Geschiedenis op straat
Grote staat
Riemer Reinsma
De Grote Staat is een dure winkelstraat in Maastricht. Het is een passende naam, want wie hier komt, voert een (relatief) grote staat. Maar daar heeft de naam natuurlijk niets mee te maken.
Waarmee dan wel? Dialectkenner H.J.E. Endepols oppert in zijn Woordenboek of Diksjenaer van 't Mestreechs (1955) dat Staat hier etymologisch samenhangt met het Duitse woord Gestade. Maar hij zet een vraagteken achter zijn gissing, en dat lijkt niet geheel ten onrechte. Want Gestade betekent ‘oever, zoom, kust, strand’, en zoiets is in de Grote Staat nergens te bekennen.
De Groote Staat in 1919
Uit: H.J.E. Endepols, Woordenboek of diksjenaer van 't Mestreechs. Maastricht, 1955
Veel waarschijnlijker is de verklaring van J.M. Nuijts, de schrijver van het boek Oorsprong, afleiding en geschiedenis der Maastrichtsche straatnamen (1910). Volgens hem is Staat hier het Limburgse dialectwoord voor ‘stad’. Maar daarmee rijst meteen een nieuwe vraag: waarom heeft men deze straat ‘een stad’ genoemd, een ‘grote stad’ zelfs?
De oorsprong van deze straatnaam ligt in de zeventiende eeuw. Toen heette de straat kortweg Staat. In en nabij de straat stonden twee van de belangrijkste gebouwen van Maastricht, te weten het stadhuis en de rechtbank. De straat werd dan ook beschouwd als de stadskern. We zouden het nu ‘de binnenstad’ of ‘de city’ noemen, maar indertijd gebruikte men daarvoor het goed-Nederlandse woord stad. Pas in de negentiende eeuw begon men onderscheid te maken tussen de Grote Staat en de aftakking daarvan, de Kleine Staat.
Er is maar één bezwaar te verzinnen tegen de verklaring van Nuijts. In de genoemde Diksjenaer - een woordenboek waarin de trefwoorden in het Standaardnederlands zijn opgenomen, gevolgd door de Maastrichtse vertaling - vinden we onder stad als Maastrichts equivalent... gewoon stad en niet staat, zoals we zouden kunnen verwachten. Toch hoeft dat Nuijts' verklaring niet onderuit te halen, denk ik. De naam Grote Staat is al in de zeventiende eeuw ontstaan, en het Maastrichtse dialect kan in die tijd best ietsje anders geklonken hebben dan nu.
Een Kleine Staat vinden we niet alleen in Maastricht, maar ook in het stadje Nieuwstadt bij Susteren. Maar ook daar blijkt men stad niet als ‘staat’ uit te spreken, en ook Nieuwstadt zelf heet gewoon Nieuwstad en niet ‘Nieuwstaat’. Een Grote Staat is in Nieuwstadt, vreemd genoeg, in geen velden of wegen te zien. De Maastrichtse Grote Staat is dus uniek.