| |
| |
| |
Waarom is wit niet groen?
De verschillen tussen de Spellingwijzer Onze Taal en het Groene Boekje
Corriejanne Timmers en Toon Vandenheede - redactieleden Spellingwijzer Onze Taal
Op een toegankelijke en consequente manier de nieuwe spellingregels uitleggen én toepassen, dat was het doel van de Spellingwijzer Onze Taal. Die aanpak leidde tot bepaalde verschillen in spelling met het ‘officiële’ Groene Boekje. Twee redacteuren van de Spellingwijzer leggen uit hoe groot die verschillen zijn en waarom het zover kwam.
In oktober 1998 verscheen de Spellingwijzer Onze Taal, als resultaat van een poging om de regels van de nieuwe spelling goed uit te leggen en toe te passen. Volgens het omslag is de Spellingwijzer - ook wel het Witte Boekje genoemd - gebaseerd op de officiële spellingregels. Dit betekent echter niet dat alle opgenomen woorden net zo zijn gespeld als in het Groene Boekje. Over die verschillen meldt de Spellingwijzer in het ‘Ten geleide’: ‘Ten behoeve van de gebruikers die zich aan de niet-officiële spelvormen in het Groene Boekje willen of moeten houden, is met de aanduiding GB aangegeven waar wordt afgeweken van spelvormen in het Groene Boekje.’ Om hoeveel afwijkingen gaat het, zijn dat inderdaad ‘niet-officiële spelvormen’, en waarom week de redactie in die gevallen af van de schrijfwijze in het Groene Boekje?
| |
Wat is officieel?
De Spellingwijzer bevat circa 30.000 trefwoorden, in veel gevallen gevolgd door een of meer voorbeelden. Het totale aantal opgenomen woorden - uitsluitend woorden met een of meer benoembare spellingproblemen - komt hierdoor op circa 45.000. In ruim 4.000 gevallen zijn bovendien ‘trends’ aangegeven. Zo staat direct onder het trefwoord moslim: ‘moslimcultuur, enz. 64’. Dit betekent dat alle samenstellingen met moslim op dezelfde manier worden gevormd, wat wordt toegelicht in regel 64. Mede dankzij deze opzet heeft de Spellingwijzer een bereik van honderdduizenden woorden.
Van ten minste 221 woorden wijkt de schrijfwijze af van die in het Groene Boekje. Hierbij gaat het in de eerste plaats om ‘niet-officiële spelvormen’ - een kwalificatie die enige toelichting verdient. Wat de ‘officiële spelling’ precies inhoudt, staat in het Spellingbesluit van 19 juni 1996. Dit besluit beperkt zich tot ‘de schrijfwijze van bastaardwoorden en van tussenklanken in samenstellingen (...) volgens hetgeen daaromtrent is gesteld in de leidraad en de woordenlijst’. De woordenlijst die hier wordt bedoeld, is niet die van het Groene Boekje, maar een beperkte lijst van ongeveer 16.000 woorden die als bijlage bij het Spellingbesluit was opgenomen. Voor alle woorden die hierbuiten vallen, is er dus helemaal geen ‘officiële schrijfwijze’.
En dan zijn er nog andere woorden die in de Spellingwijzer afwijken, een soort grijs gebied. Hieronder vallen de woorden waarvan de juiste schrijfwijze niet vaststaat, bijvoorbeeld doordat de regels in de leidraad van het Groene Boekje verschillende interpretaties toelaten of door onvolkomenheden in de woordenlijst van het Spellingbesluit.
Als queuen al een trema zou moeten hebben, zou het moeten worden gespeld als queueën; maar dat is net zo vreemd als te beweren dat het meervoud van groente niet groenten is maar groenteën.
De 221 afwijkende spelvormen zijn als volgt onder te verdelen:
- | 33 woorden, waaronder question(n)aire, die onder het Spellingbesluit vallen; |
- | 77 woorden, waaronder entre-deu(x)tje, S/sisyfusarbeid en sensitivity(-)training, die misschien wel, misschien niet onder het Spellingbesluit vallen; |
- | 111 woorden, waaronder op z'n jan(-)boerenfluitjes en bakzeil( )halen, die niet onder het Spellingbesluit vallen. |
Hieronder en in het kader bij dit artikel worden van elke groep enkele voorbeelden gegeven. De complete lijsten staan op de weblocatie van Onze Taal en zijn voor niet op internet aangesloten belangstellenden op te vragen bij het genootschap.
