Vergeten woorden
Tuig
Hans Heestermans
Wij kennen het woord tuig tegenwoordig vooral nog voor ‘scheepstuig’, ‘paardentuig’, en voor ‘gespuis, gepeupel’. In die laatste betekenis is het woord in de jaren zestig en zeventig in de verbinding ‘langharig werkschuw tuig’ ook een soort geuzennaam geweest voor ‘opstandige jongeren of andere minderheidsgroepen die de aandacht willen trekken, o.a. door hun haardracht’.
Nog niet zo lang geleden kon je tuig behalve voor slechte mensen ook gebruiken voor allerlei zaken van slechte kwaliteit - voor wat we nu aanduiden met bocht, rommel troep of rotzooi. In 1805 schreef Willem Bilderdijk in een van zijn talloze brieven: