Vraag en antwoord
Taaladviesdienst
Arbo(-)/arbo
? Het Groene Boekje geeft Arbo-dienst, maar Van Dale (1999) vermeldt arbodienst.
Wat is juist? En waarom geeft de redactie van Van Dale niet aan dat zij afwijkt van het Groene Boekje?
! De spelwijzen Arbo-dienst, Arbodienst en arbodienst zijn alle te verdedigen. Het hangt ervan af of Arbo als afkorting wordt gezien (dan volgt er een streepje), als (onderdeel van een) eigennaam (dan is de hoofdletter op z'n plaats) of als een zo ingeburgerd letterwoord dat het als ‘gewoon’ woord dienstdoet (dan is noch de hoofdletter, noch het streepje nodig). In de woordenboeken treffen we de volgende samenstellingen met arbo-/Arbo- aan: arbobeleid, Arbodienst/arbodienst, Arbowet en arbozorg. De meeste woordenboeken spellen alleen Arbowet met een hoofdletter; Verschueren (1996) en de Spellingwijzer Onze Taal (1998) vermelden alleen Arbowet en Arbodienst, met hoofdletters.
Het Groene Boekje staat dus alleen met het schrijven van een streepje na Arbo, net als bij het streepje na onder andere nazi (nazi-misdadiger) en aids (aids-virus). Alleen de Spellingwijzer Onze Taal geeft aan dat er bij Arbodienst, aidsvirus en nazimisdadiger afgeweken wordt van het Groene Boekje; de overige naslagwerken hebben zo'n verwijzing niet opgenomen. Het al dan niet schrijven van hoofdletters, spaties en streepjes is vaak een interpretatiekwestie (bijvoorbeeld over de mate van inburgering van afkortingen of letterwoorden). De keuze van de redactie van het Groene Boekje voor Arbo-dienst, nazi-misdadiger en aids-virus beschouwen de woordenboekredacties kennelijk slechts als een niet-bindend voorstel.
Dit is allemaal behoorlijk verwarrend voor de taalgebruiker: die treft het liefst één spelling aan in woordenlijsten en woordenboeken. De Taaladviesdienst wordt vaak gevraagd te bemiddelen in verhitte discussies over de schrijfwijze van bijvoorbeeld terzake en voorzover, woorden die in het Groene Boekje aaneen voorkomen en in Van Dale met spatie. Wie eraan hecht de schrijfwijze in het Groene Boekje altijd te volgen (dit is immers door de taalgemeenschap algemeen geaccepteerd als ‘de officiële woordenlijst’), kan dat uiteraard doen. En wie om wat voor reden dan ook bezwaar heeft tegen Arbo-dienst, voorzover, enz., kan de spelling in Van Dale e.a. als aanwijzing zien dat er ook een andere ingeburgerde schrijfwijze is, die moeilijk als ‘fout’ kan worden aangemerkt.
Wat nu te doen met Arbo-/arbo-? Zelf houden we het op Arbodienst, Arboraad (namen van instellingen) en Arbowet (naam van een wet). Bij andere samenstellingen met arbo- volgen we de gedachtegang van Van Dale en Koenen: arbobeleid, arbomedewerker, arbozorg, enz. krijgen een kleine letter omdat arbo hierin niet meer als letterwoord/afkorting wordt gezien.