| |
| |
| |
Question(n)aire
Alle bastaardwoorden vallen onder het Spellingbesluit. De redactie van de Spellingwijzer meent dat zes ervan in het Groene Boekje niet correct gespeld zijn. Zo heeft zij een n gewist in questionnaire (Leidraad: na -io wordt de n niet verdubbeld, behalve vóór een toonloze e). Het woord tamboer-maître beschouwt de redactie niet als bastaardwoord, maar als (samengesteld) vreemd woord, vandaar de schrijfwijze tambour-maître in de Spellingwijzer. Ter vergelijking: tamboer-majoor is wél een bastaardwoord (<tambour-major), met een dubbele vernederlandsing. Het woord skister staat wel in het Groene Boekje, maar niet in de officiële woordenlijst van 16.000 woorden. Deze schrijfwijze is echter onjuist, op grond van de regel volgens welke -ie- wordt gespeld in afleidingen met een Nederlands achtervoegsel. De Spellingwijzer spelt dit woord dan ook als skiester - en zo stond het al in het oude Groene Boekje van 1954.
Ook alle samenstellingen met een tussenklank vallen onder het Spellingbesluit. In acht gevallen wijkt de redactie af van het Groene Boekje, ook ditmaal omdat zij meent dat de daarin gegeven schrijfwijzen onjuist zijn. Zo spelt de Spellingwijzer niet paardenvijg maar paardevijg (volgens de uitzonderingsregel ‘we schrijven geen n als het eerste deel van een samenstelling een dierennaam is en het tweede deel een plantkundige aanduiding’), niet gildenbroeder maar gildebroeder (op grond van het dubbele meervoud gilden/gildes) en middenklassenauto, enz. (op grond van - ook volgens het Groene Boekje - het enkele meervoud middenklassen). De redactie heeft in de woordenboeken waarop ze zich gebaseerd heeft niet alleen een dubbel meervoud aangetroffen van gilde, maar van nog 17 andere zelfstandige naamwoorden eindigend op een ‘toonloze e’, zoals agave en catacombe, die volgens het Groene Boekje uitsluitend een meervoud hebben op -(e)n. Dat heeft uiteraard gevolgen voor mogelijke samenstellingen met deze woorden; agavevezel zou in het Groene Boekje agavenvezel worden. Een ander voorbeeld is het woord dille, dat volgens ons geen meervoud heeft - vandaar dillesaus, enz. - maar dat in het Groene Boekje het meervoud dillen krijgt, wat zou leiden tot dillensaus, enz.
| |
Fouten komen in de beste spellinggidsen voor
Ton Majoor - Soest
In het januarinummer staat een inventarisatie van fouten in het Groene Boekje. Een nuttig overzicht, en leerzaam bovendien: volgens de Taaladviesdienst zou balkenbrij eigenlijk balkebrij moeten zijn, omdat een van de samenstellende delen (balk komt van balg ‘maag’) van het woord niet (meer) als afzonderlijk woord in de oorspronkelijke betekenis herkenbaar is. Maar hoort arrenslee dan ook niet arreslee te zijn? Want het eerste deel is nu niet meer herkenbaar als verbastering van nar. (De narreslee werd zo genoemd naar de pluimen op de kop van het paard en naar de rinkelbelletjes aan hoofdstel en leidsels, wat deed denken aan een nar.)
Zeker zo interessant is de vraag of de Taaladviesdienst op dezelfde minutieuze wijze aandacht gaat besteden aan fouten en onvolkomenheden in de Spellingwijzer Onze Taal, een naslagwerk waarvan deze dienst zelf mede-auteur is. Zo trof ik bij spruiten ‘spruiten, spruitte, gespruit’ als vervoeging aan, en wordt newfoundlander (de hond) op grond van spelregel 54 met een kleine letter geschreven, terwijl Shetlander (de pony) op grond van spelregel 53 een hoofdletter krijgt. En zo zullen er wellicht meer opmerkingen te maken zijn.
| |
Entre-deu(x)tje
Van 77 woorden is het niet helemaal duidelijk of ze wel echt onder het Spellingbesluit vallen. Bij zes woorden gaat het om het trema, dat volgens de redactie van de Spellingwijzer - in verband met de uitspraak - overbodig en dus onjuist is in bijvoorbeeld maïs en maïzena. Het trema is echter wel noodzakelijk - ook in verband met de uitspraak - op de i van judaica, maar weer niet in het meervoud van extraneus. Immers, volgens de Leidraad krijgen ‘de Latijnse en Franse uitgangen -ei, -eus, -eum en -ien (...) geen trema’. Toch blijft het Groene Boekje het woord extranei spellen met een trema op de i.
