| |
| |
| |
De ondergang van het Servo-Kroatisch
Taal en politiek in voormalig Joegoslavië
R. Luc̆ić - lexicograaf, Universiteit van Amsterdam
Tien jaar geleden is in Kroatië het woord radnik ‘arbeider’ vervangen door het tot dan toe heel zelden gebruikte djelatnik ‘werker, verrichter’. Het ineenstorten van het voormalige Joegoslavië leidde behalve tot een politieke aardverschuiving ook tot grote veranderingen in de taal. Het Servo-Kroatisch verdween als officiële standaardtaal; ervoor in de plaats kwamen het Kroatisch, het Bosnisch en het Servisch. Over een schrijnend geval van samenhang tussen politiek en taal.
De belangrijkste voetbalclub uit de hoofdstad van Kroatië heette jarenlang Dinamo Zagreb. De naam stamt uit de tijd dat Kroatië een onderdeel was van het communistische Joegoslavië. Vandaar dat de Kroatische president Tudjman direct na de onafhankelijkheid van zijn land, begin jaren negentig, bepaalde dat de club anders moest gaan heten. Het werd uiteindelijk Croatia Zagreb. Maar intussen bleef Dinamo gebruikt worden door de supporters (die de naam bij elke wedstrijd bleven scanderen) en niet te vergeten door Kroatische andersdenkenden. Toen Tudjman eind vorig jaar overleed en zijn regerende partij de verkiezingen verloor, werd de officiële clubnaam terugveranderd in Dinamo.
Politiek en taal hebben veel met elkaar te maken. Dat bleek weer eens uit wat er zich de afgelopen tien jaar afspeelde in voormalig Joegoslavië. Het ineenstorten van het communisme, de opkomst van de democratie, de daaropvolgende separatistische processen en de uiteindelijke escalatie van nationalistische onverdraagzaamheid leidden behalve tot een politieke aardverschuiving en een verschrikkelijke oorlog ook tot grote veranderingen in de taal. Het einde van Joegoslavië betekende het definitieve uiteenvallen van het ‘standaard-Servo-Kroatisch’. Hoe ging dat in z'n werk? Wat is er van het Servo-Kroatisch geworden? Waaruit bestond die taal eigenlijk, en wie waren haar sprekers? Maar bovenal: hoezeer was de taal een instrument van de politiek?
Om deze vragen te kunnen beantwoorden is het nodig eerst een duik in de geschiedenis te nemen.
| |
De Servo-Kroatische taalfamilie
In zekere zin zijn de Servo-Kroatische talen goed te vergelijken met de verschillende varianten van het Engels. Ze zijn onderling goed verstaanbaar, maar ze verschillen ook, als het gaat om normen, achtergronden en taalgebruik. Bovendien zijn er lexicale verschillen, vooral in de wetenschappelijke terminologie en in vakjargon.
De naam Servo-Kroatisch is in de negentiende eeuw bedacht door taalkundigen en verwijst eigenlijk naar een familie van verwante talen of dialecten uit de Zuid-Slavische taalfamilie (waartoe verder nog het Bulgaars, Sloveens en Macedonisch behoren). De woorddelen Servo en Kroatisch hebben betrekking op de volkeren die in het Centraal-Zuid-Slavische gebied het meest vertegenwoordigd zijn: de Serviërs en de Kroaten. Het gebied is echter vóór 1918 nooit een politieke eenheid geweest. Verdeeld tussen Oostenrijk, Hongarije, Venetië (Italië) en Turkije, behoorden de regio's tot verschillende culturele en taalkundige invloedssferen, waardoor de ontwikkeling van één standaardtaal onmogelijk was.
