Houtedief!
Herman Baljet - Almere
Ooit las ik dat zestig en zeventig in het algemeen met de beginklank s worden uitgesproken, een relict uit de tijd dat men placht te spreken van 't zestig en 't zeventig (vandaar ook tachtig). De verschillende woordenboeken waarover ik beschik, verstrekken hierover geen informatie en bij zichzelf kan men zo'n subtiel fenomeen moeilijk vaststellen - zeker als men uit het Amsterdamse stamt.
Maar als het waar is, kan mijn verstand het nauwelijks bevatten: hoe kan men na het wegvallen van een woord dat assimilatie veroorzaakt, nog generaties lang een - intussen onlogische - klankverschuiving in stand houden, terwijl men verwante woorden als zes en zestien wél normaal uitspreekt?
In het onvergetelijke maandblad Mandril (eind jaren veertig, begin jaren vijftig) stond een cartoon van C. Voges, waarop een soort Pinocchio te zien was die zich met een zak gestolen waar door de nacht spoedt. Het onderschrift luidde: ‘Houtedief!’ Een aardige grap, die me meteen tot de kern van mijn betoog brengt. In de tijd dat deze cartoon is gepubliceerd, werd de uitdrukking waarom het hier eigenlijk gaat aldus gespeld: ‘Houdt den dief!’ Intussen is bij de gebiedende wijs de meervouds-t vervallen, maar de grap bleef overeind: de slot-d van houd klinkt als een t.
Illustratie: C. Voges Uit: Mandril, 1949, nr. 7 (1 april)
Wel wordt deze klank inmiddels bedreigd door een ontwikkeling binnen het werkwoord houden, waaruit we in toenemende mate de d horen (en zien) verdwijnen: ‘We houwen het niet droog’, ‘Ik hou van jou’, ‘Hou je mond’, ‘Hou de hond op afstand’. Het woordenboek geeft nog ‘houd de dief’, maar nu we al bijna niet meer (kunnen) schrijven: ‘Ik houd van jou’, ‘Houd de hond op afstand’ of ‘Houd de bengel in de gaten’ (hoort u zich nog ‘houtehond’ en ‘houtebengel’ zeggen?), denk ik dat het binnen afzienbare tijd correct, ja misschien de enige mogelijkheid zal zijn om ‘Hou de dief’ te schrijven.
Toch waag ik het te betwijfelen dat de uitspraak parallel zal gaan lopen aan ‘Hou de deur dicht’. Is de situatie ernaar, dan denkt men er immers niet bij na; het moet er vooral luid en duidelijk uit gegooid worden: ‘Houtedief!’ Net als ‘sestig’ en ‘seventig’ zou die uitspraak weleens halsstarrig kunnen blijven voortbestaan.