Verkeerd spoor
De eenheid/veelheid-regel illustreert mijns inziens dat taalkundigen jarenlang op een verkeerd spoor hebben gezeten. Bij nader onderzoek blijkt er wel degelijk een regel te zijn die alle gevallen dekt en die bovendien geen conflicten oplevert met het taalgevoel. Ter verduidelijking eerst een zijsprong.
Bij de zinnen ‘Er ligt een hoop takken in het bos’ en ‘Er liggen een hoop takken in het bos’ voelt de taalgebruiker direct aan wat het verschil is. In de eerste zin liggen de takken op een hoop, in de tweede zin is het waarschijnlijker dat de takken her en der verspreid liggen. Dit loopt volledig parallel met de grondregel die zegt dat het getal zich richt naar de kern van de groep. De bepaling kan hier zonder problemen weggelaten worden: ‘Er ligt een hoop in het bos’ versus ‘Er liggen takken in het bos.’
Met de ‘aantal-zinnen’ is in feite hetzelfde aan de hand, alleen is er één groot verschil. Wanneer we in de zin ‘Een aantal mensen loopt op straat’ de bepaling mensen weghalen (wat mogelijk moet zijn omdat aantal de kern is en mensen slechts een nadere bepaling) ontstaat de zin ‘Een aantal loopt op straat.’ Maar dat klinkt vreemd, omdat aantal, zelfstandig gebruikt, uitsluitend een getalsbetekenis heeft. Zie de volgende zin met een bepaald lidwoord: ‘Het aantal knikkers is groot.’ Wanneer aantal een getalsbetekenis heeft en dit woord dus de kern vormt, staat de persoonsvorm altijd in het enkelvoud. De bepaling (in de voorbeeldzin knikkers) is in dit soort zinnen altijd weg te laten. De bepaalde variant (het aantal) is dus altijd enkelvoudig.