Smeltkroezen
Waarom verdwijnt die t?
‘Meestal gebeurt het als hij achter een andere medeklinker staat: wel in “hij loopt”, maar niet in “hij ziet”. Mensen spreken liever niet twee medeklinkers na elkaar uit. Ze vereenvoudigen dus hun uitspraak door een van die medeklinkers weg te laten. Dat het dan de t wordt, is geen toeval. Dat is een minimale medeklinker, je maakt hem door even met het puntje van je tong tegen je gehemelte te tikken. Ook in andere talen verdwijnt die eenvoudige klank heel gemakkelijk als hij niet zo goed uitkomt.’
Waarom zijn het vooral stedelingen die hem weglaten?
‘De steden zijn altijd smeltkroezen geweest waar mensen uit allerlei windstreken naartoe stroomden, ieder met zijn eigen taal die hij moest aanpassen aan zijn nieuwe stadgenoten. Nu weten we dat talen en dialecten sterk geneigd zijn zich te vereenvoudigen in plaatsen waar veel van die talen met elkaar in contact komen.’
‘Talen zoals het Surinaams, die in het verleden ontstonden op plantages waar slaven uit verschillende delen van Afrika bij elkaar kwamen en met hun meesters in een Europese taal moesten communiceren, vereenvoudigden ook vaak de klankvorm van de woorden. Bovendien is de werkwoordsvervoeging in die talen vaak eenvoudiger dan in de brontalen. Zo kun je ook “hij loop” begrijpen: dat vult het rijtje “ik loop, jij loop” op een eenvoudiger manier aan dan “hij loopt”. Eenzelfde ontwikkeling zien we overigens in Zuid-Afrika. Het Afrikaans is ontstaan uit het contact tussen het Nederlands, het Engels en een aantal autochtone Afrikaanse talen. En in die taal zijn “nag” (in plaats van “nacht”) en “hy loop” de standaard geworden.’