Onweerstaanbaar
Een paar dagen later werden de transcripten van de banden vrijgegeven. De uitdrukking onder de pet houden bleek te zijn gebruikt in een gesprek tussen T. Polman, de dienstdoende chef van de verkeersleiders, en diens voorlichter G. Knook. Het gesprek had plaats op 4 oktober 1992, een halfuur na de crash. Polman zei letterlijk, aldus het eindverslag van de commissie:
Zeg, eh... ga even op je stoel zitten, want die cargo... die bestond uit explosieven, uit gif en gassen (...). Maar daar moeten we maar geen ruchtbaarheid aan geven. En verder gewoon... [bedoeld wordt: gewone vracht], dat zat er dus gewoon ook bij..., maar El Al bidt ons uiteraard natuurlijk om dat onder de pet te houden.
De uitlatingen van Augusteijn-Esser, die volgens NRC Handelsblad ‘onnodig onheilspellend’ werden gepresenteerd, zorgden voor enorme opschudding. Er had gif en munitie in het vliegtuig gezeten, dit was al járen bekend, maar Nederlandse ambtenaren hadden dit op eigen houtje onder de pet gehouden! En ze hadden ruim zes jaar lang een belangrijke geluidsband achtergehouden.
Politici tuimelden over elkaar heen om hun verontwaardiging uit te spreken, en premier Kok gaf op eigen houtje opdracht om de betrokken ambtenaren meteen op non-actief te stellen. Dit zonder de conclusies van de commissie af te wachten, iets wat veel irritatie wekte. Heel Nederland praatte over de zaak en binnen een paar dagen leek het of onder de pet houden er altijd was geweest. Sterker nog: het NOS-Journaal gebruikte de uitdrukking al de volgende dag in een bericht over een heel ander onderwerp, in de betekenis ‘iets in de doofpot stoppen’.
Geen columnist kon er weerstand aan bieden en in het humorhoekje op de voorpagina van de NRC verscheen het grapje ‘wat de een onder de pet houdt, gaat de ander erboven’. Binnen een paar maanden doken er ook allerlei varianten op, zoals onder de hoed of muts houden en onder de pet schuiven of proppen. Aanvankelijk voorzagen de kranten de uitdrukking van aanhalingstekens, maar die kwamen al snel te vervallen.