Uitstaltafel
Een hedendaagse commode
Uit: Baby en peuter magazine 1999/2000
Een buffet is een soort vitrinekast in de keuken, maar het kan ook een tafel zijn met etenswaren, waar je naartoe moet lopen om je eten op te scheppen. Het woord komt al voor in het Oudfrans als buffet ‘kast, graankist, kantoor, bureau’. In 1260 kon het een uitstaltafel van brood zijn. Mogelijk was er een volksetymologische associatie met een ander Frans woord: buvette ‘bar, tapkast, toog’, dat bij dezelfde woordstam hoort als bijvoorbeeld nous buvons ‘wij drinken’. Uiteindelijk heeft zich de betekenis ‘op tafels uitgestalde levensmiddelen ter zelfbediening’ ontwikkeld. Deze betekenis is inmiddels zo ingeburgerd dat de toevoeging lopend nauwelijks meer nodig is. Weleens van een ‘lopend ontbijtbuffet’ gehoord?
In de laden en kastjes van een dressoir bergt men serviesgoed en bestek op. Voorheen kon dressoir een synoniem zijn van buffet en aanrecht. Het was aanvankelijk (in de dertiende en veertiende eeuw) een verplaatsbaar meubel waarmee men dranken of gerechten kon opdienen. Het stond overal waar er gegeten werd. Later (in de vijftiende eeuw) werd het meer een luxe pronkstuk in de kamer. Het woord is afgeleid van het werkwoord dresser, dat behalve ‘africhten’ - waar het Nederlandse dresseren vandaan komt - ook ‘rechtop zetten’ en ‘opdienen’ kan betekenen. Via het Engels hebben wij dressing eraan te danken.
Er bestaan voor dressoir twee etymologieën. De ene, die meestal wordt gegeven, gaat uit van de betekenis ‘rechtop zetten, oprichten’: op het pronkmeubel werden de borden rechtop tegen de achterwand geplaatst. De andere etymologie leidt dressoir af van dresser ‘opdienen’. Deze laatste past bij de oudste vindplaatsen en is dus waarschijnlijker. In de betekenisontwikkeling vinden we een directe parallel met aanrecht en gerecht.