In de eerste helft van de negentiende eeuw ontstond het ‘panslavisme’, het streven naar één onafhankelijk land voor alle Slaven. Servië was toen al gedeeltelijk onafhankelijk van Turkije, maar Kroatië behoorde nog tot het Oostenrijkse keizerrijk. Daarom waren vooral Kroatische intellectuelen voorstander van vereniging met de Serviërs in een onafhankelijke Zuid-Slavische staat (Jugo-Slavija betekent ‘Zuid-Slavië’).
| |
Eén standaardtaal
Aansluitend op dit panslavistische streven werd er ook geijverd voor een gezamenlijke taal. Op een bijeenkomst in Wenen in 1850 besloten vooraanstaande Kroatische en Servische schrijvers en taalkundigen te gaan werken aan één standaardtaal. Zowel politiek als taalkundig faalde dit streven, en aan het einde van de negentiende eeuw hadden zich in Servië en Kroatië verschillende normen ontwikkeld.
Na de Eerste Wereldoorlog en het uiteenvallen van het Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk ontstond het Koninkrijk der Serviërs, Kroaten en Slovenen, dat later Joegoslavië zou gaan heten. De officiële taal werd in de grondwet van 1921 ‘Servo-Kroatisch-Sloveens’ genoemd. Maar vanwege de politieke suprematie van de Serviërs ging het hier in feite om de standaardtaal die zich in Servië ontwikkeld had. De Kroatische norm werd onderdrukt. Met uitzondering van
| |
| |
een korte periode gedurende en kort na de Tweede Wereldoorlog, toen de Joegoslavische Antifascistische Raad van de Volksbevrijding het land officieel viertalig verklaarde (Servisch, Kroatisch, Sloveens en Macedonisch), bleef deze situatie min of meer voortduren tijdens het bestaan van de Joegoslavische staat, dus tot begin jaren negentig.
| |
Vier spellinggidsen
Dat het na de Tweede Wereldoorlog aan de macht gekomen communistische regime voor de taal de naam Servo-Kroatisch hanteerde, had voornamelijk politieke redenen. De eenheid van de Joegoslavische volkeren werd ermee benadrukt. Toen begin jaren negentig Kroatië zich onafhankelijk verklaarde, Bosnië na een bloedige oorlog tegen wil en dank ook min of meer zelfstandig werd en Joegoslavië was gereduceerd tot Servië en Montenegro, was er van die eenheid niets meer over. En dat gold ook voor het Servo-Kroatisch. Dat werd vervangen door het Kroatisch, het Bosnisch, het Servisch en het Montenegrijns - al heeft die laatste taal nog geen officiële status. Vandaag, bijna tien jaar na het uiteenvallen van Joegoslavië, is het Servo-Kroatisch niet meer dan een puur taalkundige term. En zelfs dat niet overal. In Kroatië werd in de nieuwe uitgave van een Kroatische grammatica uit 1997 het dialectensysteem waarbij het Kroatisch hoort niet meer Servo-Kroatisch genoemd, maar ‘Centraal-Zuid-Slavisch’. En in plaats van één Servo-Kroatische spellinggids zijn er tegenwoordig vier verschillende in gebruik: voor het Kroatisch, Bosnisch, Servisch en Montenegrijns.
| |
Kroatisch
Vooral de recente ontwikkeling van het Kroatisch is een sprekend voorbeeld van de manier waarop taal en politiek hand in hand kunnen gaan. Zoals gezegd was het Kroatisch in de Servo-Kroatische ‘standaardtaal’ nogal een ondergeschoven kindje. In het bijzonder in het eerste Joegoslavië (1918-1941), maar ook tijdens het communisme (1945-1990), zagen de Kroaten de grote hoeveelheid Servisch in de standaardtaal als een weerspiegeling van het overwicht van de Serviërs in het leger, het onderwijs en het bestuur. Na de afschaffing van het communistische systeem leidde dit tot een heftige reactie: Servische invloeden werden zo veel mogelijk uit het Kroatisch verbannen. De onafhankelijkheid van de Kroatische taal ten opzichte van het Servo-Kroatisch moest dienen als bewijs van de onafhankelijkheid van Kroatië ten opzichte van Joegoslavië.
