Gedestilleerd/gedistilleerd
? Volgens de woordenboeken zijn destilleren en distilleren synoniemen. Betekent dat dat ik in plaats van gedistilleerd (‘sterkedrank’) net zo goed gedestilleerd kan gebruiken?
! Sterkedrank mág gedestilleerd genoemd worden, maar gedistilleerd komt veel vaker voor en heeft dan ook de voorkeur.
Het Groene Boekje (1995), Van Dale (1999), Koenen (1999) en Verschueren (1996) vermelden uitsluitend de ingang gedistilleerd, terwijl Kramers (1996) en De grote Prisma Nederlands (1997) zowel gedistilleerd als gedestilleerd opgenomen hebben.
De werkwoorden distilleren en destilleren zijn wel volledige synoniemen van elkaar; ze betekenen ‘door verdamping en daaropvolgende condensatie zuiveren, in het bijzonder sterkedrank stoken’. Dis-/destilleren is via het Franse distiller uit het Latijn gekomen. In het Latijn bestonden er al twee vormen, namelijk distillare en destillare. Deze werkwoorden zijn opgebouwd uit de- (‘neer’) + stillare (‘druppelen, doen druppelen’). Vreemd genoeg komt in het Frans (het ‘tussenstation’) alleen de vorm met di(s)- voor, terwijl in het Nederlands ook de vorm met de(s)- is terechtgekomen. Het Woordenboek der Nederlandsche Taal (deel III, ii, 1916) vermeldt beide werkwoorden al; ze bestaan tot op heden naast elkaar.
Dat het Frans uitsluitend de vorm distiller kent, lijkt op het eerste gezicht een goede verklaring voor het feit dat in het Nederlands gedistilleerd veel vaker voorkomt dan gedestilleerd.
Deze redenering hoeft echter niet juist te zijn: in het Frans is het voltooid deelwoord distillé niet als zelfstandig naamwoord ‘sterkedrank’ gaan betekenen. Dit proces heeft zich in het Nederlands voltrokken, en de vorm met di(s)- heeft het gewonnen.