Transcriptie
Dat voert ons meteen naar de bron van deze verwarring: verschillende landen (taalgebieden) hanteren verschillende transcriptiesystemen. Weliswaar hebben veel landen met een niet-Latijns alfabet via de Verenigde Naties de voorkeur uitgesproken voor het gebruik van een welomschreven transcriptiesysteem, maar de nationalistische natuur is vooralsnog sterker dan de internationale leer. Engelsen, Fransen, Italianen, Duitsers, enzovoort hanteren nog steeds hun eigen systemen, soms meer dan één per taalgebied.
Bij Nederlandse woorden die afkomstig zijn uit het Hebreeuws en Jiddisch, zien we dezelfde verwarring optreden als bij persoonsnamen. De verschillende schrijfwijzen van togus illustreren dat probleem. Soms kan een Hebreeuwse of Jiddische klank in het Nederlands op twee manieren worden weergegeven, als g of als ch (togus tegenover tochus), als u of als e (togus versus toges). De klinkers kennen in het Hebreeuws geen ‘lange’ of ‘korte’ vorm. Vandaar dat er onzekerheid bestaat over de precieze uitspraak in het Nederlands en dus over de schrijfwijze (tooches-toches, beet-bet, falafel-falaffel). Daarnaast speelt ook de spelling van het Duits een rol: spellingen als schibbolet en schlemiel zijn de Duitse varianten van wat wij normaal gesproken zouden schrijven als sjibbolet en sjlemiel.