Bij de woordvorming werd daarom gebruikgemaakt van een aantal voor- en achtervoegsels die in het Kroatisch veel gangbaarder zijn dan in het Servisch. Ook reeds bestaande, in de laatste decennia bijna vergeten woorden met deze uitgangen en voorvoegsels kregen nu een nieuw leven, bijvoorbeeld uljudba ‘beschaving’ voor civilizacija, ras̆c̆lamba ‘ontleding’ voor analiza, en dopredsjednik ‘vice-president’ voor podpredsjednik. In de pers zijn er een stuk of twintig woorden bij gekomen die nog geen tien jaar geleden als ouderwets of ambtelijk werden beschouwd. Zij kwamen in de plaats van hun neutrale synoniemen, soms leenwoorden, die ook in het Servisch bestaan, bijvoorbeeld izvjes̆će ‘verslag’ voor izvjes̆taj, udruga ‘vereniging’ voor udruz̆enje, en oporba ‘oppositie’ voor opozicija.
| |
‘Luchtstoter’
Verder moest alles wat ook maar enigszins met het communisme te maken had, voorgoed uitgeroeid worden. Zo is het doodgewone woord radnik ‘arbeider’ op alle niveaus vervangen door het tot dan toe heel zelden gebruikte djelatnik ‘werker, verrichter’.
Vele archaïsmen werden opnieuw in gebruik genomen, nieuwe woordvormingen kregen steeds meer ruimte en allerlei aanduidingen veranderden (of ontstonden) als gevolg van de vele wijzigingen in het bestuur en de administratie. Vandaar woorden als c̆elnik ‘leider, chef, hoofd’, z̆upanija ‘administratief district’, duz̆nosnik ‘functionaris’ (dat in de plaats van funkcioner kwam), putovnica ‘paspoort’ (in plaats van pasos). De meeste van deze vormen stammen uit de negentiende eeuw; sommige was tijdens de Tweede Wereldoorlog (toen het eerste Joegoslavië uiteengevallen was) tijdelijk nieuw leven ingeblazen, bijvoorbeeld c̆elnik, duz̆nosnik en putovnica.
Met dit alles dreigde het gevaar dat de stabiliteit van de taal aangetast zou worden, aangezien het ‘Nieuwkroatisch’ door het grote aantal nieuwe termen onbegrijpelijk leek te worden voor de sprekers. Enerzijds geloofde het volk dat de regering die ervoor had gezorgd dat Kroatië onafhankelijk was geworden, ook op taalgebied wel de juiste keuzes zou maken, maar anderzijds vertrouwde het op zijn eigen taalgevoel. Degenen die zich geroepen voelden de Kroatische taal te zuiveren, deden dat met weinig argumenten en overdreven nogal. Het werd op tijd duidelijk dat geforceerde vervangingen meer kwaad dan goed deden.
De Servo-Kroatische groep bestond uit het Kajkavisch, het C̆akavisch en het S̆tokavisch, zo genoemd naar het woord dat wordt gebruikt voor het voornaamwoord wat (kaj, c̆a of s̆to). De S̆tokavische dialecten op hun beurt werden weer onderverdeeld in de Ekavische, Ikavische en Ijekavische tongvallen, al naar gelang de uitspraak van de Oud-Slavische klank [jat] (respectievelijk [e], [i] of [ië]). Daarnaast werd ook het Torlakisch tot het S̆tokavisch gerekend: een S̆tokavische overgang met het Bulgaars en het Macedoons. Op het kaartje hierboven is het verspreidingsgebied van de Servo-Kroatische dialecten ingetekend.
Hoe zijn deze dialecten nu verdeeld over de verschillende bevolkingsgroepen van voormalig Joegoslavië? Het Kajkavisch en C̆akavisch worden alleen door Kroaten gesproken. Sommige Kroaten, en alle andere bevolkingsgroepen, spreken een S̆tokavische tongval: Kroaten en Bosnische Moslims het Ikavisch of Ijekavisch, Montenegrijnen alleen Ijekavisch, en Serviërs Ijekavisch, Ekavisch of Torlakisch.