Een eigenaardig trema vinden we in het Groene Boekje in het meervoud van queue: queuën, in de Spellingwijzer gespeld als queuen. Als dit woord al een trema zou moeten hebben, zou het toch moeten worden gespeld als queueën; maar dat is net zo vreemd als te beweren dat het meervoud van groente niet groenten is maar groenteën.
Bij drie verkleinwoorden doet het Groene Boekje iets merkwaardigs: de laatste (niet uitgesproken) medeklinker verdwijnt, zoals in entre-deux - entre-deutje, dat de Spellingwijzer ‘gewoon’ spelt als entre-deuxtje.
Over het gebruik van de apostrof geeft de Leidraad duidelijke regels. Volgens de redactie van de Spellingwijzer is de apostrof onjuist in bepaalde meervouden, zoals andante's, maar is die ten onrechte weggelaten in bijvoorbeeld sordinos.
Illustratie: Hein de Kort
In het Groene Boekje en de Spellingwijzer staat een bijna identieke omschrijving van de uitspraakvariatie bij oorspronkelijk Engelse werkwoorden, maar beide zijn zo vaag - met termen als soms, sommige (taalgebruikers) en in zulke gevallen - dat je er alle kanten mee uit kunt. Dit heeft geleid tot verschillende resultaten in de twee boekjes. Eén voorbeeld ter illustratie. Bij het werkwoord surfen geeft het Groene Boekje alleen de vormen surfte, gesurft, en vergeet daarmee de eigen regel toe te passen: ‘In briefen en
| |
| |
golfen zeggen sommigen een /f/, anderen een /v/. In zulke gevallen zijn beide vervoegingen mogelijk: leaste/leasde, gegolft/gegolfd.’ De Spellingwijzer voegt hier de variant surfde, gesurfd aan toe, maar doet dat vervolgens weer niet bij sneeuwsurfen (sneeuwsurfte, gesneeuwsurft) en windsurfen (windsurfte, gewindsurft).
| |
Verschillen tussen het Groene Boekje en de Spellingwijzer Onze Taal
Bij de volgende 62 woorden wijkt de Spellingwijzer Onze Taal af van de ‘officiële’ woordenlijst van 16.000 woorden. De officiële spelling beperkt zich echter tot de bastaardwoorden en de tussenklanken in samenstellingen: de eerste 7 woorden in de onderstaande lijst. Van de overige 55 woorden staat niet ondubbelzinnig vast of ze onder het Spellingbesluit vallen.
Groene Boekje |
Spellingwijzer Onze Taal |
|
uitheemse woorden |
|
(zich) apelazerus |
apelazarus |
questionnaire |
questionaire |
seksshop |
sexshop |
tamboer-maître |
tambour-maître |
|
tussenklank |
|
apebroodboom |
apenbroodboom |
(naar) hartelust |
(naar) hartenlust |
paardenvijg |
paardevijg |
|
trema |
|
judaica |
judaïca |
maïs |
mais |
maïzena |
maizena |
|
hoofdletter of kleine letter |
|
apache |
Apache |
azteek |
Azteek |
hun (nomade) |
Hunnen |
kelt |
Kelt |
maya |
Maya |
noorman |
Noormannen |
polak |
Polak |
semiet |
Semiet |
sikh |
Sikh |
viking |
Viking |
zoeloe |
Zoeloe |
|
Farizeeën |
farizeeën |
Indo |
indo |
Utopia |
utopia |
|
Indo-europees |
Indo-Europees |
|
oriënt |
Oriënt |
plejaden |
Plejaden |
vervolg |
|
Croesus |
croesus |
Thomas |
(een ongelovige) thomas |
|
Apollinisch |
apollinisch |
Dionysisch |
dionysisch |
Gargantuesk |
gargantuesk |
|
Augiasstal |
augiasstal |
Midasoren |
midasoren |
Pyrrusoverwinning |
pyrrusoverwinning |
Salomonsoordeel |
salomonsoordeel |
Sisyfusarbeid |
sisyfusarbeid |
Tantaluskwelling |
tantaluskwelling |
Wankelmotor |
wankelmotor |
|
rota |
Rota |
rotary |
Rotary |
rotaryclub |
Rotaryclub |
|
Silurisch |
silurisch |
|
Messiaans |
messiaans |
|
Götterdämmerung |
götterdämmerung |
Hüttenkäse |
hüttenkäse |
Übermensch |
übermensch |
|
led |
LED |
|
x-benen |
X-benen |
|
los, aaneen of met een streepje (samenstelling/woordgroep) |
Ave Maria |
Ave-Maria |
