174 andere woorden voor... personal shopper
Taaladviesdienst
Winkelprins en koopjoop, passe-partout en boodschappenflitser, kleedmijer en schappensneller, draafslaaf en professioneel foerageur - de inzendingen voor deze rubriek waren weer van zeer uiteenlopende aard. 121 inzenders bedachten in totaal 174 alternatieven voor de term personal shopper, een benaming voor iemand die op verzoek en tegen betaling voor anderen uit winkelen gaat.
De meeste inzenders hadden ervoor gekozen het ‘persoonlijke’ aspect van de personal shopper achterwege te laten; enkelen wezen erop dat dit aspect - net als bij een (personal) computer - weinig toevoegt. In andere gevallen was personal vertaald met persoonlijk(e), privé- of thuis- (zoals in privé-pinner en thuisboodschapper).
Creatiever was men met de vertaling van shopper: weliswaar werd dit in vrij veel gevallen een winkelaar, inkoper of boodschapper, maar vaker werd een beroep gedaan op aloude Nederlandse woorden die betrekking hebben op bedienden en dienstverlening. Voorbeelden te over: aankoop- en inkoopassistent, aanschafagent, boodschappenjongen (of -meisje/-mens/-man/-vrouw/-dame), inkoopknecht, koop- en winkelbode, koopmeisje, privé-bediende, winkelbutler, winkellakei. Uiteindelijk bleek de vertaling winkelaar het meest voor de hand te liggen: dit woord zelf werd 24 keer gesuggereerd en werd daarnaast twaalf keer gebruikt als onderdeel van andere alternatieven (zoals beroepswinkelaar, wenswinkelaar en uitzendwinkelaar).
Nog creatiever - om niet te zeggen fantasierijker - waren inzendingen als winkelelf, winkelkabouter, schaduwconsument, koopkloon en spookkoper (naar analogie van ghostwriter). Eén inzender had zich ertoe laten verleiden terug te grijpen op het oude beroep parlevinker ofwel kadraai, iemand die met een bootje langs de schepen vent. Ten slotte waren ook de woordspelingen weer van de partij: inkoopmediair, koopkracht, stand-inkoper (van stand-in + inkoper) en ontwinkelingshulp.
De volgende woorden werden het meest voorgesteld:
- | winkelaar (24x) |
- | koophulp (8x) |
- | boodschapper en koopkracht (7x) |
- | privé-inkoper, privé-winkelaar en winkelhulp (6x) |
- | winkelbutler en winkelloper (5x) |
- | boodschappenloper, koopknecht, koopkoerier en thuiswinkelier (4x) |
Hoewel winkelaar dus erg voor de hand schijnt te liggen, vinden we het toch minder duidelijk dan personal shopper: winkelaar zou ook kunnen slaan op iemand die voor zichzelf gaat winkelen. De andere woorden doen meer recht aan het feit dat een personal shopper in dienst van iemand anders opereert. Van deze woorden zijn koopkracht en winkelhulp echter weer geen goede alternatieven, omdat ze al in een andere betekenis worden gebruikt. Om dezelfde reden valt boodschapper af, al zou de betekenis ‘personal shopper’ nog wel redelijk kunnen aansluiten bij een van de al bestaande betekenissen van dit woord, namelijk ‘bode’.
Van privé-inkoper en privé-winkelaar vinden we het woorddeel privé-iets te bezitterig; winkelbutler en koopknecht geven naar ons idee een verkeerd beeld van de arbeidsverhoudingen. De benaming thuiswinkelier lijkt eerder te verwijzen naar iemand die thuis winkelt, of eventueel iemand die met zijn winkel aan huis komt, en het woord loper, dat in boodschappenloper en winkelloper zit, heeft al te veel andere, uiteenlopende betekenissen.
Ten slotte bleef de keuze tussen koophulp en koopkoerier over. Van deze twee veelgenoemde en goed bruikbare woorden viel na enig beraad koophulp af: dat zou volgens ons eerder slaan op iemand die met een ander meegaat om bij het ‘kopen’ te helpen. Koopkoerier daarentegen is iemand die eropuit wordt gestuurd, en die bovendien snel lijkt te kunnen werken (koeriers doen alles snel). Daarbij is het een mooie, allitererende term.
De boekenbon van f 50,- van de Stichting LOUT (Let Op Uw Taal) wordt toegestuurd aan de eerste inzender van het alternatief koopkoerier, R.J. Thijs uit Rozendaal (Gelderland). We bedanken alle inzenders hartelijk voor hun bijdragen.