In de algemene spreektaal is vandaag de dag dan ook niet veel te merken van al die puristische pogingen. De meeste nieuwvormingen die het hebben gered, komen slechts in het officiële schriftelijke taal- | |
| |
gebruik voor. In de administratieve en juridische taal zijn opvallende veranderingen in de woordenschat doorgevoerd, en de militaire terminologie is grondig gewijzigd. Een bekend voorbeeld is het nieuwe woord voor ‘helikopter’: zrakomlat, dat letterlijk ‘luchtstoter’ betekent. Hoe vaak dit woord in Kroatië ook als voorbeeld van een overdreven purisme aan de kaak is gesteld, toch blijkt het in het leger stand te houden.
| |
Bosnisch
De enigen die echt de dupe zijn geworden van het uiteenvallen van het Servo-Kroatisch zijn de Bosniërs. In Bosnië woonden Kroaten, Serviërs en Moslims bij elkaar; er was geen sprake van een Bosnische natie, dus ook niet van een Bosnische nationale taal. Het Servo-Kroatisch dat daar als standaardtaal gebruikt werd, was het Ijekavisch-Servisch (voor deze term en andere, zoals S̆tokavisch, zie het bijschrift bij het kaartje op de vorige pagina), met wat Kroatische lexicale en syntactische invloeden, en vrij veel Turkse leenwoorden. Die taal is de hele twintigste eeuw als literaire taal gebruikt, en werd door de meerderheid van de sprekers, ongeacht geloof en/of nationaliteit, als hun moedertaal gevoeld. Bosnië was eigenlijk het enige gebied waar het Servo-Kroatisch als natuurlijke taal heeft gefunctioneerd.
De meeste mensen in het huidige Bosnië zijn natuurlijk hun taal blijven spreken zoals ze dat altijd hebben gedaan, en ook zijn ze haar niet anders gaan noemen. Maar op officieel niveau zijn er in Bosnië nu twee deelstaten en drie talen. In de Servische deelstaat schrijft men in het cyrillisch schrift en maakt men hoofdzakelijk gebruik van de Servische woordenschat, hoewel de Ijekavische uitspraak stand heeft gehouden. In de andere deelstaat, waar Kroaten en Moslims het samen voor het zeggen hebben, schrijft men in het Latijnse schrift en gebruiken de Kroaten het Kroatisch en de Moslims het ‘Bosnisch’, een taal die tijdens de jongste oorlog in Bosnië is gestandaardiseerd. Dit Bosnisch gaat gedeeltelijk terug op een bepaald soort literatuur (de zogenoemde ‘alchamiado’-literatuur), die vanaf de zestiende tot in de twintigste eeuw door de Moslims in Ijekavisch-S̆tokavisch met het Arabische schrift werd geschreven. Er komen veel Turkse leenwoorden in voor en klanken die karakteristiek zijn voor de centrale, hoofdzakelijk door de Moslims gesproken dialecten. De h-klank komt bijvoorbeeld veel meer voor dan in de Servische en de Kroatische standaardtaal. ‘Koffie’ is in het Bosnisch kahva, in het Kroatisch kava en in het Servisch kafa. En zo kent het Bosnisch mahrama ‘hoofddoek’ (Servisch marama, Kroatisch rubac), hamalija ‘amulet’ (Kroatisch en Servisch amalija), lahkoca ‘lichtheid’ (Kroatisch en Servisch lakoca), enzovoort. Verder is er in het Bosnisch een voorkeur voor Kroatische uitdrukkingen ten koste van Servische.
| |
Servisch en Montenegrijns
Vergeleken met het Bosnisch en vooral het Kroatisch veranderde de taal in Servië nauwelijks. Omdat destijds in Joegoslavië de standaardtaal vanuit Servië werd vastgesteld, kregen de Serviërs door de overheid geen vreemde taalelementen opgedrongen. Wel namen de Serviërs uit vrije wil en in geringe mate leenwoorden over van de Kroaten en Bosniërs. Er was dan ook geen enkele reden na de oorlog veranderingen aan te brengen in de administratieve, juridische en militaire terminologie, die het meest afhankelijk is van taalpolitiek, zodat hun standaardtaal veel liberaler staat tegenover deze invloeden.
