probleem niet ligt in het eenzijdig aanpakken van deze taalachterstand is ook juist. Een verstandige benadering van allochtone landgenoten vereist dat wij ons zorgvuldig beraden op de maatregelen die genomen moeten worden om allochtonen volwaardig lid te laten zijn van onze samenleving. In dat kader past een actief beleid dat respect toont voor de talen van groepen immigranten, ook binnen de schoolsituatie. Dat dit praktisch moeilijk te realiseren valt, mag geen reden zijn om immigranten gedwongen te laten afkicken - en wel een beetje snel graag - van hun ‘ongewenste’ moedertaal en hun ‘ineffectieve’ cultuur.