werken blijkbaar tevens prikkelend op onze creativiteit en nodigen uit tot allusies (bewuste toespelingen) en variaties. Dit is vooral het geval als ze - net als gewone uitdrukkingen - gemakkelijk in een zin kunnen worden verwerkt. Een goed voorbeeld daarvan komt uit het gedicht ‘Het huwelijk’ van Willem Elsschot. Dat gedicht bevat de passage ‘... want tussen droom en daad / staan wetten in den weg en praktische bezwaren, / en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren, / en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.’ Dit gedeelte wordt regelmatig in zijn geheel aangehaald, bijna als aforisme, maar het bevat drie componenten die ook afzonderlijk een basis voor variaties en allusies vormen: ‘tussen droom en daad’, ‘wetten in de weg en praktische bezwaren’ en ‘weemoedigheid die des avonds komt’. Voorbeelden uit de krant, kunnen dit onmiddellijk bewijzen, zoals: ‘Tussen vraag en aanbod staan weliswaar wetten in de weg, maar geen onoverkomelijke praktische bezwaren.’ (NRC Handelsblad, 25-12-1993) en ‘Het laatste wat ik wil is dat we met weemoedigheid, die niemand kan verklaren, naar onze kleine dorpen gaan kijken.’ (NRC Handelsblad, 29-3-1990) Maar vaak nodigt ook de hele passage van Elsschot uit tot zelfwerkzaamheid. Bij de behandeling van de meest recente belastingplannen van het kabinet verwoordde Kamerlid Jan Marijnissen heel wat kritiek. Hij zei daarbij onder meer: ‘Tussen droom en daad staan belastingwetten en zogenaamde tactische bezwaren, die mijn weemoedigheid zeer goed verklaren.’ (Algemeen Dagblad, 28-1-2000)
Op Herman Gorters ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid’ wordt na ruim een eeuw nog steeds lustig gevarieerd.
Foto: Fortis Bank
‘Alles van waarde is weerloos’, heeft Lucebert eens geschreven, en dat geldt ook voor literair werk: geen enkele passage, geen enkel aforisme is in beginsel heilig voor journalisten, schrijvers en sprekers, die er in hun eigen teksten toespelingen op kunnen maken of ze vervormen en soms zelfs verminken. Al kan men uit esthetisch oogpunt soms met gemengde gevoelens naar dit fenomeen kijken, uit lexicografisch oogpunt levert het belangrijk en vaak ook leuk materiaal op voor het woordenboek.