all in |
all-in |
all risk |
all-risk |
|
boogie woogie |
boogiewoogie |
bungee jumping |
bungeejumping |
bric à brac |
bric-à-brac |
|
extra-ordinair |
extraordinair |
laisser-aller |
laisser aller |
sensitivity-training |
sensitivitytraining |
steeple-chase |
steeplechase |
|
jiujitsu |
jiu-jitsu |
popart |
pop-art |
sitdownstaking |
sit-downstaking |
| |
Sensitivity(-)training
De overige woorden die de Spellingwijzer anders spelt dan het Groene Boekje, vallen dus formeel niet onder het Spellingbesluit. Hierbij gaat het in de eerste plaats om het gebruik van hoofdletters bij eigennamen. Volgens het Groene Boekje laten de hiervoor in de Leidraad gegeven regels ‘enige vrijheid, omdat men van mening kan verschillen over de vraag of de persoonsnaam [resp. aardrijkskundige naam] nog als zodanig fungeert’. Daarnaast verschillen de twee naslagwerken nogal eens van mening als het gaat om de schrijfwijze van samenstellingen: aan elkaar of met een streepje. Van deze woorden staan er 55 in de lijst bij het Spellingbesluit, waaronder Sisyfusarbeid en jiujitsu, in de Spellingwijzer gespeld als sisyfusarbeid en jiu-jitsu.
De schrijfwijze van oorspronkelijke Duitse woorden (wel of niet met een hoofdletter) wordt niet beregeld in de Leidraad. Heel wat van die woorden staan echter wel in de wettelijke lijst van 16.000 woorden, zoals Hüttenkäse en Übermensch versus schnitzel en streber (Groene Boekje); deze Duitse leenwoorden
| |
| |
beginnen in de Spellingwijzer allemaal met een kleine letter. Ook voor de schrijfwijze van oorspronkelijk Engelse samenstellingen geeft de Leidraad geen regels. Zo konden er verschillen ontstaan als boogiewoogie en sensitivitytraining, in het Groene Boekje gespeld als boogie woogie en sensitivity-training.
| |
Ook met de Spellingwijzer Onze Taal zijn we er nog niet...
Mr. R.W. Asser - Amstelveen
Hebt u, net als ik, een blij en dankbaar gevoel gekregen toen u de Spellingwijzer Onze Taal voor het eerst inzag en gebruikte? Helder geformuleerde regels, een duidelijke indeling, goed verzorgd uitgegeven - daarmee zou een einde komen aan alle onzekerheden en ergernissen! Zoals de uitgever het op de achterzijde zegt: ‘(...) hét handboek voor de spelling van het Nederlands’ en ‘dé oplossing voor alle problemen met de nieuwe spelling’. Voor minstens één probleem blijkt dat niet het geval.
In Onze Taal van december 1998 vinden we op bladzijde 325 een spellingquiz als voorbereiding op het Groot Dictee der Nederlandse Taal onder de titel ‘Groot Dictee-test’. Ik voelde twijfel, raadpleegde de Spellingwijzer, en vond bij spelregel 65 (blz. 80): ‘Een uitzondering vormen driedelige samenstellingen waarvan de eerste twee delen een naam vormen. Deze krijgen een streepje: Eerste-Kamerlid, (...) Onze-Taallezer’ en zag daarin de oplossing. Ik schreef aan de redactie en de Taaladviesdienst dat het volgens deze regel toch ‘Groot-Dicteetest’ moest zijn. Uit het antwoord op mijn brief citeer ik:
Bij de Spellingwijzer waren (...) verschillende organisaties betrokken; dit betekende dat er af en toe compromissen gesloten moesten worden. (...) De redactie van het blad Onze Taal en de Taaladviesdienst zijn het met de voorbeelden op bladzijde 80 eens als het gaat om ingeburgerde samenstellingen. Maar in gelegenheidssamenstellingen als Groot Dictee-test (...) heeft het onze voorkeur om de naam intact te laten (dus met hoofdletter en een spatie) en de rest van de samenstelling hieraan te verbinden door middel van een koppelteken. Zo wordt de eigennaam duidelijker afgebakend.