De laatste tien jaar is het cyrillische schrift (het schrift van de orthodoxe wereld) als nationaal symbool een veel grotere rol gaan spelen dan het Latijnse. En wat de uitspraak betreft: pogingen om het Ekavisch (dat alleen in Servië wordt gesproken) tot enige officiële Servische uitspraak te verklaren, zijn gestrand door het ontstaan van Republiek Srpska (de Servische deelstaat van Bosnië), waar men het Ijekavisch-Servisch bezigt.
In Montenegro zijn in het laatste decennium verschillende pogingen gedaan om een aparte standaardtaal tot stand te brengen op grond van de daar gesproken, wat archaïsche dialecten. In 1997 is er ook een spellinggids van het Montenegrijns verschenen met een alfabet van 33 letters (het Bosnisch, Kroatisch en Servisch hebben een 30-letterig alfabet). Met de jongste politieke ontwikkelingen (de Kosovo-crisis en vooral de NAVO-bombardementen) is het nationalistische streven naar een onafhankelijk Montenegro sterk toegenomen. De erkenning van het Montenegrijns als de officiële taal lijkt steeds dichterbij.
| |
Toekomst
Ik ben opgegroeid in voormalig Joegoslavië, en daar keek men naar televisieprogramma's en films uit andere deelstaten, las men boeken en luisterde men naar liedjes in alle varianten van het Servo-Kroatisch, en leerde men op school iets van alle Joegoslavische talen. Wellicht zullen de nieuwe generaties uit de verschillende Servo-Kroatische taalgebieden zonder zo'n soort uitwisseling van taalinformatie elkaar niet meer zo moeiteloos kunnen verstaan.
Om te kijken wat er de afgelopen tien jaar is veranderd in al die talen, ging ik onlangs op internet op zoek naar ‘Servo-Kroatische’ websites. Een hele dag lang las ik het nieuws uit Bosnië, Kroatië, Servië en Montenegro, in deze vier talen. Het resultaat viel mee (slechts iets vaker dan tien jaar geleden trof ik een minder gangbaar woord aan), maar met de computer- en internetterminologie had ik de grootste moeite. Dat wijst erop dat er vooral in specialistische gesprekken (vakjargon, wetenschappelijke en andere terminologie) mogelijk misverstanden zullen voorkomen. Maar dat zal de communicatie niet echt in de weg staan. De verschillende Servo-Kroatische talen zullen onderling goed verstaanbaar blijven. De politiek kan een taal beïnvloeden, maar niet wezenlijk veranderen.
Sarajevo, 1995. Een Kroaat gaat naar een café om een kopje koffie te drinken. Hij bestelt in het Kroatisch: ‘Kava, graag!’, waarop de ober zegt ‘Er is geen kava!’ De man denkt dat hij in een Servisch café is terechtgekomen en dat de ober geen bestelling in het Kroatisch wil opnemen. Daarom bestelt hij weer, in het Servisch: ‘Kafa, alstublieft!’ De ober zegt: ‘Er is geen kafa, man!’ De Kroaat bedenkt snel dat hij in een Moslims café is beland en aangezien de Moslims tegenwoordig een ander woord voor koffie gebruiken, zegt hij het enige woord dat is overgebleven: ‘Geeft u mij een kopje kahva, als u wilt!’, waarna de ober ongeduldig antwoordt: ‘Schei toch uit; er is niet eens wáter, idioot!’
|
|