Wat boek
In zinnen als ‘Wat gij hebt, houdt dat vast’ is er helemaal geen sprake van ‘een boek’ of ‘het boek’ of een ander woord waarnaar het voornaamwoord wat terugverwijst. De betekenis van dit woord is hier dus sterk onbepaald: álles wat je hebt, nu of in de toekomst, moet je vasthouden. Het is dan ook niet zo vreemd dat precies in dit soort zinnen dat al in de veertiende eeuw begon te veranderen in wat.
Zoals gezegd is er tussendoor een periode geweest waarin hetgeen opkwam en weer ten onder ging. De opkomst in de zestiende eeuw had misschien te maken met het gelijktijdige verdwijnen van de verbogen vormen dien en dies, die in de vroege Middeleeuwen vooral na voorzetsels heel gebruikelijk waren: ‘Ik geloof in dien dat ik lees.’
Toen de naamvallen verdwenen, werd er blijkbaar in de schrijftaal naar een alternatief gezocht. Kennelijk kwam men toen uit bij hetgeen, misschien omdat deze vorm nog het meest doet denken aan een complete zelfstandignaamwoordgroep met een lidwoord (het) en een zelfstandig naamwoord (geen).