Ik vind deze uitleg niet overtuigend. Wat moeten we aan met een uitzondering op spelregel 65 inhoudende dat gelegenheidssamenstellingen anders gespeld moeten worden dan ingeburgerde samenstellingen? En: wat jammer dat juist Onze Taal ons het houvast van die spelregel 65 ontneemt!
| |
Naschrift Taaladviesdienst
De heer Asser haalt slechts een deel van de tekst van spelregel 65 aan: het rijtje woorden dat met Eerste-Kamerlid begint, is wat ons betreft een beperkte categorie. Het voorbeeld Groot Dictee-test scharen wij liever onder de regel die daarboven vermeld wordt: ‘Een meerledige naam in een combinatie behoudt eventuele spaties: Van Goghtentoonstelling, (...)’. Toegegeven: het verschil tussen deze twee categorieën - dat al niet erg eenduidig is - wordt er door deze zin niet duidelijker op.
Samenstellingen met Eerste/Tweede Kamer en met Rode Kruis krijgen volgens de Leidraad (bladzijde 32) en de Woordenlijst van het Groene Boekje een streepje tussen het eerste en het tweede deel van de naam. Gelegenheidssamenstellingen met een meerledige naam worden in de praktijk echter bijna altijd met een spatie tussen de delen van de naam geschreven. Het streepje tussen de eigennaam en het woord dat erop volgt, is facultatief: zowel Groot Dictee-test als Groot Dicteetest is juist.
De regel die de heer Asser citeert, had beter anders kunnen luiden, bijvoorbeeld: ‘Een uitzondering vormen enkele ingeburgerde drieledige samenstellingen waarvan de eerste twee delen een naam vormen: Eerste-Kamerlid (enz.), Tweede-Kamerzitting (enz.), Rode-Kruispost (enz.)’. Wat ons betreft vallen Onze Taal-lezer en Groot Dictee-test niet onder deze categorie. In de vierde druk van de Spellingwijzer Onze Taal, waarin de echte fouten uit de eerdere drukken gecorrigeerd zijn (zie onderstaand kader), is het voorbeeld Onze-Taallezer dan ook verwijderd.
| |
Bakzeil( )halen
Van de resterende afwijkende woorden, waarvan de schrijfwijze als het ware ‘vrij’ is doordat ze niet onder het Spellingbesluit vallen en al evenmin zijn opgenomen in de bijbehorende woordenlijst, is voor 92 woorden de correcte spelling wel min of meer af te leiden uit de regels in de Leidraad. De redactie van de Spellingwijzer kiest bijvoorbeeld voor een kleine letter aan het begin van woorden als Hitleriaans en Oscaruitreiking en voor kleine letters in UFO, en acht een streepje onnodig in woorden als co-assistent, dandy-achtig, oud-papierhandel en (op z'n) jan-boerenfluitjes.
Dan zijn er nog enkele woorden over, die we eigenlijk allemaal mogen spellen zoals we zelf willen. Deze afwijkende schrijfwijzen van de Spellingwijzer zijn gebaseerd op analogie, corpusonderzoek of op wat andere woordenboeken en woordenlijsten vermelden. In deze categorie vallen onder meer de spellingen a-kant, instandhouden en bakzeil halen uit het Groene Boekje, in de Spellingwijzer gespeld als A-kant, in stand houden en bakzeilhalen.
| |
Samenwerking
Het ‘Witte Boekje’ spelt meer dan tweehonderd woorden, waarvan er 33 echt onder het Spellingbesluit vallen, anders dan het Groene Boekje, en houdt zich daarbij in de meeste gevallen beter aan de officiële spellingregels dan het Groene Boekje. Het Groene Boekje wijkt in 5 - niet-toegelichte - gevallen (afterpil, Batavier, Latino, prinzipienreiterei, Stehgeiger) af van de woordenlijst van het Spellingbesluit; de Spellingwijzer in 62 - toegelichte - gevallen.
Het Groene Boekje en de Spellingwijzer Onze Taal zijn wellicht beide aan een herziene druk toe. Wat zou het mooi zijn als de makers konden samenwerken bij de voorbereiding daarvan!
| |
Correcties Spellingwijzer
Eind december 1999 is de vierde druk van de Spellingwijzer Onze Taal verschenen. In die druk is gebruikgemaakt van de gelegenheid om correcties aan te brengen. De lijst met deze correcties is te vinden op de weblocatie van Onze Taal (www.onzetaal.nl); op verzoek kan het secretariaat u per post een kopie toesturen.
Voor een eventuele uitgebreide en herziene druk vraagt het redactieteam de medewerking van gebruikers. Graag ontvangen wij op- en aanmerkingen over de ervaringen die u hebt opgedaan bij het gebruik van de Spellingwijzer Onze Taal.
|
|