Tijdschrift
De ‘dialectrenaissance’ die zich in Nederland voordoet (zie ook het artikel van Harrie Scholtmeijer op bladzijde 130), vindt ook in Zeeland plaats. Het Zeeuws lééft - zozeer zelfs, dat Provinciale Staten van Zeeland zich beraden over een aanvraag tot erkenning van het Zeeuws als officiële streektaal. Een van de exponenten van deze hernieuwde belangstelling is het tijdschrift Noe. Noe is Zeeuws voor ‘nu’, en deze titel geeft weer dat het de redactie vooral gaat om de plaats die het Zeeuws in het dagelijkse leven inneemt - en in de toekomst zou moeten innemen.
In Noe dus geen ruimte voor ‘ouwe woorden, uutdruksels en riempjes’, maar wel voor iedereen die in het Zeeuws iets over het Zeeland van vandaag te vertellen heeft. Dat kan in literaire bijdragen (gedichten en verhalen), maar het blad bevat ook artikelen en sfeer- en fotoreportages waarin leven, taal en cultuur van de Zeeuwen centraal staan. Daarnaast worden uiteraard ook de ontwikkelingen rond de zo gewenste erkenning van het Zeeuws in de gaten gehouden. En omdat een officiële taal ook een (min of meer) officiële spelling nodig heeft, worden de in verschillende dialecten geschreven bijdragen ‘genormaliseerd’ volgens de spellingregels uit de door de redactie opgestelde ‘Zeêuwse schriefwiezer’.
Ook uit het uiterlijk van Noe blijkt dat men zich op het heden en een wat jongere doelgroep richt. De vormgeving is eigentijds en verzorgd, en samen met het niet-alledaagse oblong-formaat van het blad moet die het karakter van het Zeeuwse landschap weergeven: ‘ruumtelijk, uutgestrekt’. Noe staat onder redactie van Marco Evenhuis en Cees Maas, en het verschijnt viermaal per jaar. Jaarabonnement: f 25,-; losse nummers: f 7,50. Redactieadres: Noe, Ritthemsestraat 14, 4388 JR Oost-Souburg. Tel. 0118-461 364; fax 0842-117 289; e-mail <noe@zeelandnet.nl>.
ISSN 1387-3776